Ik heb tot dusver een moeizame relatie met de platen van de Noorse singer-songwriter Thomas Dybdahl.
One Day You'll Dance For Me, New York City uit 2004 en Science uit 2006 vond ik echt prachtig; zijn andere platen ken ik niet of vond ik een stuk minder goed.
Omdat de nieuwe plaat van de Noorse muzikant vooralsnog niet heel positief wordt ontvangen, wilde ik The Great Plains eigenlijk laten liggen, maar op de valreep heb ik toch maar even naar de plaat geluisterd.
In de openingstrack verrijkt Thomas Dybdahl zijn lome en ingetogen folky songs met subtiele elektronische accenten en met veel minder subtiele elektronisch vervormde vocalen. Het laatste is voor veel liefhebbers van zijn oudere werk reden om direct af te haken, maar ik kan het als experiment wel waarderen en vond het gebruik van vervormde stemmen vorig jaar bij Lambchop zelfs zeer geslaagd.
Bij Thomas Dybdahl bevalt het me net wat minder, maar de elektronische impulsen die hij heeft toegevoegd aan zijn akoestische folk maakten me daarentegen wel nieuwsgierig naar de rest van de plaat. Op de rest van de plaat horen we de vervormde stem van Thomas Dybdahl gelukkig niet al te vaak meer terug, maar de elektronische impulsen houden de hele plaat aan. Ik vind het persoonlijk een aanwinst voor de muziek van de Noor.
De vaak subtiel maar zo nu en dan ook breed uitwaaiende elektronica brengt de lome en ingetogen songs van Thomas Dybdahl tot leven en geeft de songs iets zwoels of juist iets ongrijpbaars.
Natuurlijk sluit Thomas Dybdahl met de toegevoegde elektronica aan bij een heel legioen folkzangers op zoek naar een breder publiek, maar waar ik de mix van warme akoestische folk en kille elektronica over het algemeen kunstmatig en minder geslaagd vind, pakt het op The Great Plains wat mij betreft goed uit, mede omdat Thomas Dybdahl er in slaagt om de elektronica af en toe warm of zelfs broeierig te laten klinken, zeker wanneer hij ook nog eens vrouwenstemmen toevoegt.
De songs van de Noorse muzikant zijn op The Great Plains iets toegankelijker en lichtvoetiger dan we van hem gewend zijn en sluiten hier en daar aan bij de elektronische pop uit de jaren 80, maar ook hier blijft Thomas Dybdahl wat mij betreft aan de goede kant van de streep. De songs op de zevende plaat van de Noor vermaken en sprankelen, maar doen ook altijd dingen die je net niet verwacht.
Ik lees tot dusver nog niet heel veel positiefs over The Great Plains van Thomas Dybdahl, maar ik vind het echt een hele goede plaat en het is ook nog eens een plaat die nog een flinke tijd beter wordt. Het is bovendien een heerlijke soundtrack voor de ontluikende lente. Erwin Zijleman