31 januari 2018

Khruangbin - Con Todo El Mundo

Je kunt van Spotify zeggen wat je wilt, maar het Zweedse bedrijf heeft de afgelopen tien jaar een stormachtige ontwikkeling doorgemaakt en heeft inmiddels een gigantisch muziekaanbod ontsloten. 

De algoritmes die de streaming dienst gebruikt om nieuwe muziek onder de aandacht te brengen van de argeloze luisteraar worden ook steeds beter. 

Zo werd ik een dag of wat geleden, strijdend tegen een naar griepje, verrast met buitengewoon zwoele en vrijwel uitsluitend instrumentale klanken, die in eerste instantie vooral lekker klonken, maar vervolgens steeds indringender en bezwerender werden. 

Het leken me klanken uit de jaren 60 of 70, maar ze bleken afkomstig van Con Todo El Mundo van de band Khruangbin. Khruangbin (Thais voor vliegtuig) debuteerde een jaar of drie geleden met een plaat die de band een cultaanhang opleverde, maar lijkt nu klaar voor het grotere werk. 

Khruangbin laat zich naar verluid vooral beïnvloeden door Thaise rock en funk uit de jaren 70; genres waarvan het bestaan mij overigens onbekend was. De band uit Burton, Texas, combineert deze wat obscure invloeden vervolgens met invloeden uit de Amerikaanse soul, funk, disco en jazzrock uit dezelfde periode en overgiet de lome klanken vervolgens met een opwindende mix die in ieder geval delen dub, reggae, Latin, filmmuziek (variërend van spaghetti westerns tot broeierige Franse films), psychedelica en nog wat andere invloeden uit de wereldmuziek bevat. 

Het levert muziek op waarbij je alleen maar onderuit kunt zakken en waarbij je niet wordt vermoeid met vocalen en teksten. De meeste opwinding komt van de gitaarlijnen op de plaat en het zijn wonderschone, veelal lome, gitaarlijnen die je mee terugnemen naar de hoogtijdagen van de eerste editie van Fleetwood Mac of naar het psychedelische werk van Santana uit de jaren 60 en 70. 

Lang stil staan bij vergelijkingen met andere bands is overigens niet al te zinvol, want daarvoor is de muziek van Khruangbin te divers en te eigenzinnig. Het ene moment waan je je nog op de set van een Franse softporno film uit de jaren 70, het volgende moment bij The Rumble In The Jungle tussen George Foreman en Muhammad Ali in Zaire, toch bij de broeierige woestijnrock van Tinariwen of juist in een zweverige nachtclub ergens ten tijde van de hoogtijdagen van disco en funk. 

Het maakt van beluistering van Con Todo El Mundo van Khruangbin een even interessante als aangename luisterervaring. Ik geef toe dat het me bij eerste beluistering vooral leuk leek voor een enkele keer, maar hoe vaker ik de plaat hoor, hoe meer ik gehecht raak aan de onthaastende klanken van de band uit Texas en hoe intenser Con Todo El Mundo van Khruangbin de fantasie prikkelt. 

Doe de gordijnen dicht, zet het volume wat  hoger en laat je meevoeren op de bijzondere en al snel zwaar verslavende klanken van de band uit Texas. Erwin Zijleman

De unieke muziek van Khruangbin is ook verkrijgbaar via de bandcamp pagina van de band: https://khruangbin.bandcamp.com/album/con-todo-el-mundo-excluding-n-s-america.





 

30 januari 2018

Dream Wife - Dream Wife

Het verhaal achter het Britse trio Dream Wife klinkt bijna te mooi om waar te zijn. 

De uit IJsland afkomstige Rakel Mjöll ontmoette de Britse meiden Alice Go en Bella Podpadec op de kunstacademie in het Zuid Engelse Brighton. Voor een kunstproject creëerden de drie een fake meidengroep, waarna uitsluitend voor de lol wat muziek werd gemaakt. 

We zijn inmiddels drie jaar verder en Dream Wife behoort momenteel tot de door de Britse muziekpers meest gehypte bands van 2018. 

Ik ben altijd wat op mijn hoede als de schreeuwerige Britse muziekpers aan de haal gaat met een nieuwe hype, maar als zelfs de Britse kwaliteitskrant The Guardian valt voor de charmes van het drietal uit Londen moet er wel iets aan de hand zijn. 

Ik heb het titelloze debuut van Dream Wife daarom ook maar eens in de cd-speler gestopt en begrijp nu waarom de Britse muziekpers zich zo makkelijk heeft laten verleiden door de charmes van het Britse trio. 

Dream Wife laat zich op haar debuut door van alles en nog wat beïnvloeden. Denk hierbij aan de Riot grrrl rock van bands als Bikini Kill, Sleater Kinney en Babes in Toyland, aan de muziek van bands als Yeah Yeah Yeahs en The Sounds, maar vergeet ook Bow Wow Wow en Transvision Vamp niet. 

Hiermee hebben we de rauwere kant van de muziek van Dream Wife grotendeels te pakken, maar het Brits-IJslandse drietal is ook niet vies van pure pop. Denk hierbij aan alles van Blondie tot Grimes, met een vleugje Madonna in het midden. 

Dream Wife eet op haar debuut van meerdere walletjes en heeft alle invloeden aan elkaar gesmeed in popliedjes die misschien even rauw en tegendraads klinken, maar die uiteindelijk vooral vol zoete verleiding zitten. 

Nu kun je een album als het debuut van Dream Wife op meerdere manieren beluisteren. Je kunt op zoek gaan naar de waarheid achter de hype en je afvragen of Dream Wife nu echt “the next big thing” is. Dat is natuurlijk niet het geval. Het drietal uit Londen heeft goed geluisterd naar een heleboel voorbeelden en heeft alle ingrediënten vermengd tot een gerecht dat smakelijk is, maar zeker geen culinair hoogstandje. 

Ik hoor op het debuut van Dream Wife niets nieuws en hoor ook geen uitzonderlijk talent. Toch ben ik heel blij met deze plaat, want met de songs van het drietal is echt helemaal niets mis. De songs zijn misschien wat eenvormig, maar liggen stuk voor stuk lekker in het gehoor, terwijl ze toch ook rauw en smerig kunnen klinken. 

De eenheid van gitaar, bas en drums klinkt solide met hier en daar geweldige riffs en ook in vocaal opzicht houdt Dream Wife zich vrij makkelijk staande. Het debuut van Dream Wife is 34 minuten lang goed voor een glimlach en tijdens die 34 minuten komen ook een aantal popliedjes voorbij die je niet zomaar gaat vergeten, wat voor een debuut geen misselijke prestatie is. 

De meiden sluiten ook in tekstueel opzicht nog eens slim aan bij meerdere actualiteiten, waaronder de #MeToo discussie, wat de aantrekkelijkheid van dit debuut nog eens verder vergroot. 

Mijn advies: gewoon genieten van het frisse debuut van Dream Wife en verder niet teveel over nadenken. Bij het volgende album kunnen we ons altijd nog de vraag stellen hoe goed Rakel Mjöll, Alice Go en Bella Podpadec zijn. Voorlopig vind ik ze fantastisch. Erwin Zijleman

Het debuut van Dream Wife is ook verkrijgbaar via de bandcamp pagina van het drietal: https://dreamwife.bandcamp.com.





 

29 januari 2018

H.C. McEntire - Lionheart

H.C. (Heather) McEntire zal een enkeling kennen als de zangeres die zoveel indruk maakte op de drie platen van de alt-country band Mount Moriah (met name Miracle Temple uit 2013 is een prachtplaat) of nog eerder met de platen van het nog onbekendere Bellafea. 

Mount Moriah bestaat nog steeds, maar met Lionheart heeft H.C. McEntire eerst de soloplaat gemaakt die ze al zo lang wilde of zelfs moest maken. 

Heather McEntire is homoseksueel en dat wordt in het Zuiden van de Verenigde Staten nog lang niet door iedereen geaccepteerd (luister ook maar eens naar de twee platen van Julien Baker, waarop hetzelfde thema centraal staat). 

H.C. McEntire (ik blijf er bij het typen over struikelen) wilde de houding ten opzichte van homoseksualiteit in het oerconservatieve en diepreligieuze Zuiden van de Verenigde Staten al veel langer aan de kaak stellen, maar hier was moed voor nodig. Bevriende muzikanten als Angel Olsen en vooral muzikante en activiste Kathleen Hanna (met Bikini Kill een van de grondleggers van de Riot grrrl beweging) trokken Heather McEntire uiteindelijk over de streep met Lionheart als resultaat. 

In tekstueel opzicht trekt Lionheart hier en daar stevig van leer, maar in muzikaal opzicht strijkt de plaat geen moment tegen de haren in (al is het misschien een krachtig statement om op een protestplaat de muziek van het conservatieve deel van het land te omarmen). 

H.C. McEntire heeft namelijk een klassiek aandoende country(rock) plaat gemaakt, die herinnert aan de platen van onder andere Emmylou Harris en Linda Ronstadt uit de jaren 70 en die wat dichter bij in de tijd aansluit bij platen van onder andere Maria McKee (You Gotta Sin To Get Saved) en Tift Merritt. 

De muzikale basis wordt gelegd door leden van haar band en de van Megafaun bekende Phil Cook (die de afgelopen jaren op verrassend veel sterke rootsplaten opduikt) en het is een opvallend fraaie muzikale basis. Lionheart sluit zoals gezegd aan bij de countryrock uit de jaren 70, maar de muzikanten op de plaat hebben ook een wat donkere ondertoon toegevoegd, wat de muziek van H.C. McEntire iets bezwerends geeft. 

In vocaal opzicht krijgt de Amerikaanse muzikante, die zelf ook dit keer weer de sterren van de hemel zingt, steun van onder andere Amy Ray, Kathleen Hanna, Tift Merritt en Angel Olsen, wat zo nu en dan hemeltergend mooie harmonieën oplevert.  

Countryrock staat zoals gezegd centraal op Lionheart, maar Heather McEntire blijft een kind van het diepe Zuiden van de Verenigde Staten, waardoor ook invloeden uit de soul en gospel nooit ver weg zijn. 

Lionheart is een plaat waarbij het bijzonder lekker wegdromen is en die betovert door de fraaie klanken en de werkelijk geweldige zang, maar vergeet ook de boodschap van H.C. McEntire niet, daar was het haar immers allemaal om te doen. Erwin Zijleman

Lionheart van H.C. McEntire is ook verkrijgbaar via haar bandcamp pagina: https://hcmcentire.bandcamp.com/album/lionheart.



 

28 januari 2018

Dési Ducrot - In Too Deep

Dési Ducrot groeide op in Zeeland en is de dochter van de wielrenner, wielercommentator en psycholoog Maarten Ducrot.

Na haar studie in Amsterdam besloot ze haar passie voor de muziek niet langer weg te drukken en begon ze met het opnemen van haar eigen songs. 

Een van die songs kwam een jaar of vier geleden bij toeval terecht bij producer Marg van Eenbergen (in een vorig leven ook bekend als frontvrouw van cultband Seedling en soloproject GRAM) en samen begonnen de twee aan het proces dat uiteindelijk heeft geleid tot In Too Deep. 

Het was zeker geen makkelijk proces. Dési Ducrot heeft een voorliefde voor traditionele Amerikaanse rootsmuziek, maar wilde zeker geen 13 in een dozijn rootsplaat maken. Samen met Marg van Eenbergen werd er eindeloos gesleuteld aan de songs voor het debuut van Dési Ducrot en na bijna vier jaar was de plaat klaar. Het resultaat mag er zijn. 

In Too Deep staat met minstens één been in de Amerikaanse rootsmuziek en laat een geluid horen waarin de dobro en de pedal steel vaak een voorname rol spelen. Het is een geluid dat fraai kleurt bij de krachtige stem van Dési Ducrot, die gemaakt lijkt voor de countrymuziek en die af en toe wel wat doet denken aan die van Neko Case. 

In Too Deep laat zich echter zeker niet alleen inspireren door Amerikaanse rootsmuziek, maar flirt ook met pop, zeker wanneer de fraai gearrangeerde strijkers mogen aanzwellen of wanneer subtiel elektronica wordt ingezet en sluit een enkele keer zelfs aan bij bombastische rock. Het zorgt ervoor dat In Too Deep anders klinkt dan de gemiddelde rootsplaat, al zullen de uitstapjes buiten de gebaande paden de liefhebbers van het genre waarschijnlijk niet al te zeer afschrikken. 

Zeker wanneer ik de plaat met de koptelefoon beluister hoor ik goed dat Marg van Eenbergen en Dési Ducrot heel lang hebben gesleuteld aan het geluid op de plaat. In elke track duiken weer andere fraaie accenten op en waar soms wordt gekozen voor een vol en groots geluid, bevat In Too Deep ook een aantal uiterst ingetogen songs. 

Het zijn songs die zijn geïnspireerd door een road-trip die Dési Ducrot maakte door de Verenigde Staten, waardoor de meeste tracks op de plaat beelden van weidse Amerikaanse landschappen op het netvlies toveren. 

In Too Deep onderscheidt zich met de trefzekere en gevarieerde instrumentatie en productie al van de meeste andere platen van het moment, maar het sterkste wapen op In Too Deep is toch de stem van Dési Ducrot. De singer-songwriter uit Amsterdam is nog een twintiger, maar klinkt op haar debuut gelouterd en doorleefd. 

Dési Ducrot durft haar stem op meerdere manieren in te zetten en imponeert zowel wanneer ze ingetogen en gevoelig zingt als wanneer ze vol gas geeft. Welke weg Dési Ducrot ook kiest, iedere noot is raak en iedere noot komt aan. 

In Too Deep laat horen dat de jonge singer-songwriter uit Amsterdam bulkt van het talent en omdat ze de tijd heeft genomen voor het opnemen van haar debuut komt dit talent er op In Too Deep ook direct uit. Het levert een knappe plaat die ook buiten de landsgrenzen alle aandacht verdient. Erwin Zijleman


27 januari 2018

Mary Gauthier - Rifles & Rosary Beads

Het is moeilijk voor te stellen dat het inmiddels al weer meer dan 18 jaar geleden is dat ik compleet van mijn sokken werd geblazen door Drag Queens In Limousines van Mary Gauthier. 

De singer-songwriter uit New Orleans, Louisiana, imponeerde op haar tweede plaat met songs met zoveel emotie en doorleving dat luisteren soms pijn deed. 

Drag Queens In Limousines staat inmiddels in de boeken als klassieker, maar als ik luister naar alle platen die Mary Gauthier sindsdien heeft gemaakt, moet ik concluderen dat het misschien wel de minst sterke plaat van Mary Gauthier is. 

Het zegt wat over de torenhoge kwaliteit van de platen die Mary Gauthier sinds 1999 heeft uitgebracht. Met Trouble & Love deed de singer-songwriter uit New Orleans er bijna vier jaar geleden nog een schep bovenop en leverde ze haar beste plaat tot dusver af. Het is een plaat die nu stevige concurrentie krijgt van Rifles & Rosary Beads, dat in meerdere opzichten imponeert. 

Ook Rifles & Rosary Beads ontleent een belangrijk deel van zijn kracht aan de geweldige stem van Mary Gauthier. Het is een stem die de afgelopen 18 jaar alleen maar mooier is geworden. Op Drag Queens In Limousines had Mary Gauthier nog een flinke snik in haar stem, maar de afgelopen jaren is ze wat meer ingetogen gaan zingen. Het is gelukkig niet ten koste gegaan van de hoeveelheid emotie en doorleving in de stem van de Amerikaanse singer-songwriter, waardoor ook Rifles & Rosary Beads je weer onmiddellijk bij de strot grijpt. 

Alleen de geweldige vocalen maken van Rifles & Rosary Beads al een prachtplaat, maar er valt nog veel meer te genieten op de nieuwe plaat van Mary Gauthier. Ook dit keer is de instrumentatie subtiel en ingetogen, maar de stemmige klanken zitten ook vol mooie details en met name de bijdragen van mondharmonica en viool snijden door de ziel. 

En dan zijn er ook nog de indringende verhalen op de plaat. Mary Gauthier schreef een aantal songs op de plaat met oorlogsveteranen en werkte hiernaast samen met gelouterde collega's als Beth Nielsen Chapman. Mary Gauthier vertelde op haar eerste platen vooral over de eigen ellende in haar leven (en ellende was er volop in de eerste 35 jaar van haar leven), maar focust nu op het leven van oorlogsveteranen en hun nabestaanden in de Verenigde Staten. 

Het zijn mensen die ongewild een oorlog in zijn gesleept, maar na terugkeer aan hun lot werden overgelaten. Iets wat ook gebeurt met de nabestaanden van militairen die niet levend terugkeerden uit Irak of Afghanistan. Het zijn verhalen vol ellende en als iemand deze verhalen kan vertellen is dat Mary Gauthier wel. 

Het geeft Rifles & Rosary Beads een bijzondere lading en een enorme intensiteit. Ik ging er eerlijk gezegd van uit dat Mary Gauthier haar creatieve piek had bereikt met Trouble & Love uit 2014, maar de lat kan nog een stukje hoger. 

Rifles & Rosary Beads is in vocaal en instrumentaal opzicht een imponerende plaat, maar staat ook nog eens vol verhalen die iets met je doen. Mary Gauthier is misschien niet wereldberoemd, maar is in haar genre momenteel onaantastbaar. Erwin Zijleman




26 januari 2018

Inara George - Dearest Everybody

Inara George timmerde de afgelopen jaren vooral aan de weg met The Bird And The Bee, het duo dat ze samen met multi-instrumentalist Greg Kurstin vormt, maar in 2005, 2008 en 2009 maakte ze ook al drie uitstekende soloplaten. 

Waar Inara George met The Bird And The Bee kiest voor avontuurlijke muziek met een steeds groter wordende elektronische component, kiest ze op haar soloplaten voor voornamelijk ingetogen en akoestische songs met een jazzy inslag. 

Inara George is de dochter van voormalig Little Feat voorman en cultheld Lowell George, die vlak voor haar vijfde verjaardag overleed aan een overdosis drugs. Het sloeg diepe wonden in het gezin waarin Inara opgroeide, maar het zijn wonden die nog niet eerder zo persoonlijk werden bezongen als op haar nieuwe soloplaat Dearest Everybody. 

Dearest Everybody is een zeer persoonlijke plaat, die onder andere terugkijkt op een zeker niet alledaagse jeugd, waarin naast het leed ook muziek een belangrijke rol speelde (menige grootheid uit de Amerikaanse muziekindustrie kwam bij de familie George over de vloer). Het geeft de plaat een bijzondere lading.

Ook op haar nieuwe soloplaat kiest Inara George voor behoorlijk ingetogen songs, al is de productie hier en daar ook wat uitbundiger dan we van Inara George gewend zijn. Het is een productie waarvoor wederom Mike Andrews, ook al present op haar vorige soloplaten, tekent en het is een productie die de songs van Inara George voorziet van iets bijzonders. 

Dearest Everybody staat met minstens één been in de singer-songwriter muziek uit de vroege jaren 70, maar kiest zeker niet voor de makkelijkste weg. De songs van Inara George zijn opvallend ingetogen en niet altijd even toegankelijk, waardoor je de tijd moet nemen voor de bijzondere songs van de Amerikaanse singer-songwriter. 

Zeker in muzikaal opzicht moest ik in eerste instantie erg wennen aan een aantal songs op Dearest Everybody en dan met name aan de koortjes en tierelantijntjes die zijn toegevoegd aan de plaat, maar ook dit keer is er natuurlijk de heerlijke stem van Inara George en die overtuigt nog altijd bijzonder makkelijk. Het is een stem die in het verleden vooral is vergeleken met die van Norah Jones en dat is een associatie die ook bij beluistering van Dearest Everybody niet valt te onderdrukken. 

Zeker in de zeer spaarzaam ingekleurde songs, maakt de stem van Inara George diepe indruk, maar ook de wat speelsere songs op de plaat winnen uiteindelijk aan kracht. Het levert een plaat op die niet zo snel en makkelijk zal overtuigen als de gemiddelde plaat in het genre, maar het diepgravende en persoonlijke karakter van de songs van Inara George en zeker ook haar bijzonder aangename stem, zorgen er voor dat Dearest Everybody er na enige gewenning flink wat bovenuit steekt, precies zoals we dat inmiddels van deze George telg verwachten. Erwin Zijleman


25 januari 2018

Tim Knol - Cut The Wire

Tim Knol was de afgelopen jaren onder andere actief met zijn powerpop band The Miseries, maar voor de laatste soloplaat van de Nederlandse singer-songwriter moesten we tot voor kort helemaal terug naar 2013. 

In dat jaar verscheen immers Soldier On, dat niet alleen was gestoken in een prachtige, door The Freewheelin' Bob Dylan geïnspireerde hoes, maar dat ook een serie geweldige popsongs bevatte. 

Die popsongs zijn ook weer te vinden op het vorige week verschenen Cut The Wire, maar Tim Knol legt de lat dit keer nog wat hoger dan vijf jaar geleden. 

Ook op zijn nieuwe plaat werkt Tim Knol weer samen met zijn vaste kompaan Anne Soldaat, die in de jaren 90 met Daryll-Ann al liet horen hoe je popliedjes maakt waar je als luisteraar alleen maar zielsgelukkig van kunt worden. Het is een kunst die ook Tim Knol inmiddels tot in de perfectie beheerst. 

De singer-songwriter uit Hoorn, die op jonge leeftijd als een held werd onthaald, heeft nooit een geheim gemaakt van zijn voorliefde voor Britse en Amerikaanse popmuziek uit de jaren 60 en 70 en doet dat ook op Cut The Wire niet. Ik ga de inspiratiebronnen van Tim Knol voor de afwisseling eens niet opnoemen, al is het maar omdat het er op zijn nieuwe plaat veel teveel zijn voor een redelijk compacte recensie. 

Luister naar Cut The Wire en je hoort op het eerste gehoor een verzamelplaat met heel veel moois uit de 60s en 70s. Het is moois uit met name de Westcoast pop, de psychedelica en de countryrock, maar ook de Beatlesque melodieën die het eerdere werk van Tim Knol typeerden zijn nadrukkelijk aanwezig, terwijl Anne Soldaat ook nog wat invloeden uit het geweldige oeuvre van Daryll-Ann naar binnen heeft gefietst. 

Binnen de genoemde genres heeft Tim Knol dit keer een voorkeur voor buitengewoon zonnige en lome klanken en melodieën die in de categorie ‘suikerzoet’ vallen. Samen met Anne Soldaat heeft Tim Knol zijn nieuwe plaat voorzien van een mooi verzorgd en lekker veelzijdig geluid vol prachtige details en het is een geluid dat zich om je heen slaat als een warme jas op een koude winterdag. 

Cut The Wire moet het niet hebben van ruwe uithalen (al mag Anne Soldaat een enkele keer los gaan), maar streelt het oor vrijwel continu lieflijk. De geweldige melodieën en het zonnige karakter van de songs op de plaat maken van de nieuwe plaat van Tim Knol een ultieme feelgood plaat, wat nog eens wordt versterkt door de vele referenties naar het allerbeste uit de popmuziek uit de jaren 60 en 70 en de al even aangename en lome vocalen van de Nederlandse muzikant. 

Het klinkt allemaal zo bekend en zo lekker dat je bijna zou vergeten om goed te luisteren. Cut The Wire is een plaat om heerlijk bij te luieren en weg te dromen, maar verdient ook zo nu en dan de nauwkeurigere beluistering. Dan hoor je hoe knap het allemaal in elkaar steekt en met hoeveel gevoel en liefde Cut The Wire is gemaakt. 

Acht jaar geleden werd een nog piepjonge Tim Knol nog onthaald als grote belofte voor de toekomst, maar die belofte was Tim Knol vijf jaar geleden met Soldier On al voorbij. Met Cut The Wire zet de Nederlandse singer-songwriter een volgende stap en het is er een om te koesteren. Keer op keer. Erwin Zijleman





24 januari 2018

Fleetwood Mac - Fleetwood Mac, reissue

De afgelopen jaren zijn Rumours, Tusk, Mirage en Tango In The Night uitgebracht in luxe en uitgebreide edities. Het zijn de bekendste platen van het Fleetwood Mac dat halverwege de jaren 70 een nieuwe impuls kreeg door de komst van Stevie Nicks en Lindsey Buckingham, waardoor de wat ingekakte Britse bluesband kon uitgroeien tot één van de meest succesvolle bands uit de geschiedenis van de popmuziek. 

Nu worden er de afgelopen jaren wel heel reissues op de markt gezet, waarbij de prijzen flink oplopen en met name het bonusmateriaal vaak wat tegenvalt. De reissues van het werk van Fleetwood Mac uit de periode waarin de band floreerde behoorden tot de positieve uitzonderingen, al was het jammer dat het in 1975 verschenen titelloze album van de band vooralsnog buiten de boot leek te vallen. 

Dat is gelukkig niet gebeurd, want na de eerder genoemde platen is nu ook Fleetwood Mac uit 1975 verschenen in een aantal nieuwe uitvoeringen. De plaat uit 1975 is de eerste plaat waarop Stevie Nicks en Lindsey Buckingham deel uit maakten van de band en uiteraard zijn ook Christine McVie, John McVie en Mick Fleetwood van de partij. 

Christine McVie heeft op de plaat uit 1975 nog een flinke vinger in de pap, maar de machtsgreep van Stevie Nicks en Lindsey Buckingham, die op het in 1973 verschenen Buckingham Nicks al hadden laten horen waartoe ze in staat waren, is overduidelijk. 

Fleetwood Mac uit 1975 heeft niet dezelfde status als Rumours en Tusk, maar er gingen uiteindelijk een slordige 8 miljoen exemplaren over de toonbank, waarmee de plaat het niet slecht doet in de lijst met best verkochte platen. Belangrijker is dat de eerste plaat met Stevie Nicks en Lindsey Buckingham niet onder doet voor de platen die zouden volgen (en beter is dan bijvoorbeeld Mirage en Tango In The Night). 

Op Fleetwood Mac is de blauwdruk te horen voor de twee legendarische opvolgers, terwijl de plaat met Rhiannon en Landslide twee van de betere popsongs van Fleetwood Mac bevat (Rhiannon vind ik persoonlijk zelfs het allerbeste popliedje van de band). 

Het mooie van de eerste plaat van het nieuwe Fleetwood Mac is dat het geluid van de band nog net wat ruwer is. Er wordt overduidelijk gesleuteld aan een blinkend Westcoast pop geluid, maar het is nog werk in uitvoering, wat absoluut zijn charme heeft. 

Ik geef eerlijk toe dat ik zelf ook meestal Rumours of Tusk op de platenspeler leg of in de cd speler stop, maar ook de eerste plaat van het vernieuwde Fleetwood Mac verdient alle aandacht. 

En net zoals bij de vorige Fleetwood Mac reissues is ook bij de reissue van deze plaat het bonusmateriaal op orde. De vele outtakes laten mooi horen hoe Stevie Nicks en Lindsey Buckingham het geluid van Fleetwood Mac transformeerden. Het vele live materiaal op de luxe editie is misschien nog wel interessanter, al is het maar omdat Lindsey Buckingham laat horen dat hij ook met het oude bluesy materiaal van de band uit de voeten kan en de band laat horen dat het de songs van de plaat lekker rauw kan spelen. 

Genoeg redenen om ook deze Fleetwood Mac reissue toe te voegen aan het fraaie stapeltje van de afgelopen jaren. Erwin Zijleman





The Limiñanas - Shadow People

Het Franse duo The Limiñanas maakt inmiddels al een aantal jaren platen en het zijn platen die ik bijna allemaal met een brede glimlach heb beluisterd. 

Op deze platen eren Marie Limiñana en Lionel Limiñana de gigantische muzikale erfenis van Serge Gainsbourg, maar slepen ze er, over het algemeen samen met flink wat gastvocalisten, ook van alles bij, variërend van 60s psychedelica en flarden van The Velvet Underground tot shoegaze en hedendaagse Franse pop. 

Ik heb absoluut genoten van de vorige platen van The Limiñanas, maar nam ze op hetzelfde moment niet heel serieus. Zeker een ‘guilty pleasure’, maar niet direct een krent uit de pop was mijn afweging tot dusver. 

Vorige week verscheen de nieuwe plaat van het duo uit Perpignan en langzaam maar zeker raak ik er van overtuigd dat ik mijn mening over The Limiñanas maar eens moet herzien. 

Dat betekent niet dat er op Shadow People heel veel is veranderd. Ook voor hun nieuwe plaat hebben Marie en Lionel Limiñana weer flink gespit in het fascinerende oeuvre van Serge Gainsbourg, maar ook dit keer worden de invloeden van deze unieke Franse muzikant met van alles en nog wat vermengd. 

In de instrumentale openingstrack worden hippieklanken, compleet met sitar, uit de jaren 60 gecombineerd met gruizige shoegaze gitaren en zo heeft herbergt iedere track op Shadow People combinaties van invloeden die je niet verwacht. 

Net als op haar vorige plaat heeft het Franse duo een beroep gedaan op een aantal gastvocalisten, onder wie The Brian Jonestown Massacre voorman Anton Newcombe, die de hoogtijdagen van The Jesus And Mary Chain laat herleven en actrice Emmanuelle Seigner, die een vleugje zuchtmeisje toevoegt aan het voornamelijk gruizige geluid van The Limiñanas. Verder duikt ook dit keer Joy Division en New Order bassist Peter Hook op en wordt een van de tracks bijzonder fraai versierd met de man’s uit duizenden herkenbare baslijnen. 

Ook op Shadow People vermaakt The Limiñanas weer met meedogenloos aanstekelijke popliedjes en vele twists. Door het Franse tintje dat het duo uit Perpignan geeft aan haar muziek klinkt ook Shadow People weer anders dan de meeste andere platen van het moment, maar waar ik de muziek van The Limiñanas tot dusver beluisterde als een ‘guilty pleasure’, kan ik dit keer alleen maar concluderen dat Marie en Lionel Limiñana en hun muzikale medestanders een verdomd goede plaat hebben gemaakt. 

Het is een plaat met gruizige psychedelica als rode draad, maar wat zit er veel moois verstopt onder de gruizige gitaarlagen en de wat zweverige klanken. The Limiñanas beginnen in de jaren 60, maar citeren dit keer ook stevig uit de jaren 80 en slaan vervolgens een brug naar het heden. De songs op de plaat zitten na één keer horen stuk voor stuk in je hoofd, al is het maar vanwege de geweldige melodieën en het zwoele Franse tintje. 

Shadow People laat zich, net als veel van de platen van Serge Gainsbourg, beluisteren als een soundtrack bij een niet bestaande film. Het is een film waarvan je zelf de beelden mag bedenken, wat de luistertrip van The Limiñanas nog wat fascinerender maakt. Dat The Limiñanas een heuse krent uit de pop hebben afgeleverd zal inmiddels duidelijk zijn. Erwin Zijleman





23 januari 2018

VanWyck - An Average Woman

Het muziekjaar 2018 is verrassend goed begonnen met een aantal hele sterke platen. Naast hele sterke platen heb je ook platen die je wereld compleet op zijn kop zetten en die zijn een stuk zeldzamer. 

Toch heeft 2018 ook al zo’n plaat opgeleverd en het is nog een plaat van eigen bodem ook. 

VanWyck is het alter ego van Christine Oele, die eerder al bijzondere muziek maakte met de band Nevada Drive. Waar Christine Oele in haar vorige band koos voor de vernieuwing en het experiment, heeft ze er als VanWyck voor gekozen om een volstrekt tijdloze singer-songwriter plaat te maken. 

An Average Woman riep bij mij in eerste instantie associaties op met de allergrootste singer-songwriters als Leonard Cohen en Joni Mitchell en dat is vergelijkingsmateriaal waaraan je je alleen maar kunt vertillen. VanWyck vertilt zich er niet aan omdat haar debuut je direct bij eerste beluistering diep weet te raken, waardoor de behoefte tot associëren met de muziek van anderen verdwijnt. 

An Average Woman valt in eerste instantie vooral op door de geweldige stem van Christine Oele, maar uiteindelijk zijn de arrangementen en de instrumentatie op de plaat minstens even belangrijk. 

Voor de arrangementen leunde VanWyck zwaar op Reyer Zwart, die de songs op An Average Woman prachtig heeft ingekleurd, onder andere met wonderschone strijkersarrangementen en een wat rootsy aandoend instrumentarium. De instrumentatie op de plaat is over het algemeen akoestisch en subtiel en voorziet de songs op An Average Woman van een donkere onderlaag. 

Het is een donkere onderlaag die uitstekend past bij de ook wat melancholisch en donker klinkende stem van Christine Oele, die hier en daar prachtig wordt gecontrasteerd door de stem van Marjolein van der Klauw, een andere Nederlandse topzangeres. 

De combinatie van donkere en stemmige klanken en de mooie en indringende vocalen geven An Average Woman een bijzondere lading. Het is een lading die slechts eenmaal explodeert, wat het geweldige Europa Escapes oplevert, wat mij betreft de meest fascinerende track op de plaat. De songs op An Average Woman hadden van mij best wat vaker mogen ontsporen, maar aan de andere kant zijn de meer ingetogen songs van VanWyck van een bijzondere schoonheid en intimiteit. 

Christine Oele heeft haar jeugd doorgebracht in Nieuw Zeeland en klinkt mede hierdoor geen moment Nederlands, wat An Average Woman voorziet van internationale allure. Het is ongelooflijk knap hoe VanWyck weet te ontroeren met haar over het algemeen ingetogen songs en hoe de subtiele verschillen in de instrumentatie er voor zorgen dat iedere song je weer bij de strot grijpt. 

De stem van Christine Oele is al uitvoerig bejubeld, maar nog niet vergeleken met die van anderen. Dat is ook niet zo makkelijk. Hier en daar hoor ik wat van Natalie Merchant, maar ook Suzanne Vega, Gillian Welch, Tanita Tikaram en zeker ook Rachael Yamagata klinken door in de stem van Christine Oele, die ook nog eens herinnert aan de groten van weleer. In muzikaal opzicht hoor ik raakvlakken met Cowboy Junkies, maar iedere vergelijking die ik opwerp gaat maar even mee.

Direct bij eerste beluistering was ik ongelooflijk onder de indruk van het debuut van VanWyck, maar An Average Woman is ook nog eens een plaat die alleen maar mooier en indrukwekkender wordt. 

Ik moet nog van alles ontdekken in het prachtdebuut van VanWyck, maar een ding weet ik al zeker. An Average Woman is deze Nederlandse singer-songwriter niet. Integendeel. Het debuut van VanWyck is een grootse en meeslepende plaat vol bezwering en toverkracht en kan zomaar behoren tot het beste dat dit jaar verschijnt. Erwin Zijleman 

An Average Woman van VanWyck is verkrijgbaar via haar bandcamp pagina: https://vanwyck.bandcamp.com/album/an-average-woman. Een fysiek exemplaar is verkrijgbaar vanaf 9 februari en kan worden besteld via de website van VanWyck: https://vanwyck.nl/store.



 

22 januari 2018

Glen Hansard - Between Two Shores

Wanneer ik denk aan de Ierse singer-songwriter Glen Hansard, denk ik in eerste instantie aan de platen die hij maakte met zijn, met name in eigen land zeer populaire band The Frames en vooral aan de platen die hij samen met de Tsjechische singer-songwriter Markéta Irglova maakte onder de naam The Swell Season. 

Ook met de soloplaten van Glen Hansard is niets mis en op het podium behoort de Ierse muzikant zelf tot de smaakmakers, maar ik mis op zijn soloplaten het grootse en meeslepende van The Frames of de verstilde pracht en emotie van de platen van The Swell Season. 

Ook bij beluistering van de nieuwe plaat van Glen Hansard miste ik in eerste instantie de onderhuidse spanning die hij zo mooi wist op te bouwen met Markéta Irglova, die overigens in één van de tracks acte de présence geeft maar helaas een bescheiden rol heeft, maar Between Two Shores bleek voor mij een groeiplaat. 

In eerste instantie lijkt Glen Hansard op zijn derde soloplaat te vertrouwen op beproefde middelen. De openingstrack met een voorname rol voor blazers, een heerlijk orgeltje en scheurende gitaren hakt er meteen lekker in en laat horen dat Glen Hansard beschikt over een lekkere rauwe en soulvolle stem. Het heeft af en toe wat van Van Morrison en ook Springsteen duikt hier en daar op, maar het zit ook dicht tegen het vroege werk van Joe Cocker aan. 

Het klinkt absoluut lekker, maar Glen Hansard doet in muzikaal opzicht geen hele bijzondere dingen en sluit in vocaal opzicht aan bij een heel legioen aan blue-eyed soulzangers. De tweede track is meer ingetogen en stemmig en voegt John Hiatt toe aan het rijtje namen met relevant vergelijkingsmateriaal. Het klinkt wederom prachtig, maar bij eerste beluistering was het voor mij allemaal net wat te netjes binnen de lijntjes en miste ik het gevoel. 

Dit gold voor bijna alle tracks op de plaat, waardoor Between Two Shores het weliswaar uitstekend deed op de achtergrond, maar niet de indruk maakte die ik op voorhand had verwacht of waar ik op had gehoopt. 

Het veranderde allemaal toen ik de plaat laat op de avond met de koptelefoon beluisterde. De prima zang op de plaat deed opeens veel meer met mij en ook in muzikaal opzicht was de derde soloplaat van Glen Hansard opeens een stuk interessanter. 

Natuurlijk sluit Glen Hansard nog altijd vrij nauwkeurig aan op de soul en rhythm & blues van weleer, maar de instrumentatie steekt knap in elkaar en is subtieler dan ik bij oppervlakkige beluistering had waargenomen. Het feit dat de plaat in één take werd opgenomen geeft Between Two Shores nog wat meer glans.

Het grootste verschil tussen mijn eerste beluisteringen van Between Two Shores en de huidige beluisteringen zit echter in de zang. De vocalen van Glen Hansard komen op zijn nieuwe plaat met enige regelmaat uit de tenen en de emotie die ik hoor ervaar is als oprecht, waardoor de plaat nu wel flink binnenkomt. 

Glen Hansard mist als soloartiest misschien het unieke dat hij wel met Markéta Irglova te pakken had, maar wanneer Between Two Shores je eenmaal raakt, kan de plaat je stevig raken. Ik had het zelf na de eerste beluisteringen niet verwacht, maar inmiddels ben ik behoorlijk gehecht geraakt aan de derde soloplaat van Glen Hansard en is het toch nog geworden wat ik er van had verwacht; een van de lekkerste krenten uit de pop van de eerste maand van 2018. Erwin Zijleman





21 januari 2018

Tango With Lions - The Light

Bij Griekenland denk ik aan van alles en nog wat, maar zeker niet direct aan interessante popmuziek. 

Ik had dan ook geen hoge verwachtingen toen een Grieks label me vroeg of ze me wat muziek toe mochten sturen, al was ik stiekem ook wel nieuwsgierig natuurlijk. 

De eerste release van Inner Ear Records uit het Griekse Patras blijkt tot mijn verbazing direct een voltreffer. En wat voor een. 

The Light is de derde plaat van Tango With Lions, de band rond singer-songwriter Kat, wat weer het alter ego van Katerina Papachristou is. 

The Light is een bijzondere plaat vol stemmige en vaak wat dromerige muziek. Het is muziek die zeker is beïnvloed door genres als slowcore en dreampop, maar hier laat Tango With Lions het niet bij. In de meest ingetogen momenten laat Katerina Papachristou zich vooral inspireren door wat weemoedige vrouwelijke singer-songwriters, maar de muziek van de Griekse band kan ook veel pompeuzer klinken en laat dan invloeden uit de psychedelica of zelfs de progrock doorklinken. 

Ook hiermee zijn we er nog lang niet, want de muziek van Tango With Lions kan het ene moment net zo dromerig zijn als die van bijvoorbeeld Mazzy Star of Beach House, maar het volgende moment klinkt de band uit Athene net zo makkelijk lichtvoetig en schuift de muziek op The Light wat op richting pop, om niet veel later te verrassen met een song die de band meesleept naar Nashville. 

Door de vele invloeden en het gemak waarmee Tango With Lions schakelt tussen genres, is The Light een plaat die ik met geen mogelijkheid in een hokje kan duwen. De Griekse band schiet alle kanten op en dat hoor je niet alleen in de songs, maar ook in de instrumentatie die koel en elektronisch kan klinken, maar ook warm en organisch, zeker wanneer op fraaie wijze blazers worden ingezet. 

Zeker wanneer warme klanken worden gecombineerd met zich langzaam voortslepende, wat dromerig aandoende en opvallend melodieuze songs, verleidt de muziek van Tango With Lions bijzonder makkelijk, maar de band rond boegbeeld Katerina Papachristou maakt het de luisteraar niet altijd makkelijk en durft ook te experimenteren en durft vooral te variëren. 

Katerina Papachristou schakelt als zangeres net zo makkelijk tussen verschillende klankkleuren en genres als de muzikanten in de band en maakt indruk met bijzonder aangename vocalen, die het vooral goed in de songs die aanzetten tot dromen, maar ook overtuigen wanneer ze iets steviger aan moet zetten. 

Nadat ik The Light voor het eerst gehoord had vond ik het een verzameling prima popsongs, maar ook een opvallend bonte verzameling songs, maar naarmate ik de plaat vaker hoor schuiven er steeds meer puzzelstukjes in elkaar. 

Tango With Lions klinkt nergens Grieks, maar klinkt op een of andere manier wel anders dan Amerikaanse en Britse bands die zich in vergelijkbare genres bewegen. Tango With Lions klinkt niet alleen anders, maar toont ook meer lef dan veel andere bands, wat van The Light een hele bijzondere plaat maakt. 

Ik was misschien sceptisch toen me muziek van een Grieks label werd aangeboden, maar met Tango With Lions heeft het label goud in handen. Dat moet de rest van de wereld overigens nog wel even ontdekken, maar iedereen die deze laat liggen mist wat. Erwin Zijleman

The Light van Tango With Lions is digitaal, op cd en op twee kleuren vinyl verkrijgbaar via de bandcamp pagina van de band: https://innerear-tangowithlions.bandcamp.com/album/the-light. Doen!



 

20 januari 2018

First Aid Kit - Ruins

Het ging tien jaar geleden allemaal wel erg snel voor de piepjonge Zweedse zussen Johanna en Klara Söderberg, destijds nog tieners. 

Een in de Zweedse bossen gefilmde vertolking van Tiger Mountain Peasant Song van de op dat moment razend populaire band Fleet Foxes werd een wereldwijde YouTube hit, wat de eerste EP van First Aid Kit (Drunken Trees) een enorme boost gaf. 

Twee jaar later was er het wereldwijd geprezen debuut The Big Black & The Blue, waarna in 2012 het nog veel betere The Lion’s Roar volgde. 

Het legde uiteindelijk teveel druk op de (te) jonge schouders van Johanna en Klara Söderberg. Op het in 2014 verschenen Stay Gold, overigens zeker geen slechte plaat, verzopen de wonderschone harmonieën van het Zweedse tweetal hier en daar in een net wat te zwaar aangezette productie en niet veel later bleek ook het plezier in het maken van muziek weggevloeid bij de Zweedse zussen. 

First Aid Kit nam vier jaar geleden een break en keert nu herboren en met flink wat nieuwe levenservaring terug. Met name de wat donkerder getinte levenservaring in het algemeen en de gestrande relatie van Klara Söderberg in het bijzonder hebben hun sporen nagelaten op Ruins, dat donkerder en minder onbevangen klinkt dan de vorige platen van het Zweedse duo. 

Op Ruins keert First Aid Kit bovendien terug naar de rootsmuziek en behoren de flirts met zoete popmuziek, die op Stay Gold nog een belangrijke rol speelden, grotendeels tot het verleden. 

Ook Ruins wordt weer gedomineerd door de prachtige vocalen van de zussen Söderberg. Johanna en Klara zingen individueel nog altijd de sterren van de hemel, maar het meeste kippenvel ontstaat wanneer de twee samen tekenen voor harmonieën om van te watertanden. De stemmen van Johanna en Klara vullen elkaar in deze harmonieën perfect aan en geven de songs van First Aid Kit dat beetje extra dat nodig is om op te vallen in het enorme aanbod van het moment. Ruins roept hier en daar herinneren op aan de beter songs van de broers Everly, wat genoeg moet zeggen. 

Ruins is in vocaal opzicht een fantastische plaat, maar ook in muzikaal opzicht is de nieuwe plaat van First Aid Kit een interessante plaat. Het tweetal dreef op haar vorige plaat wat af richting de pop, maar kiest op Ruins weer vol voor de Amerikaanse rootsmuziek. Het is deels de verdienste van topproducer Tucker Martine, die Ruins werkelijk prachtig heeft ingekleurd en een flinke dosis (alt-)country heeft toegevoegd aan de folky muziek van het Zweedse tweetal. 

Muzikanten als R.E.M. gitarist Peter Buck en meesterdrummer Glen Kotche voegen nog wat extra glans toe aan de prachtige en verrassend veelzijdige klanken, maar de spotlights op Ruins zijn terecht volledig gericht op de gouden keeltjes van Johanna en Klara Söderberg. 

De Zweedse zussen maken niet alleen in vocaal opzicht diepe indruk, maar tekenen ook voor songs waarin jeugdige onbevangenheid of naïviteit heeft plaats gemaakt voor diepgang en doorleving. Het maakt van het fraaie Ruins een plaat die behoort tot de beste releases van de prille start van het muziekjaar 2018 en die de lat hoog legt voor alles dat nog komen gaat. Ik ben in ieder geval diep onder de indruk van het vocale en muzikale vuurwerk op de wederopstanding van Johanna en Klara Söderberg. Erwin Zijleman





19 januari 2018

Shame - Songs Of Praise

2017 was zeker niet het jaar van de leuke jonge gitaarbandjes (of ik heb de verkeerde kant op gekeken), maar in het nieuwe jaar vliegen ze me werkelijk om de oren. 

Nog maar net bekomen van het vrijwel onweerstaanbare debuut van de Ierse band The Academic, ben ik nu al weer in de ban van het debuut van de Britse band Shame. 

Net als bij The Academic zijn de leden van de uit het Londense Brixton afkomstige band Shame de schoolbanken nog maar net ontgroeid en spelen gitaren de hoofdrol in hun muziek, maar hiermee hebben we de belangrijkste overeenkomsten tussen de beide bands wel gehad. 

Waar The Academic kiest voor schaamteloos aanstekelijke en vooral zonnige klinkende popliedjes die zijn geïnspireerd door de meest succesvolle bands uit de geschiedenis van de Britse en Amerikaanse gitaarmuziek, graaft Shame dieper, strijkt het meer tegen de haren in en zoekt het haar inspiratie bij in artistiek opzicht interessante maar in commercieel opzicht minder succesvolle bands als The Fall, Television Personalities en Gang Of Four. 

Songs Of Praise is stevig beïnvloed door de muziek die in de hoogtijdagen van de punk en vooral de eerste postpunk golf werd gemaakt en klinkt wat minder groots dan de muziek uit de tweede en derde postpunk golf. De meeste songs op het debuut van Shame zijn rauw, donker en stekelig, maar op een of andere manier verliest de band uit Londen de toegankelijke gitaarsong nergens helemaal uit het oog. 

De band laat zich hierbij stevig beïnvloeden door van alles en nog wat, want naast de hierboven genoemde namen hoor ik op Songs Of Praise ook veel van Joy Division, flink wat van The Stranglers, verrassend veel van The Cult en ook wel wat van de bravoure van het jonge U2, maar ook voorzichtige flirts met jaren 90 Britpop iconen Blur en Oasis blijven niet uit. 

Het debuut van Shame bevat een aantal zich wat langzamer voortslepende songs en met name deze songs zijn donker gekleurd. Wanneer het tempo wordt opgevoerd en de gitaarwolken breder uitwaaien wordt het voorzichtig wel wat lichter in het muzikale landschap van Shame en duiken hier en daar zelf behoorlijk toegankelijke melodieën en refreinen op. 

Shame overtuigt dan opeens net zo makkelijk als de eerder genoemde tijdgenoten The Academic, maar over het algemeen genomen vraagt de muziek van Shame net wat meer tijd. Ik heb Songs Of Praise deze tijd gegund en raak steeds meer onder de indruk van het heerlijke gitaarwerk, dat varieert van loodzwaar tot lichtvoetig, en van de goede songs van de band uit Londen. 

De criticus zal beweren dat er niets nieuws onder de zon is. Dat is misschien waar, maar aan de andere kant klinkt Songs Of Praise van Shame anders dan vrijwel alle andere gitaarplaten van het moment. Boven alles is het debuut van Shame een gitaarplaat die je vastgrijpt en pas weer loslaat als de laatste noten wegsterven. Dat is knap. En ook in dit geval bijzonder aangenaam. Erwin Zijleman