Ana Moura behoort tot de nieuwe lichting Portugese fado zangeressen, maar gaat inmiddels al weer een kleine 15 jaar mee.
In die 15 jaar maakte ze vijf platen die behoren tot het beste dat de Portugese fado momenteel te bieden heeft en ook op plaat nummer 6 maakte ze haar reputatie weer meer dan waar.
In tegenstelling tot soort- en tijdgenoten als Misia en Mariza, laat Ana Moura zich niet uitsluitend leiden door de rijke tradities van de Portugese Fado, maar durft ze de fado die ze als kind met de paplepel kreeg ingegoten ook te vernieuwen.
Voor Moura werkt de Portugese zangeres voor de tweede keer samen met de Amerikaanse sterproducer Larry Klein(Joni Mitchell, Madeleine Peyroux en vele anderen). Dat is een opvallende keuze. Larry Klein weet als geen ander hoe een goede singer-songwriter plaat moet klinken, maar van fado zal hij waarschijnlijk weinig kaas gegeten hebben.
Erg is dat niet, want de onverwachte samenwerking levert een bijzonder geluid op, waarin Ana Moura wel degelijk stevig citeert uit de archieven van de traditionele Portugese fado, maar ook aansluit bij het instrumentarium en de producties waarmee Larry Klein zijn sporen in de muziek heeft verdient.
Moura klinkt hierdoor veel moderner dan de meeste andere fado platen die ik in de kast heb staan, maar het is zeker geen plaat die klinkt of Ana Moura haar ziel aan de duivel heeft verkocht. Met name de emotievolle vocalen op de plaat zijn niet heel ver verwijderd van de groten uit de geschiedenis van de fado en maken indruk, zeker wanneer Ana Moura nog net wat meer passie en emotie in haar stem legt.
Het zijn vocalen die fraai kleuren bij de instrumentatie, die wat betreft het snarenwerk nog redelijk aansluit bij de traditionele fado, maar verder een wat voller en veelzijdiger geluid laat horen, waarin ook ruimte is voor invloeden uit de folk en de jazz.
Het biedt Ana Moura de mogelijkheid om buiten de gebaande paden van de traditionele Portugse fado te treden. Moura bevat zelfs een Engelstalige song en ook met haar versie met het al door Jan en alleman vertolkte Lilac Wine maakt Ana Moura makkelijk indruk. Het meest aansprekend zijn echter de songs in het Portugees waarin Ana Moura haar ziel bloot legt en je tot op het bot kan raken met prachtige vocalen.
Moura is net uit in Nederland en dreigt wat tussen wal en schip te vallen omdat liefhebbers van traditionele fado het te modern vinden en liefhebbers van singer-songwriters zich laten afschrikken door de invloeden uit de Portugese muziek. Het is jammer, want Moura is eigenlijk een plaat waarop alles klopt en die overloopt van gevoel. Ik heb er stevig van leren houden en hou Ana Moura vanaf dit moment weer in de gaten. Moura is intussen de perfecte soundtrack voor broeierige zomeravonden. Erwin Zijleman