À l'Évidence van Clou begint met wat oohs en ahhs en warme akoestische gitaarakkoorden, die je direct naar de lentezon in Parijs verplaatsen. De verleiding is compleet wanneer Anne-Claire Ducoudray, de vrouw achter Clou, begint te zingen. Het is een verleiding die pas stopt wanneer het album er op zit, want À l'Évidence staat vol met van die Franse popliedjes die je alleen maar wilt koesteren. Het zijn popliedjes die genoeg hebben aan een betrekkelijk sobere akoestische instrumentatie en de mooie stem van Clou. De verleiding van Clou is ook nog eens verre van tijdelijk, want À l'Évidence is een album dat beter wordt wanneer je het vaker hoort. Veel Franse popmuziek valt me op het moment wat tegen, maar dit is heerlijk.
Met enige regelmaat verlang ik naar een album van een Franse zangeres die me hetzelfde gevoel geeft als de lentezon of een nazomerzon in Parijs me kan geven. Dat soort albums lijken de laatste tijd helaas wat schaars. Veel Franse zangeressen kiezen op het moment voor een nogal bombastische variant van het Franse chanson en veel vaker nog voor wat goedkoop klinkende elektropop voor op de dansvloer.
Gelukkig kwam ik deze week eindelijk weer eens een album tegen dat wel aan mijn verwachtingen en verlangens voldoet. Het gaat om À l'Évidence van de Franse zangeres Clou, die eerder dit jaar ook al was te horen op het helaas onderschatte en ook door mij over het hoofd geziene album van Tom McRae. À l'Évidence is het tweede album van Clou, wat het alter ego is van de in Parijs geboren en getogen Anne-Claire Ducoudray.
Ik weet helaas niet veel over Clou of over haar nieuwe album, maar weet wel dat À l'Évidence precies is wat ik nodig heb wanneer het gaat om Franse muziek. De muzikante uit Parijs doet het grotendeels zonder elektronica en heeft de songs op haar album voorzien van vooral akoestische klanken. De meeste songs op À l'Évidence moeten het doen met een akoestische gitaar of een piano, wat subtiele percussie en wat strijkers of subtiele elektronica op de achtergrond.
In het Engelse taalgebied zou het etiket folk(pop) worden geplakt op het tweede album van Clou en dat is ook een etiket dat past op À l'Évidence, al is het wel folk(pop) met een Franse inslag. De folksongs van Anne-Claire Ducoudray zijn zacht, intiem en zwoel en komen vooral dromerig over. De warme akoestische klanken passen prachtig bij de zachte en zwoele stem van de Franse muzikante, maar Clou is zeker niet het zoveelste Franse zuchtmeisje dat wat achteloos zingt bij lome klanken. Anne-Claire Ducoudray is een prima zangeres die haar songs met veel verleiding maar ook met veel gevoel vertolkt.
Als ik À l'Évidence door de oortjes laat komen krijgen de Leidse straten en parken onmiddellijk meer grandeur en weet ik dat het weer eens tijd is voor een bezoekje aan Parijs. À l'Évidence is op hetzelfde moment een heerlijk album om de nazomer nog even mee vast te houden, want alle songs op het album klinken even warm en zonnig (en als er al een melancholische boodschap in de songs op het album zit versta ik die toch niet).
Ik beluister bijna wekelijks albums van Franse zangeressen, maar na vele teleurstellingen, ook van zangeressen die ik hoog heb zitten, is het met À l'Évidence van Clou eindelijk weer eens raak. À l'Évidence is een album vol zoete verleiding, maar nu ik het album een paar keer heb gehoord, hoor ik ook dat Anne-Claire Ducoudray een serie prima songs heeft geschreven. Het zijn songs die ook een enkele keer flirten met de Franse hitlijsten, maar Clou doet dit veel subtieler dan de zangeressen die ik de laatste weken voorbij heb horen komen.
Het eerste album van Clou heb ik in 2022 niet opgemerkt, maar na beluistering van het uitstekende À l'Évidence durf ik al wel voorzichtig te concluderen dat liefhebbers van folky Franse popmuziek zonder al te veel traditie en zonder pompeuze elektronica en beats er weer een zangeres bij hebben die maar beter goed in de gaten gehouden kan worden. Clou is de naam. Erwin Zijleman