Ripe Dreams, Pipe Dreams van Cameron Avery wordt aangekondigd als het solodebuut van de muzikant die eerder in de psychedelische bands Pond en Tame Impala en de garagerock band The Growl speelde.
Dat wekt bepaalde verwachtingen met betrekking tot de eerste soloplaat van de Australische muzikant, maar deze verwachtingen komen op geen enkele manier uit.
Cameron Avery heeft zijn verleden in de psychedelica en de garagerock volledig achter zich gelaten en laat zich op Ripe Dreams, Pipe Dreams inspireren door crooners als Frank Sinatra en Dean Martin.
Het levert een plaat op die zich, zeker bij eerste beluistering, op het snijvlak van kunst en kitsch beweegt, maar na mijn eerste aarzelingen ben ik heel snel van deze plaat gaan houden.
Ripe Dreams, Pipe Dreams opent ingetogen met akoestische gitaren, bas, subtiele blazers en de gevoelige bariton van Cameron Avery, die direct laat horen dat zijn ambitie om als crooner aan de slag te gaan zeker realistisch zijn.
In de tweede tracks dreigt het allemaal net wat zoetsappig te worden met een overdaad aan strijkers, maar Cameron Avery trekt de song op het eind toch nog naar zich toe. Wanneer de Australiër in de derde track opeens met rauwe gitaren, stevig aangezette drums en aardedonkere vocalen op de proppen komt, is duidelijk dat Cameron Avery zeker geen one-trick pony is.
Invloeden van Frank Sinatra zijn absoluut hoorbaar op Ripe Dreams, Pipe Dreams, maar Cameron Avery blijft lang niet zo dicht bij zijn voorbeeld als Bob Dylan op zijn laatste twee platen. Hier en daar schuift de Australische muzikant op richting Johnny Cash en Lee Hazelwood, om vervolgens aan te haken bij crooners van recentere datum als Richard Hawley, Stuart Staples (Tindersticks), Gavin Friday, Nick Cave en Marc Almond.
Cameron Avery overtuigt op zijn solodebuut als zanger, maar overtuigt misschien nog wel meer met het brede palet aan stijlen dat hij op Ripe Dreams, Pipe Dreams bestrijkt. Een aantal van de songs op de plaat is honingzoet en blinkt stevig, maar Cameron Avery is ook niet vies van aardedonkere songs met een rauw en scherp randje, waarbij invloeden vooral uit de jaren 50, 60 en 70 lijken te komen.
Zijn stem sluit steeds prachtig aan bij de instrumentatie en deze instrumentatie is keer op keer wonderschoon. Door de variatie, maar uiteindelijk vooral door de mooie klanken en de zeer overtuigende zang, is Ripe Dreams, Pipe Dreams mij snel heel dierbaar geworden. Het solodebuut van Cameron Avery kan een donkere avond voorzien van stemmige kaarsen of juist bright lights, maar Ripe Dreams, Pipe Dreams is ook een soundtrack van de donkere nacht of de lome ochtend.
We hebben de afgelopen jaren een chronisch gebrek aan crooners als de hierboven genoemde muzikanten, maar Cameron Avery is er weer een. Zeker na de tweede track van Ripe Dreams, Pipe Dreams is het even doorbijten, maar vervolgens stijgt dit fraaie debuut keer op keer naar grote hoogten. Erwin Zijleman