Op basis van de singles werden al grootse daden verwacht van Royel Otis, maar Otis Pavlovic en Royel Maddell doen het nog beter dan verwacht en vermaken meedogenloos met een serie bijzonder lekkere popsongs. Het zijn songs die aan van alles doen denken, maar het duo uit Sydney vermengt al deze invloeden in een eigen sound, die prachtig is vastgelegd door topproducer Dan Carey. PRATTS & PAIN is een album waar je alleen maar heel vrolijk van kunt worden, maar het is ook een knap in elkaar stekend album, dat niet alleen vermaakt, maar dat je ook weet te verrassen. Een enorme aanwinst voor de zomerfestivals, maar ook het debuutalbum van Royel Otis mag er zijn.
Het Australische duo Royel Otis trok eerder dit jaar nog de aandacht met een bijzondere versie van Murder On The Dancefloor van Sophie Ellis-Bextor, die liet horen dat de twee jonge honden uit Sydney nog een stuk veelzijdiger zijn dan we al wisten. Deze week is het debuutalbum van Royel Otis verschenen en door een serie geweldige singles waren de verwachtingen op zijn minst torenhoog. Het is jammer dat de eerdere singles van het Australische duo ontbreken op PRATTS & PAIN, maar we mogen ons ook heel gelukkig prijzen met maar liefst dertien gloednieuwe songs.
Royel Otis is zoals gezegd een Australisch duo en bestaat uit zanger Otis Pavlovic en gitarist Royel Maddell. Op PRATTS & PAIN jaagt het tweetal er in veertig minuten dertien bijzonder aanstekelijke popsongs doorheen. Het zijn van die zeldzame popsongs die je na één keer horen mee kunt zingen en die ook na vijftig keer horen nog fris klinken. Het zijn popsongs zoals The Strokes ze maakten op het debuutalbum Is This It uit 2001 (bijna niet te geloven dat dit album komende herfst al 23 jaar oud is), maar denk ook aan het titelloze debuutalbum van Franz Ferdinand uit 2004, aan Oracular Spectacular van MGMT uit 2008 en aan Innerspeaker van Tame Impala uit 2010. Zo kan ik nog wel wat namen noemen, maar er zijn niet veel bands die zo’n veelzijdig en goed debuutalbum hebben gemaakt als Royel Otis met PRATTS & PAIN.
Otis Pavlovic en gitarist Royel Maddell verruilden Sydney het afgelopen jaar voor de nieuwe thuisbasis Londen en vonden in de lokale pub PRATTS & PAIN de inspiratie voor hun debuutalbum. Als producer kozen ze voor Dan Carey, die de afgelopen jaren werkte met onder andere Franz Ferdinand, Fontaines D.C., Goat Girl en Wet Leg en wiens studio vlak bij de pub waarnaar het debuutalbum van Royel Otis is vernoemd is gelegen.
Het album opent met twee bijzonder aanstekelijke uptempo songs vol aanstekelijke gitaarloopjes, subtiele synths en het aangename stemgeluid van Otis Pavlovic. Royel Otis had van mij een album vol met dit soort uptempo tracks kunnen maken, maar als het tweetal in de derde track wat gas terug neemt hoor je dat ze verrassend veelzijdig zijn. De ritmes worden interessanter, het eerder genoemde vergelijkingsmateriaal verdwijnt wat uit beeld en het tempo ligt lager, maar de muziek van Royel Otis blijft verslavend en garant staan voor een goed gevoel.
Zeker met de uptempo tracks is PRATTS & PAINS van Royel Otis een echt feelgood album, maar de songs van het Australische duo zijn niet alleen onweerstaanbaar lekker, maar ook interessant. Het zijn songs die putten uit de powerpop en de indierock, maar ik hoor af en toe ook wel wat subtiele invloeden uit de postpunk en met name wanneer de synths domineren net wat minder subtiele invloeden uit de neo-psychedelica.
Het klinkt allemaal zo aanstekelijk dat je bijna vergeet te luisteren naar alle bijzondere ingrediënten in de muziek van Royel Otis. Het tweetal loopt met zevenmijlslaarzen door de muziekgeschiedenis en laat zich net zo makkelijk door The Beatles als door het eerder genoemde Wet Leg inspireren. PRATTS & PAINS geeft je humeur een enorme boost, zelfs op zo’n dag waarop het alleen maar regent, maar ondertussen blijf je je verbazen over al het moois dat Otis Pavlovic en Royel Maddell hebben verstopt op hun zo geslaagde debuutalbum. Erwin Zijleman