John Oates kende ik tot voor kort uitsluitend van het duo Hall & Oates, dat in de jaren 70 en 80 een aantal wereldhits scoorde, maar ook een aantal respectabele platen afleverde.
Bij Hall & Oates stond John Oates altijd wat in de schaduw van Daryl Hall, die met zijn soulvolle strot en als dominante frontman verreweg de meeste aandacht trok.
Dat ook John Oates flink wat te bieden heeft, laat hij echter horen op het onlangs verschenen Arkansas.
Ik had het bijna het solodebuut van John Oates genoemd, maar de muzikant uit New York blijkt al een aardig stapeltje soloplaten op zijn naam te hebben staan, waarvan bij snelle beluistering vooral Mississippi Mile uit 2011 interessant lijkt (en ik ook wel wat platen ben tegengekomen die totaal niet interessant zijn overigens).
Mississippi Mile is een plaat die wel wat raakvlakken heeft met Arkansas, want ook op zijn nieuwe plaat duikt John Oates diep in de archieven van de Amerikaanse rootsmuziek uit met name het Zuiden van de Verenigde Staten.
Dat lijkt een verrassende stap voor een muzikant die toch vooral bekend is geworden met de pure radiopop van Hall & Oates, maar dat is het niet. Ook op zijn eerste soloplaat, die van voor de successen van Hall & Oates stamt, etaleerde John Oates al nadrukkelijk zijn liefde voor onder andere de folk en dat doet hij ook op Arkansas.
Arkansas laat zich beïnvloeden door folk, jazz, soul, gospel en met name blues uit het begin van de vorige eeuw en eert nadrukkelijk de oude blueshelden van John Oates. Arkansas bevat flink wat covers, maar John Oates voegt ook een aantal eigen songs toe en het knappe is dat deze nauwelijks opvallen tussen de songs die zo zijn weggelopen uit een heel ver verleden.
John Oates mist in vocaal opzicht de soul en de power van zijn voormalige collega Daryl Hall, maar de wat ruwe en doorleefde vocalen passen prima bij het vooral bluesy repertoire op de plaat.
Het is bluesy repertoire waarin de gitaren en andere snareninstrumenten van zijn prima band The Good Road Band de hoofdrol spelen en tekenen voor het ene na het andere memorabele moment van gitaar, mandoline, pedal steel, cello of accenten van de eveneens zeer verdienstelijk spelende ritmesectie.
Het past allemaal prachtig bij de wat krakerige strot van John Oates, die op Arkansas moeiteloos de ene na de andere bluessong naar zijn hand zet en in muzikaal en productioneel opzicht raakt aan de eerste platen van Daniel Lanois (en aan die van J.J. Cale om nog maar eens een naam te noemen).
Arkansas moet het hebben van zijn authenticiteit en dat kun je aan John Oates wel toevertrouwen. Arkansas is hoorbaar met veel respect en liefde gemaakt en is een plaat die zich steeds nadrukkelijker opdringt en meer verdient dan een rol op de achtergrond, wat niet betekent dat de plaat niet bijzonder lekker klinkt op de achtergrond.
John Oates kreeg in het verleden misschien niet altijd het respect dat hij als muzikant verdiende, maar met Arkansas dwingt hij dit respect vol overtuiging af. Het aanbod van het moment is groot, maar dit is een van de platen die er bovenuit steekt deze week. Erwin Zijleman