Precies 40 jaar na de release van haar debuut komt Pretenders op de proppen met een nieuw album dat net zo fris, energie en aanstekelijk klinkt als dit debuut
In 1980 hadden we premiers van Agt en Thatcher en presidenten Brezjnev en Carter. Björn Borg won Wimbledon, Joop Zoetemelk de Tour de France en Beatrix werd koningin. In 1980 verscheen ook het debuut van de Britse band Pretenders. Bijna al het bovengenoemde kennen we alleen nog uit de geschiedenisboekjes, maar de Pretenders zijn er nog steeds en leveren met Hate For Sale een album af dat niet alleen herinnert aan het veertig jaar oude debuut, maar er ook gewoon toe doet. Tien songs staan er op en een flink aantal ervan durf ik best memorabel te noemen. Frontvrouw Chrissie Hynde nadert de 70, maar van slijtage is geen enkele sprake. Zeer bewonderenswaardig, maar ook een heerlijk album.
Luister naar de openingstrack en titeltrack van het nieuwe album van Pretenders en je waant je in 1978. Het is het jaar waarin de Britse band wordt geformeerd en het zomaar de punky titeltrack van Hate For Sale zou kunnen hebben opgenomen. Het klinkt nog net wat rauwer dan de songs op het titelloze debuut uit 1980, dat vervolgens werd geperfectioneerd op Pretenders II uit 1981 en Learning To Crawl uit 1984.
Het zijn albums die mooie herinneringen oproepen, maar het zijn ook albums waarop het deze week verschenen Hate For Sale bijna naadloos aansluit. Het is een buitengewoon knappe prestatie. Het debuut van Pretenders is dit jaar immers precies 40 jaar oud en dat is een leeftijd waarop het maar weinig bands gegeven is om net zo fris en aanstekelijk te klinken als op hun debuut.
Het is een debuut dat werd gevolgd door het noodlot, want in de eerste jaren van de band overleden bassist Pete Farndon en gitarist James Honeyman-Scott aan een overdosis. Op Hate For Sale wordt zangeres Chrissie Hynde herenigd met drummer van het eerste uur Martin Chambers, waardoor de helft van de oorspronkelijke bezetting in ere is hersteld. De frontvrouw van de band viert later dit jaar haar 69e verjaardag, maar op Hate For Sale klinkt Chrissie Hynde nog net zo gedreven als in haar jonge jaren en lijkt de tand des tijds geen vat te hebben gehad op haar stembanden.
Met Hate For Sale heeft de Britse band een album gemaakt dat nagenoeg perfect aansluit op de inmiddels tot klassiekers uitgegroeide eerste drie albums van de band. Dat hoor je het best in de wat meer uptempo rocksongs op het album, maar ook als Pretenders kiest voor een wat meer ingetogen geluid of een snufje reggae is het eerder 1980 dan 2020.
Natuurlijk zijn die geweldige albums van lang geleden niet te evenaren of zelfs maar te benaderen, maar ik vind Hate For Sale toch beter dan directe voorgangers Alone uit 2016 en Break Up The Concrete uit 2008 en die waren zeker niet slecht. Hate For Sale is zelfs veel beter dan de albums die Pretenders gedurende de jaren 90 maakte en ook het solowerk van Chrissie Hynde klonk lang niet zo urgent als de songs op Hate For Sale.
Het nieuwe album van Pretenders is een mooie trip langs Memory Lane met alle associaties die het album oproept met de klassiekers van de band, maar het is ook een album vol aanstekelijke en memorabele songs. Het is bovendien een album zonder poespas. Heerlijk gitaarwerk, een degelijke ritmesectie, wat verdwaalde synths en natuurlijk die uit duizenden herkenbare stem van Chrissie Hynde. Meer is er niet nodig om genadeloos te vermaken.
Ook de speelduur is er een zonder opsmuk. 10 prima songs in een half uur, het is niet veel, maar het is voor mij wel genoeg, al is het maar omdat je de voor het merendeel uitstekende songs op Hate For Sale na een half uur best nog een keer wilt horen.
Al met al een diepe buiging voor Chrissie Hynde, die ons op Hate For Sale niet alleen nog maar eens herinnerd aan haar niet te onderschatten bijdrage aan de Britse popmuziek uit de jaren 80, maar er ook in slaagt om met een serie nieuwe songs op de proppen te komen die je alleen maar heel vrolijk kunnen maken en die hier in ieder geval nog vaak terug gaan keren. Erwin Zijleman