Ondanks het feit dat ik zeker geen liefhebber ben van R&B, was ik ruim drie jaar geleden zeer onder de indruk van The ArchAndroid van Janelle Monáe. The ArchAndroid was ook zeker geen typische R&B plaat, maar een buitengewoon veelzijdige plaat waarop de meest uiteenlopende invloeden op razend knappe wijze aan elkaar werden gesmeed. Invloeden uit de R&B maakten hier zeker deel van uit, maar ik hoorde drie jaar geleden ook invloeden uit de soul, funk, pop, hip hop, reggae, rap, psychedelica, new wave, synthpop, blues, triphop, Afrikaanse muziek en rock en ben er destijds vast nog wel wat vergeten. The ArchAndroid wist net als de betere platen van bijvoorbeeld Prince, Jimi Hendrix en Stevie Wonder de grenzen van de zwarte muziek op alle mogelijke manieren te passeren, wat resulterende in een fascinerende luisterervaring die ook nog eens 70 minuten duurde (maar geen seconde verveelde). Ook op The Electric Lady pakt Janelle Monáe weer uit met bijna 70 minuten muziek en vervolgt ze het verhaal dat inmiddels uit vijf suites bestaat. Wat direct opvalt bij beluistering van The Electric Lady is dat de muzikale lappendeken van Janelle Monáe dit keer wat minder bont is dan we van haar gewend zijn. The Electric Lady past net wat beter in het R&B hokje dan zijn twee voorgangers, maar gelukkig is The Electric Lady nog altijd ver verwijderd van de gangbare platen in het genre. Met name de wat meer psychedelische en uitheemse invloeden hebben op The Electric Lady aan terrein verloren, waardoor de plaat kan worden getypeerd als een buitengewoon veelzijdige soulplaat. Voor The Electric Lady deed Janelle Monáe een beroep op meerdere muzikanten van naam en faam, onder wie Erykah Badu, Solange, Miguel, Esperanza Spalding en niemand minder dan Prince. De gastenlijst illustreert al dat de nadruk dit keer wat meer op de zwarte muziek ligt, maar ook onder deze paraplu kan een breed muzikaal palet worden bestreken. Op The Electric Lady gaat Janelle Monáe aan de haal met soul, rock, blues, funk, R&B en hiphop, wat vergeleken met The ArchAndroid een wat consistenter, maar nog altijd uniek geluid oplevert. Net als de vorige keer heb ik geen poging gedaan om het verhaal achter de plaat te volgen (conceptplaten zijn in tekstueel opzicht nu eenmaal niet aan mij besteed) en heb ik mij beperkt tot de muziek. Die is wederom geweldig. Het volle geluid van The Electric Lady spat werkelijk uit de speakers en Janelle Monáe slaagt er nog altijd in om songs te schrijven die direct vermaken, maar die ook verwonderen en betoveren. De verbazing van de vorige keer ontbreekt dit keer. Deels omdat The Electric Lady zoals gezegd wat minder divers is dan zijn voorganger en deels omdat ik dit keer met hoge verwachtingen begon aan de plaat, maar 70 minuten lang is meer dan duidelijk dat Janelle Monáe binnen de genres waarin ze opereert hogeschool muziek maakt. The Electric Lady is daarom, net als The ArchAndroid, een plaat die in zeer brede kring en in ieder geval ver buiten de kaders van de zwarte muziek aandacht verdient. Grote kans dat ook jouw oordeel positief is. En is het toch net wat teveel R&B? Probeer dan The ArchAndroid maar eens. Erwin Zijleman