Glory Hope Mountain van de Canadese band The Acorn werd twee jaar geleden de hemel in geprezen door met name de Britse en de Amerikaanse muziekpers, die de plaat schaarden onder de klassiekers van het afgelopen decennium. De akoestische folk met een laagje Indiaanse volksmuziek uit Honduras klonk inderdaad bijzonder, maar op een of andere manier bleef de plaat bij mij toch niet echt hangen, zodat ik de klassiekerstatus wat teveel eer vond. Opvolger No Ghost moet het tot dusver doen met aanmerkelijk minder positieve reacties, maar persoonlijk vind ik dit een veel betere plaat. Waar Glory Hope Mountain wat mij betreft nogal gezapig en gekunsteld klonk, is No Ghost een stuk steviger en meer down to earth. De countryrock op de nieuwe plaat van de Canadezen schuurt af en toe dicht tegen het werk van Neil Young (al dan niet bijgestaan door Crazy Horse) aan, maar heeft, met name wanneer The Acorn bijzonder fraaie harmonieën van stal haalt, ook wel wat van Fleet Foxes. No Ghost is een stuk steviger dan zijn voorganger, maar kent ook een aantal zeer ingetogen momenten. De afwisseling tussen de ingetogen akoestische songs en de wat uitbundigere elektrische songs geeft No Ghost de dynamiek die zijn voorganger wat mij betreft ontbeerde. Op No Ghost maakt The Acorn tijdloze muziek met vooral invloeden uit de country, folk, rock en psychedelica. Het is muziek die de afgelopen jaren wel vaker is gemaakt, maar op een of andere manier slaagt The Acorn er in om zich te onderscheiden van de meeste concurrenten. No Ghost ademt de sfeer van het Canadese platteland, maar klinkt avontuurlijk dan de meeste andere plattelandsmuziek. No Ghost klinkt door het vrijwel ontbreken van muzikale invloeden uit Midden-Amerika weliswaar anders dan zijn voorganger, maar heeft, bijvoorbeeld door het op subtiele wijze inzetten van elektronica, ook de ongrijpbare en avontuurlijke momenten die Glory Hope Mountain typeerden. No Ghost is een plaat die niet direct een onuitwisbare indruk zal weten te maken, maar is een plaat die de tijd moet krijgen om te groeien. Wanneer je The Acorn deze tijd geeft zul je merken dat steeds meer songs op No Ghost je weten te pakken. De ene keer door de prachtige zang van Rolf Klausner, de andere keer door het rustgevende akoestische getokkel, de volgende keer juist door de scheurende gitaren of de eigenzinnige muzikale accenten. Met No Ghost maakt The Acorn de belofte van Glory Hope Mountain meer dan waar en heeft het wat mij betreft een plaat gemaakt waaraan de concurrentie in het genre een zware dobber zal hebben. Erwin Zijleman