Volgende maand vieren we de twintigste verjaardag van Mellow Gold; het debuut van de Amerikaanse muzikant Beck. Mellow Gold liet twintig jaar geleden een fascinerende mix van stijlen horen, die terecht werd omarmd door een breed publiek en de critici. Wonderkind Beck combineerde op zijn bewierookte debuut folk en country met rock en psychedelica, maar sloeg ook een brug richting hip-hop en rap; destijds een nagenoeg onbetreden pad. Mellow Gold was al weer twintig jaar geleden een buitengewoon fascinerende en innovatieve lappendeken, maar blijkt bij hernieuwde beluistering maar weinig van zijn magie en kracht verloren. Beck zou in 1994 nog twee platen uitbrengen, maar het echte meesterwerk kwam in 1996 met Odelay; een plaat die nog een stuk veelzijdiger was dan het al zo veelkleurige debuut. De afgelopen jaren was Beck helaas een stuk minder productief als muzikant, zeker wanneer we zijn als bladmuziek uitgebrachte werk niet meerekenen, maar liet zich wel gelden als producer (onder andere voor Charlotte Gainsbourg). Met Morning Phase komt gelukkig een einde aan een stilte die zo’n 8 jaar heeft geduurd. Waar Beck op zijn vorige twee platen (Modern Guilt uit 2008 en vooral Guero uit 2005) vooral teruggreep op het geluid van Odelay, ligt Morning Phase nadrukkelijk in het verlengde van Sea Change uit 2002. Dat vind ik persoonlijk een pré, want Sea Change is zonder twijfel mijn favoriete Beck plaat tot dusver. Sea Change was 12 jaar geleden een uiterst ingetogen break-up plaat die herinneringen opriep aan enkele klassieke singer-songwriter platen uit het verre verleden, waaronder zeker een aantal platen van Nick Drake. Ook Morning Phase is een behoorlijk ingetogen plaat met een wat licht melancholische ondertoon, maar het is zeker geen kopie van Sea Change. Waar Beck op Sea Change muziek maakte vol donkere wolken, laat Morning Phase ook regelmatig de zon zien, wat beluistering van de plaat een stuk minder zwaar maakt. Waar Sea Change vooral een plaat voor de donkere avonden was, is Morning Phase er een voor de vroege ochtend (Beck zal de titel niet voor niets hebben gekozen). Het is net als Sea Change een plaat die zich nadrukkelijk laat inspireren door klassieke singer-songwriter platen van weleer. Waar op Sea Change de sombere overpeinzingen van Nick Drake domineerden, hebben deze op Morning Phase gezelschap gekregen van het veelkleurige palet van de platen van Syd Barrett, maar als Beck de folk tijdelijk verruild voor meer invloeden uit de country, zijn ook Neil Young en met name Gram Parsons niet heel ver weg. Op basis van het bovenstaande zou je kunnen concluderen dat Beck een plaat vol tijdloze retro heeft afgeleverd, maar Beck blijft gelukkig Beck. Morning Phase lijkt op het eerste gehoor een wat traditioneel aandoende folkplaat, maar het is ook een typische Beck plat geworden. Het stempel van de muzikant uit Los Angeles is dit keer misschien wat minder duidelijk en eigengereid, maar het is er echt. Wat verder opvalt zijn de prachtige productie, de stemmige instrumentatie en de fraaie arrangementen (Beck’s uitstapjes naar de mengtafel hebben zeker hun effect gehad), die Morning Phase nog net wat aangenamer en zonniger maken. Morning Phase lijkt, zeker voor Beck, een redelijk veilige en eenvoudige plaat, maar probeer hem maar eens te maken. Dat zal de meeste singer-songwriters niet lukken. Zelf schaar ik de plaat inmiddels onder mijn favoriete Beck platen aller tijden en misschien vind ik het zelfs wel de mooiste van het stel. Dat moet genoeg zeggen over de kwaliteit van Morning Phase. Erwin Zijleman