Het debuut van The Japanese House opent groots en aanstekelijk, maar wordt steeds intiemer, introspectiever, diepgravender en interessanter
The Japanese House heeft een plaat gemaakt die zich voorzichtig laat beïnvloeden door dreampop van weleer, maar geeft vervolgens een geheel eigen draai aan deze muziek uit de jaren 90. De plaat opent groots, maar wordt naarmate het tempo omlaag gaat steeds interessanter. Langzaam maar zeker ontvouwt zich een indringende breakup plaat, die steeds dieper graaft en steeds mooier wordt. Het alter ego van de Britse Amber Bain heeft zeker geen makkelijke plaat gemaakt, maar neem er de tijd voor en Good At Falling wordt mooier en mooier.
The Japanese House is het alter ego van de Britse singer-songwriter Amber Bain. De muzikante uit Londen overtuigde eerder al met een serie prima EP’s en singles en nu is er dan het volwaardige album.
Good At Falling opent met een intro met erg veel elektronica en autotune, maar wanneer de echte openingstrack Maybe You’re The Reason uit de speakers komt, is duidelijk dat The Japanese House haar mix van dreampop en elektronica is trouw gebleven.
Ik heb persoonlijk een enorm zwak voor dreampop, maar vind ook dat het genre de afgelopen decennia wel erg is uitgemolken en vooral voortborduurt op de muziek die de pioniers binnen het genre in de jaren 90 maakten.
De muziek van The Japanese House bevat onmiskenbaar ingrediënten uit de dreampop, maar klinkt ook totaal anders dan de muziek van de pioniers uit de jaren 90. De muziek van het alter ego van Amber Bain is loom en dromerig, verleidt hier en daar met engelachtige zang en combineert flink wat elektronica met hier en daar mooie gitaarlijnen, maar vergeleken met de dreampop van weleer klinkt de muziek van The Japanese House een stuk moderner.
Good At Falling zet wat modernere elektronica in en flirt wat nadrukkelijker met invloeden uit andere genres, maar verrast toch ook steeds weer met flarden dreampop. Amber Bain kan prima uit de voeten als dreampop zangeres, maar zet haar stem op meerdere manieren in, waardoor haar debuut net zo makkelijk folky als meer dance-georiënteerd kan klinken.
Zeker de eerste tracks op de plaat klinken wel erg aanstekelijk, hitgevoelig en groots, maar Good At Falling is zeker niet zo’n makkelijke plaat als het in eerste instantie lijkt. Amber Bain kan in de wat grootser klinkende songs mee met de popprinsessen uit de electropop van het moment, maar is ook een stuk eigenzinniger en graaft een stuk dieper met haar muziek dan de meeste van haar soortgenoten.
Ook in tekstueel opzicht is Amber Bain haar soort- en leeftijdsgenoten ver voor. Good At Falling is een indringende plaat over liefde en verlies, die door de teksten wordt voorzien van een donkere onderlaag, vooral wanneer het einde van haar relatie met folkie Marika Hackman wordt bezongen.
De plaat, die samen met George Daniel en Matty Healy van The 1975 en producer BJ Burton werd gemaakt opent met een aantal groots en meeslepend klinkende songs, maar wordt interessanter wanneer Amber Bain na een aantal tracks gas terugneemt en kiest voor intiemere en persoonlijkere songs. Het zijn songs die overlopen van emotie en die in muzikaal opzicht interessante terreinen verkennen. Het zijn bovendien songs die in vocaal en muzikaal opzicht de fantasie prikkelen en die ontroeren.
Het zijn geen songs die zich onmiddellijk opdringen, maar wanneer je ze vaker hoort worden ze alleen maar interessanter. Liefdesbreuken leveren wel vaker memorabele platen of zelfs klassiekers op. Good At Falling van The Japanese House valt voorlopig in de eerste categorie, maar de rek is er voorlopig nog niet uit. Erwin Zijleman