Precies een jaar geleden ontdekte ik via een jaarlijstje van een lezer van deze BLOG Naked van de Ierse singer-songwriter Eleanor McEvoy.
Eleanor McEvoy vond op Naked een deel van haar eerdere werk opnieuw uit en deed dat op bijzonder indrukwekkende en fraaie wijze.
Het was voor mij een hernieuwde kennismaking met de muziek van Eleanor McEvoy, die ik vooral kende van haar uit 1997 stammende en titelloze debuut, waarop ook de bescheiden hit Only A Woman’s Heart te vinden was.
Vorige week ontving ik van dezelfde lezer van mijn BLOG het jaarlijstje over 2017 en tot mijn grote verbazing trof ik er wederom een plaat van Eleanor McEvoy in aan. The Thomas Moore Project verscheen afgelopen zomer en is gestoken in een goedkoop aandoende hoes. Achter de eenvoudige hoes gaat echter een zeer ambitieus project schuil.
Eleanor McEvoy bewerkt op haar laatste plaat werk van de Ierse dichter, schrijver en songwriter Thomas Moore. Deze Thomas Moore leefde tussen 1779 en 1852 en schreef bekende Ierse folksongs als The Minstrel Boy en The Last Rose of Summer. Beide songs zijn te vinden op The Thomas Moore Project, maar Eleanor McEvoy vond er nog negen en het zijn songs van grote schoonheid.
Het verwerken van stokoude volksliedjes levert vaak wat oubollige platen op, maar dit predicaat is zeker niet van toepassing op de laatste plaat van Eleanor McEvoy. De gelouterde Ierse singer-songwriter vertolkt de fraaie teksten van Thomas Moore immers op eigentijdse wijze.
Dit eigentijdse zit vooral in de instrumentatie die opvallend warm en sfeervol klinkt. Voor deze instrumentatie deed Eleanor McEvoy een beroep op de keyboards van de van The Beautiful South bekende Damon Butcher, de bugel van klassiek Eamonn Nolan en op een prachtig spelende ritmesectie. Zelf voegt de Ierse muzikante gitaar, piano en uiteraard haar uit duizenden herkenbare vocalen toe.
Eleanor McEvoy viel direct in 1997 al op door haar mooie en warme stem en het is een stem die in de afgelopen twintig jaar alleen maar mooier en indringender is geworden. De bijzondere stem van de in Dublin geboren maar tegenwoordig in Wexford wonende muzikante, zorgt samen met de prachtige instrumentatie voor het spreekwoordelijke warme bad en het is een warm bad waarin de fraaie songs van de Thomas Moore uitstekend tot zijn recht komen.
Het levert een plaat op die niet onder doet voor het prachtige Naked uit 2016 en die nog maar eens laat horen dat Eleanor McEvoy na haar debuut ten onrechte in vergetelheid is geraakt bij het grote publiek.
Het verwerken van songs van een dichter uit de 18e en 19e eeuw lijkt op voorhand misschien iets voor de fijnproevers, maar The Thomas Moore Project is wat mij betreft voor een veel breder publiek interessant. Zeker wanneer de avonden koud en donker zijn is de laatste plaat van Eleanor McEvoy er immers een om te koesteren en te bewonderen.
Een jaar geleden kondigde ik na het recenseren van Naked aan dat ik Eleanor McEvoy weer beter in de gaten ging houden. Van die belofte is helaas niet veel gekomen, maar gelukkig kan ik dankzij de jaarlijst van een wel oplettende lezer alsnog genieten van deze mooie en bijzondere plaat van een singer-songwriter, die nog maar eens laat horen dat ze nog altijd tot de smaakmakers in het genre behoort. Erwin Zijleman