Jesse Malin leek een jaar of twaalf geleden nog in de voetsporen van Ryan Adams te treden met zijn door diezelfde Ryan Adams geproduceerde solodebuut The Fine Art Of Self Destruction en zou vervolgens uit moeten groeien tot één van de helden c.q. smaakmakers van de alt-country scene.
Het kwam er niet van. De platen die Jesse Malin na zijn debuut heeft uitgebracht wisten niet veel aandacht te trekken, waardoor de Amerikaan inmiddels aardig in de vergetelheid is geraakt.
Het is voor mij lastig te begrijpen, want de platen die Jesse Malin na The Fine Art Of Self Destruction heeft uitgebracht waren van een constant niveau en deden ook zeker niet onder voor het zo warm onthaalde debuut van de Amerikaan.
Het laatste levensteken van Jesse Malin was tot voor kort al weer bijna vijf jaar oud. In het voorjaar van 2010 verscheen immers het samen met zijn band The St. Marks Social gemaakte Love It To Life. Het bleek een geïnspireerd klinkende plaat van een oerdegelijk niveau. Geen plaat waarvoor je de handen van de critici op elkaar krijgt, maar wel een plaat die wat mij betreft het talent van Jesse Malin onderstreepte.
Sinds de zomer van 2010 was het voornamelijk stil rond Jesse Malin, maar deze maand dook de muzikant uit de New Yorkse wijk Queens toch weer op met een nieuwe plaat. Heel veel veranderd is er niet. Ook New York Before The War sluit weer naadloos aan op de vorige soloplaten van Jesse Malin en balanceert op het snijvlak van singer-songwriter muziek en spierballenrock.
De muziek van Jesse Malin is hierdoor in het verleden al vaak vergeleken met die van Bruce Springsteen, maar dat vind ik te makkelijk, al is het maar omdat ik de vergelijking met Springsteen in de meeste tracks niet herken.
Direct in de openingstrack van New York Before The War maakt Jesse Malin indruk met een fraai ingetogen piano ballad en fraaie vrouwenvocalen. Het is zo’n track waarvan je er vervolgens nog 12 zou willen horen, maar Jesse Malin blijft een onrustig man en gaat bij voorkeur met een keur aan invloeden aan de haal.
Bij het verwerken van al deze invloeden wordt de Amerikaan gesteund door een flinke waslijst met gastmuzikanten, onder wie grote namen als Wayne Kramer (MC5) en Peter Buck (R.E.M.).
Het levert een plaat op die schakelt tussen aan de ene kant The Ramones en The New York Dolls en aan de andere kant Tom Petty, Ryan Adams, The Rolling Stones en, vooruit, Bruce Springsteen. Maar ook voor een vleugje postpunk of art-rock draait de Amerikaan zijn hand niet om.
Het is misschien niet heel origineel wat Jesse Malin doet en ook in tekstueel opzicht maakt de New Yorker zeker geen onuitwisbare indruk, maar wat klinkt New York Before The War lekker. Jesse Malin strooit ook op zijn nieuwe plaat weer met songs die je bij eerste beluistering al jaren lijkt te kennen. Het zijn songs met vooral heerlijke refreinen, aanstekelijke melodieën, lekker vol en afwisselend gitaarwerk en gloedvolle vocalen, maar ook als Jesse Malin gas terug neemt overtuigt hij makkelijk.
Het is uiteindelijk maar net hoe je de nieuwe plaat van Jesse Malin beoordeelt. Een ieder die op zoek gaat naar vernieuwing of diepe emotie vindt het waarschijnlijk niets bijzonders, maar ga je op zoek naar een plaat vol met knap gemaakte en meer dan eens behoorlijk onweerstaanbare Amerikaanse rocksongs, dan valt deze nieuwe van Jesse Malin echt niet tegen. Ik vind het wederom een prima plaat. Niks meer en niks minder. Is het dan ook een krent uit de pop? Ik vind van wel. Erwin Zijleman
cd LP