In de herfst van 2004 horen we voor het eerst van de uit Nashua, New Hampshire, afkomstige singer-songwriter Ray LaMontagne. Zijn door Ethan Johns (Ryan Adams, Tift Merritt, Kings Of Leon) geproduceerde debuut Trouble wordt de hemel in geprezen door de critici en wordt omhelst door liefhebbers van Amerikaanse rootsmuziek. Trouble is zes jaar na dato nog altijd een briljante plaat; iets wat eigenlijk ook, en misschien zelfs nog wel in sterkere mate, geldt voor opvolgers Til The Sun Turns Black uit 2006 en Gossip In The Grain uit 2008. Op alle drie de platen staan de geweldige stem van Ray LaMontagne en de productionele vaardigheden van Ethan Johns centraal, maar ze klinken alle drie anders. Waar Trouble aansluit bij de gangbare rootsy singer-songwriter platen, laat Til The Sun Turns Black een atmosferisch en indringend geluid horen, terwijl Gossip In The Grain juist kiest voor een licht en veelzijdig geluid dat alle kanten op schiet. Op het samen met LaMontagne’s band The Pariah Dogs gemaakte God Willin' & The Creek Don't Rise is voor het eerst geen rol weggelegd voor Ethan Johns, maar de fantastische stem van Ray LaMontagne is gelukkig gebleven. Ook op God Willin' & The Creek Don’t Rise verenigt de Amerikaan weer het beste van Sam Cooke, Van Morrison en Tim Buckley en maakt hij indruk met even rauwe als soulvolle vocalen. De kwaliteit van de band is eveneens dik in orde. Pedal steel virtuoos Greg Leisz speelt zoals altijd de sterren van de hemel, gitarist Eric Heywood (Son Volt) kan in vele genres uit de voeten en de uit sessiemuzikanten Jay Bellerose (drums) en Jennifer Condos (bas) bestaande ritmesectie combineert degelijkheid en inventiviteit. De kwaliteit van de songs is zoals altijd op niveau, waardoor ook God Willin' & The Creek Don't Rise de boeken in kan als een prima Ray LaMontagne plaat. Het bij Ray LaMontagne thuis opgenomen God Willin' & The Creek Don't Rise is een ontspannen plaat met songs vol nogal uiteenlopende rootsinvloeden. De plaat opent met een flinke dosis funk, maar concentreert zich hierna vooral op invloeden uit de folk, country en soul; invloeden die ook op Trouble centraal stonden. Ondanks alle kwaliteit mist God Willin' & The Creek Don't Rise een deel van de magie van zijn voorgangers. Waar de productie van Ethan Johns altijd garant stond voor de slagroom op de taart, moet God Willin' & The Creek Don't Rise het hebben van de spontaniteit en het ontspannen gevoel van Ray LaMontagne’s debuut als producer. Het is een heel klein smetje op een desondanks nog altijd bovengemiddeld goede plaat. Erwin Zijleman