Bill Callahan maakte tussen 1992 en 2005 een dozijn platen als Smog, waarvan er achteraf bezien zeker zeven bovengemiddeld goed waren en er minstens drie (Wild Love uit 1995, Red Apple Falls uit 1997 en Knock Knock uit 1999) het predicaat klassieker verdienden. Nadat Callahan de stekker uit Smog had getrokken was het een paar jaar stil, maar met het in 2007 verschenen Woke On A Whaleheart begon Callahan aan zijn tweede jeugd. Hij deed dit met een opvallend opgewekte plaat, die behoorlijk was gekleurd door zijn ontluikende liefde voor Joanna Newsom. De liefde tussen Bill Callahan en Joanna Newsom hield echter geen stand en op het twee jaar geleden verschenen Sometimes I Wish We Were An Eagle hoorden we dan ook weer de Bill Callahan die we kenden van Smog. Dat was zeker geen straf, want Sometimes I Wish We Were An Eagle bleek al snel een plaat die zich kon meten met de beste platen van Smog. Op zijn derde soloplaat, Apocalypse, neemt Callahan nog meer afstand van de opgewekte klanken van Woke On A Whaleheart en borduurt hij voort op het geluid van Sometimes I Wish We Were An Eagle. Zoals de titel al doet vermoeden is de derde soloplaat van Bill Callahan geen vrolijke plaat. Apocalypse laat behoorlijk donkere en sober uitgevoerde muziek horen die doet denken aan de zwartste platen van Smog. Apocalypse is hierdoor minder toegankelijk dan Sometimes I Wish We Were An Eagle en vraagt in eerste instantie flink wat van de luisteraar. In de zeven relatief lange songs op Apocalypse duikt Bill Callahan in de Amerikaanse geschiedenis en vertelt hij een aantal indringende verhalen. Hoewel de plaat in muzikaal opzicht uiterst sober is, klinkt Apocalypse als een echte bandplaat en niet als een soloplaat. De instrumentatie is grotendeels akoestisch, maar dit kan zomaar veranderen door een plotselinge uithaal op de elektrische gitaar of andere opvallende accenten. De meeste songs op Apocalypse klinken buitengewoon intens en de sfeer is soms bijna dreigend. Apocalypse is hierdoor zeker geen makkelijke plaat, zeker niet wanneer je hem vergelijkt met zijn twee voorgangers, maar na enige gewenning valt er toch veel moois te horen op deze plaat. Hoewel Apocalypse duidelijk raakt aan het werk van Smog en dan met name aan de laatste platen die Callahan onder de naam Smog maakte, laat Apocalypse ook horen dat Bill Callahan zich nog steeds ontwikkeld, waardoor ook Apocalypse weer verrast. Apocalypse is misschien geen makkelijke plaat, maar de plaat staat vol met wonderschone songs. Mede door de uiterst trefzekere instrumentatie en Callahan’s indringende zang grijpen steeds meer songs op deze plaat je bij de strot en neemt de impact bij iedere luisterbeurt toe. Apocalypse is hierdoor niet alleen het zoveelste bewijs voor de muzikale genialiteit van Bill Callahan, maar is door de wederom net wat andere invalshoek minstens net zo onmisbaar als zoveel van de platen die Apocalypse voor gingen. Erwin Zijleman