Een beetje popprinses droomt tegenwoordig van een carrière in het immer zonnige Los Angeles. De Nieuw-Zeelandse muzikante Paige doet dit ook in haar aanstekelijke single California, maar ze opereert vooralsnog vanuit Auckland in Nieuw-Zeeland. Dat is een verstandige keuze, want op haar debuutalbum King Clown heeft Paige zich niet in het keurslijf van de elektronisch getinte pop van het moment laten persen. Het levert een fris album op dat wel degelijk vol staat met zeer aanstekelijke popsongs, maar dat ook duidelijk anders klinkt. King Clown klinkt door een deels akoestische basis vooral lichter en dat is na al die zwaar aangezette popproducties van de laatste tijd een verademing. Het levert een van de betere popalbums van het moment op.
Paige, die vorige week debuteerde met King Clown, heeft in Nederland nog geen aandacht getrokken met haar muziek, maar dat is in andere delen van de wereld wel anders. Met name in Zuid-Korea is ze razend populair, maar ook in andere delen van Azië en in Australië en in Nieuw-Zeeland is de jonge muzikante inmiddels een zeer gerespecteerde popster, die goed is voor tientallen miljoenen streams van haar singles.
Paige Tapara (Ngāti Maniapoto) komt uit Nieuw-Zeeland en maakt deel uit van de Maori gemeenschap. Ze vecht niet alleen voor gelijke rechten voor de Maori, maar strijdt ook voor de queer community, waar ze eveneens deel van uitmaakt. Dat ik King Clown van Paige heb ontdekt heb ik wederom te danken aan de geweldige nieuwsbrief van het Nieuw-Zeelandse Flying Out Records, dat wekelijks de krenten uit de Nieuw-Zeelandse pop en rock vist.
Ik heb de laatste tijd al relatief veel albums van bekende en minder bekende popprinsessen besproken, waardoor ik King Clown even liet liggen, maar net als het eveneens onlangs verschenen The Rise And Fall Of A Midwest Princess van Chappell Roan is King Clown van Paige een album dat met succes aan de stoelpoten van de gevestigde orde kan zagen. King Clown is een album vol bijzonder lekker in het gehoor liggende popliedjes, waarvan er zeker een aantal beschikken over stevige hitpotentie, maar het is ook een album dat anders klinkt dan gebruikelijk en hierdoor iets toevoegt aan alle popalbums die in de Verenigde Staten zijn gemaakt de afgelopen tijd.
Het grootste verschil zit in de productie van het debuutalbum van Paige. Waar de meeste popprinsessen van het moment kiezen voor een blik gerenommeerde producers die hun albums voorzien van een flinke laag polijst, had Paige genoeg aan de Nieuw-Zeelandse producer Simon Gooding, die eerder werkte met onder andere Ed Sheeran, Pink en Dua Lipa, maar ook met Neil Finn en Tiny Ruins. Hij heeft voor King Clown gekozen voor een relatief sober ingekleurd geluid, waardoor de songs van Paige de vrijheid hebben om te ademen.
Simon Gooding heeft een aantal songs op het album voorzien van een hip elektronisch geluid dat niet al te veel afwijkt van wat gebruikelijk is in het genre, maar de andere songs op King Clown hebben een akoestische basis, die folky en jazzy accenten toevoegt aan de muziek van Paige. Door de zang van de Nieuw-Zeelandse muzikante, de toegevoegde ritmes en de aanstekelijke koortjes blijft het pure pop, maar het is ook pop die fris en eigenzinnig klinkt.
De met elektronica en wat invloeden uit de R&B versierde songs op het album liggen lekker in het gehoor, maar ik veer vooral op als Paige haar eigen weg kiest. Door de keuze voor een gerenommeerde producer klinkt King Clown heel erg lekker en aanstekelijk en Paige is een prima zangeres, die goed uit de voeten kan in het genre. Het debuutalbum van de Nieuw-Zeelandse muzikante maakt echter vooral indruk met een aantal geweldige songs. Een single als California zou een wereldhit moeten worden en King Clown bevat veel meer van dit soort popparels.
Paige heeft haar vizier vooralsnog op het eigen continent en op Azië gericht, maar haar meer dan uitstekende debuutalbum moet ook in Europa en de Verenigde Staten een brede groep muziekliefhebbers aan kunnen spreken. Ik raak zelf steeds meer onder de indruk van de memorabele songs op het album en dat zijn er steeds meer. Erwin Zijleman