Steve Earle debuteerde in 1986 met het geweldige Guitar Town; als je het mij vraagt één van de meest memorabele debuten uit de jaren 80. Het is een voorbeeld van een plaat die eigenlijk niet is te overtreffen en hierdoor een verlammende uitwerking kan hebben op het verdere verloop van de carrière van een muzikant. Steve Earle heeft hier weinig of eigenlijk geen last van gehad. Sinds Guitar Town maakte Earle een imposante stapel geweldige platen, waarop hij zichzelf steeds weer opnieuw uitvond. Het zijn platen die voor een belangrijk deel in het teken stonden van de behoorlijk heftige levenswandel van de Amerikaanse singer-songwriter, maar met name het afgelopen decennium heeft Steve Earle zich ook regelmatig laten horen als maatschappijcriticus (met Earle’s reactie op 9-11, het nog altijd prachtige John Walker’s Blues uit 2002, als beste voorbeeld). De laatste jaren is het leven van Steve Earle, mede door zijn huwelijk met singer-songwriter Allison Moorer, in een wat rustiger vaarwater terecht gekomen. Dat is niet zonder gevaar, want de gemiddelde muziekcriticus slijpt in dat geval onmiddellijk de messen. Het gemor begon direct bij het in 2007 verschenen Washington Square Serenade, maar verstomde weer bij het prachtige Townes uit 2009. Aan Townes van Zandt komt een zichzelf respecterend muziekcriticus immers niet. Het deze week verschenen I'll Never Get Out Of This World Alive kan niet zonder meer rekenen op positieve recensies, want aan gelukkige muzikanten heeft de gemiddelde muziekcriticus een broertje dood. Ik lees tot dusver vooral dat Steve Earle stil staat op zijn nieuwe plaat en voor het eerst in lange tijd geen nieuwe wegen in slaat. Het is kritiek waar ik me op zich wel in kan vinden. I'll Never Get Out Of This World Alive bevat inderdaad geen grote verrassingen en laat muziek horen die we inmiddels kennen van Steve Earle. De conclusie dat I'll Never Get Out Of This World Alive een weinig opzienbarend tussendoortje is of zelf een slechte plaat gaat me echter veel te ver. I'll Never Get Out Of This World Alive is wat mij betreft zelfs een prima plaat. Het begint al bij de prachtige productie van T Bone Burnett en de geweldige muzikanten die Steve Earle omringen, onder wie wederom vrouwlief Allison Moorer die op komt draven voor een fraaie ballad. Het sterkste punt van I'll Never Get Out Of This World Alive zijn echter de songs. Het zijn songs die wat vaker kiezen voor een akoestische setting en meer dan eens terugkeren naar de folk en country roots van Steve Earle. I'll Never Get Out Of This World Alive klinkt daarom wat minder venijnig of zelfs minder urgent dan de platen die hij gedurende de jaren 90 en aan het begin van het nieuwe millennium maakte, maar dat is slechts schijn. I'll Never Get Out Of This World Alive valt op het eerste gehoor misschien een klein beetje tegen, maar wanneer je je hebt verzoend met het feit dat Steve Earle dit keer meer retrospectief te werk gaat en minder hard en frequent schopt, blijkt het al snel een hele mooie plaat die minder vrijblijvend is dan hij op het eerste gehoor doet vermoeden. De meningen zijn dit keer misschien verdeeld, maar wat mij betreft heeft Steve Earle wederom een plaat gemaakt die voldoet aan de torenhoge standaarden die hij zichzelf al sinds zijn dit jaar precies 25 jaar oude debuut heeft opgelegd. Erwin Zijleman