Ik heb weinig tot niets met Nederlandstalige muziek en had dan ook geen hoge verwachtingen van het langverwachte debuut van Roosbeef. Na Ze Willen Wel Je Hond Aaien Maar Niet Met Je Praten een aantal malen gehoord te hebben, kan ik echter alleen maar concluderen dat de singer-songwriter, die inmiddels al weer een aantal jaren geleden de Grote Prijs van Nederland in de categorie singer-songwriters won, een verrassend sterk debuut heeft afgeleverd. Een debuut waarop Roosbeef zich gelukkig niet heeft laten verleiden tot het maken van de pretentieuze kleinkunst popliedjes waarmee de Nederlandstalige popmuziek bezaaid is. Voor Ze Willen Wel Je Hond Aaien Maar Niet Met Je Praten benaderde Roosbeef producer Tom Pintens (Zita Swoon) en Voicst-voorman Tjeerd Bomhof en dat blijkt een verstandige keuze. Ze Willen Wel Je Hond Aaien Maar Niet Met Je Praten is een echte popplaat die ver blijft van pretentieus geneuzel. De muzikanten waarmee Roosbeef zich heeft omringd kunnen uit de voeten in meerdere genres en zorgen voor een gevarieerd en smaakvol klankentapijt dat varieert van sober en ingetogen tot tegendraads en uitbundig. Een klankentapijt dat uitstekend kleurt bij de opvallende stem van Roosbeef en haar volstrekt unieke popliedjes. Popliedjes die zijn voorzien van persoonlijke teksten vol leed en wanhoop, die zo overtuigend worden voorgedragen dat je iedere woord van Roosbeef gelooft. Ze Willen Wel Je Hond Aaien Maar Niet Met Je Praten is een plaat die je weet te raken. Een plaat die op het eerste gehoor vooral charmant en origineel klinkt, maar die vervolgens snel uitgroeit tot een singer-songwriter plaat van hoog niveau. Roosbeef is hier en daar inmiddels uitgeroepen tot de vrouwelijke evenknie van Spinvis, maar hiermee doe je beiden tekort. Roosbeef is een uniek talent dat met Ze Willen Wel Je Hond Aaien Maar Niet Met Je Praten bewijst dat Nederlandstalige muziek niet altijd tenenkrommend hoeft te zijn. Erwin Zijleman