Eind 2013 verscheen My Baby Loves Voodoo! van de Nederlandse band My Baby. Ik was zo onder de indruk van deze plaat dat hij een week later opdook in mijn jaarlijstje over 2013.
Ik heb de plaat voor de gelegenheid maar weer eens opgezet en werd direct weer weggeblazen door de broeierige mix van funk, soul, gospel, rock en blues. Het is een mix die ik destijds vergeleek met de muziek uit de hoogtijdagen van Sly & The Family Stone, Funkadelic, Mother’s Finest en Prince en dat is nogal wat voor een debuut (van een Nederlandse band).
In het voorjaar van 2015 verscheen de tweede plaat van My Baby, Shamanaid. Weer was ik diep onder de indruk en wederom werd het jaarlijstje gehaald, maar de tweede van My Baby was zeker geen herhalingsoefening. My Baby koos dit keer voor wat minder feest en wat meer bezwering en stopte bovendien meer invloeden uit de swamp-blues, dub en wereldmuziek in haar muziek en dat klonk fantastisch.
Inmiddels zijn we weer twee jaar verder en is het tijd voor de derde van My Baby. Op Prehistoric Rhythm verlegt de band wederom haar grenzen. De derde van My Baby borduurt absoluut voort op zijn twee voorgangers, maar legt ook weer flink andere accenten. Zo is er op Prehistoric Rhythm meer ruimte voor elektronica en zijn de invloeden uit de funk en de soul verrijkt met invloeden uit de moderne dansmuziek. Vergeleken met Shamanaid hebben de invloeden uit de wereldmuziek flink aan terrein gewonnen en hiernaast heeft My Baby de trippy psychedelica omarmd.
Het levert een uniek geluid op. Het bijzondere aan het geluid op Prehistoric Rhythm is dat My Baby werkelijk van alles door elkaar gooit en van de hak op de tak springt, maar het uiteindelijk nergens een zooitje wordt. Het ene moment word je beneveld door psychedelische klanken vol Oosterse en Arabische mystiek, het volgende moment zijn er de harde en stuwende beats van de westerse dansvloer.
Ondertussen strooit de Nieuw Zeelandse gitarist Daniel 'Dafreez' Johnston nog altijd volop met heerlijke bluesy gitaarriffs, zijn de ritmes van Joost van Dijck inventief en doeltreffend en imponeert Cato van Dijck met soulvolle vocalen die als een orkaan op je af kunnen komen, maar ook lieflijk kunnen strelen.
Persoonlijk vind ik Prehistoric Rhythm het interessantst wanneer het tempo wat lager ligt, de muziek flink bezwerend is, heel af en toe wordt geput uit de archieven van de triphop en vooral stevig wordt geëxperimenteerd met exotische invloeden, waaronder hier en daar ook nog een flinke impuls uit de Afrikaanse woestijnrock. Maar ook als My Baby kiest voor stuwende beats of moderne elektronica, blijft de muziek van de Amsterdamse band interessant en anders.
My Baby wist op Shamanaid de sterke punten van het debuut te behouden, maar wist ook te groeien en te vernieuwen. Met Prehistoric Rhythm herhaalt de band dit kunstje. Alles dat My Baby Loves Voodoo! en Shamanaid zo mooi en bijzonder maakte is ook te horen op de derde plaat van de band, maar wederom is My Baby gegroeid en heeft het haar al zo bijzondere geluid nog wat unieker gemaakt. Het plekje in mijn jaarlijstje is gereserveerd, maar een plaat als deze moet wat mij betreft ook de rest van de wereld gaan veroveren.
Er is de laatste weken veel gezeurd over de Nederlandse identiteit. Daarbij denk ik vooral aan spruitjes en “doe maar gewoon dan doe je al gek genoeg”. Geef mij de smeltkroes van My Baby maar. Wat een heerlijke plaat weer. Erwin Zijleman