13 december 2017

QTY - QTY

Niets nieuws onder de zon was mijn eerste gedachte bij beluistering van het titelloze debuut van QTY, maar op een of andere manier raakte ik in no time gesteld op het debuut van de band uit New York. 

QTY komt voort uit de mij onbekende band Grand Rapids en is geformeerd rond gitaristen en vocalisten Dan Lardner en Alex Niemetz (v). 

De twee namen een paar jaar geleden een paar demo’s op in San Francisco en kregen onmiddellijk een platencontract aangeboden. Dat de platenmaatschappij vertrouwen heeft in QTY blijkt ook wel uit het feit dat niemand minder dan Bernard Butler (ook bekend als de eerste gitarist van Suede en als de helft van het onderschatte duo McAlmont & Butler) werd gestrikt voor de productie van het debuut van de band. 

QTY klinkt bij eerste beluistering als een mix van Lou Reed en The Strokes, wat betekent dat de refreinen aanstekelijk zijn en de zang wat onderkoeld klinkt. QTY is er in geslaagd om het beste van beide werelden te verenigen en een aantal decennia New Yorkse popmuziek samen te brengen. De songs van QTY zijn net zo aanstekelijk en onweerstaanbaar als die van The Strokes, maar klinken net zo urgent als de songs die Lou Reed het grootste deel van zijn carrière heeft gemaakt. 

Dan Lardner en Alex Niemetz hadden naar verluid een voorliefde voor rauwe garagerock en punky hooks, maar Bernard Butler heeft de muziek van de New Yorkse band ook voorzien van een popinjectie. Luisteren naar het debuut van QTY roept niet alleen associaties op met het imposante oeuvre van Lou Reed en het memorabele debuut van The Strokes, maar doet me ook met grote regelmaat denken aan de muziek van de Britse band Pulp. 

Bernard Butler heeft de wat grauwe klanken uit de oefenkelder in New York verder hier en daar voorzien van zonnige koortjes en breed uitwaaiende gitaarpartijen met hier en daar een vleugje glamrock. Het zorgt ervoor dat het debuut van QTY niet alleen donker en catchy klinkt, maar ook een echte feelgood plaat is. 

Toen ik de plaat een paar keer had gehoord zaten vrijwel alle songs in mijn hoofd, genoot ik van de geweldige refreinen en melodieën, was ik onder de indruk van de heerlijke gitaarlijnen van de band en enthousiast over de aan Lou Reed herinnerende vocalen van Dan Lardner. 

Het zijn vocalen die luchtiger klinken dan die van de zo legendarische stadgenoot (die helaas niet meer onder ons is), wat deels de verdienste is van Alex Niemetz, die bijzonder aangenaam klinkende vrouwenvocalen met een 60s feel toevoegt aan het geluid van QTY. 

Het debuut van QTY doet direct bij de eerste noten aan van alles en nog wat denken en klinkt daarom als oude wijn in nieuwe zakken, maar naarmate je de plaat vaker hoort valt op dat Dan Lardner en Alex Niemetz wel degelijk andere ingrediënten hebben toegevoegd, waardoor het debuut van de New Yorkse band aangenamer en aangenamer wordt. 

Ik ben er nog niet uit of het een guilty pleasure is of een echte, maar zolang de muziek van QTY zorgt voor een brede glimlach ben ik vooral heel blij met deze plaat. Erwin Zijleman