Het derde album van Bear's Den viel me bij eerste beluistering gewoon vies tegen, maar hoe vaker ik naar het album luister hoe meer moois er aan de oppervlakte komt
Bear’s Den uit Londen maakte de afgelopen jaren twee geweldige en ook nog eens flink verschillende albums. Op het eerste album domineerde de op dat moment populaire banjo folk, op het tweede album zorgden 80s invloeden voor een geluid dat klaar leek voor de stadions. Het derde album wordt vooralsnog lauwtjes ontvangen en dat begrijp ik wel. Bij oppervlakkige beluistering komt het meer ingetogen geluid van Bear’s Den niet makkelijk tot leven of klinkt het zelfs wat saai. Luister wat beter en je hoort een aangenaam, maar ook spannend album dat steeds meer moois laat horen en dat bewijst dat Bear’s Den niet voor niets zo is bejubeld de afgelopen jaren.
De eerste twee albums van de Britse band Bear’s Den heb ik hoog zitten. Heel hoog zelfs. De band uit Londen vermengde op haar debuut Islands uit 2014 de banjo folk van een band als Mumford & Sons met de toegankelijke pop en rock van bands als Coldplay en Snow Patrol en de in artistiek opzicht veel interessante muziek van bands als Travis en Elbow.
Op het in 2016 verschenen Red Earth & Pouring Rain verdween de banjo naar de achtergrond en flirtte Bear’s Den opzichtig met invloeden uit de jaren 80. Een volgende band die stadions kan vullen leek geboren, maar op een of andere manier is Bear’s Den nog geen hele grote band geworden.
Omdat ik de eerste twee albums van de Britse band erg goed vond, was ik erg nieuwsgierig naar het derde album van Bear’s Den, waarop we best lang hebben moeten wachten. So That You Might Hear Me wordt vooralsnog ontvangen met lauwe recensies en ook ik vond het derde album van de band uit Londen bij eerste beluisteringen erg tegenvallen.
Zeker in de eerste twee tracks lijkt Bear’s Den wat opgeschoven richting een band als Snow Patrol. Daar is op zich niet zoveel mis mee, maar heel warm krijg ik het er ook niet van. Zeker in de eerste tracks op So That You Might Hear Me maakt Bear’s Den nog groots klinkende muziek, maar naarmate het album vordert, verruilt Bear’s Den de grandeur van het stadion steeds meer voor de intimiteit van de kleine concertzaal.
Met de meer ingetogen songs op de tweede helft van het album wist Bear’s Den me weer langzaam maar zeker voor zich te winnen en sindsdien bevalt So That You Might Hear Me me iedere keer weer net wat beter. Bear’s Den slaagt er nog altijd in om songs te schrijven die zich onmiddellijk opdringen, maar die ook de fantasie blijven prikkelen en het zijn songs die ook dit keer worden ingekleurd met een mooie maar ook avontuurlijke instrumentatie, waarin met name het contrast tussen elektronica en warme organische klanken steeds weer in positieve zin opvalt.
De meer ingetogen songs van het inmiddels tot een duo uitgedunde band bevallen me nog altijd het best, waar ook wanneer de stadion ambities de band weer opspelen, valt er na enige gewenning heel veel te genieten op het nieuwe album van Bear’s Den. De op het eerste gehoor wat vlak of zelfs saai klinkende songs komen langzaam maar zeker tot leven, waarna Bear’s Den steeds dichter in de buurt van het niveau van haar eerste twee albums komt.
De band uit Londen kiest op haar derde album weer voor een net wat ander geluid (waaruit de banjo’s inmiddels helemaal zijn verdwenen) en dat siert de band. So That You Might Hear Me heeft absoluut last van het succes van de eerste twee albums van de band, maar verdient een kans. Ik heb So That You Might Hear Me deze kans gegeven en daar ben ik blij om. So That You Might Hear Me bevat inmiddels een aantal songs die me dierbaar zijn en ik heb het idee dat daar nog wel wat songs bij gaan komen, inclusief de songs die me bij eerste beluistering nog zo tegenvielen. Erwin Zijleman