16 januari 2013

Kris Kristofferson - Feeling Mortal

Het vereist flink wat moed om je eigen sterfelijkheid te bezingen, maar Kris Kristofferson doet het op zijn laatste plaat Feeling Mortal. De ouwe rot die in 1970 debuteerde met het prachtige Kristofferson en dit jaar 77 wordt, kondigt zijn komst bij de hemelpoort alvast aan, maar gaat vervolgens over tot de orde van de dag en dat is in het geval van Kris Kristofferson het maken van muziek. Kris Kristofferson debuteerde zoals gezegd in 1970, maar was hiervoor al vele jaren actief als muzikant. Toen hij eindelijk de erkenning kreeg die hij verdiende, leverde hij een flink aantal klassiekers af (ik tel er minstens zeven), om vervolgens te kiezen voor een carrière op het witte doek.  In de jaren 80 en 90 maakte Kris Kristofferson nauwelijks platen meer die er toe deden, maar de afgelopen zeven jaar verkeert de Amerikaanse muzikant weer in een grootse vorm. Het leverde met This Old Road (2006) en Closer To The Bone (2009) twee prachtplaten op en deze kregen aan het eind van 2012 gezelschap van het misschien nog wel mooiere Feeling Mortal. Feeling Mortal is een uiterst sobere plaat met een huiveringwekkend mooie productie van Don Was. Kris Kristofferson heeft zijn muziek voor de gelegenheid teruggebracht tot de essentie en zingt zo emotievol over het einde der dagen dat je je als luisteraar bijna schaamt. Deze gevoelens van schaamte moet je heel snel achter je laten, want wat is Feeling Mortal een mooie plaat. Ik had kippenvel bij de eerste keer dat Kris Kristofferson aan de hemelpoort rammelde en dat kippenvel is niet meer verdwenen. Feeling Mortal is een vrij conventionele singer-songwriter plaat, maar de hoeveelheid gevoel en doorleving zijn van een ongekend niveau. Het zijn de songs waarin Kristofferson zijn sterfelijkheid bezingt die de meeste indruk maken, maar het is zeker niet zo dat Kris Kristofferson met zijn  laatste kunstje bezig is (zoals Johnny Cash een paar jaar geleden op het laatste deel uit de American Recordings serie). In een aantal andere tracks bruist Kristofferson nog van levenslust en wil hij zelfs de bloemetjes nog wel even buiten gaan zetten of eert hij zijn nog vijf jaar oudere collega Ramblin’ Jack Elliott. Dit alles doet Kristofferson bij een uiterst sobere instrumentatie en productie, zodat we vooral zijn aangewezen op zijn stem. Nu is de stem van de Amerikaanse troubadour zeker niet onomstreden, maar mij raakt Kristofferson dit keer tot op het bot. De instrumentatie is trouwens belangrijker dan je denkt, want zeker wanneer je de plaat met de koptelefoon beluistert, hoor je hoe knap er wordt gemusiceerd (met een glansrol voor de pedal steel van Greg Leisz en de subtiele backing vocals van Sara Watkins) en hoe de op zich niet opzienbarende stem van Kris Kristofferson naar een hoger plan wordt getild. De tien songs op de plaat werden in slechts een paar dagen opgenomen, waardoor de rauwe emotie overheerst. Het duurt helaas maar een half uur, maar het is een half uur van een bijna onwerkelijke en buitengewoon indringende schoonheid. Laten we hopen dat de hemelpoort voor Kris Kristofferson voorlopig gesloten blijft, want van dit soort platen willen we er nog veel meer. Erwin Zijleman










Bijschrift toevoegen