Het gelegenheidstrio Bonny Light Horseman bundelt de krachten van drie gelouterde muzikanten en heeft wat mij betreft een duidelijke meerwaarde
Eric D. Johnson, Josh Kaufman en Anaïs Mitchell hebben alle drie hun sporen in de muziek verdiend en bundelen nu hun krachten als Bonny Light Horseman. Het gelegenheidstrio vertolkt op haar debuut vrijwel uitsluitend folk traditionals en dat is een beproefd recept. De drie Amerikaanse muzikanten wijken af van dit recept en kiezen voor een wat voller en smaakvoller geluid, waardoor het debuut van Bonny Light Horseman anders klinkt dan vergelijkbare albums, wat nog eens wordt versterkt door de mooie zang van Eric D. Johnson en natuurlijk Anaïs Mitchell. 1+1+1 is hierdoor net iets meer dan 3 wat mij betreft.
Het gaat misschien wat ver om Bonny Light Horseman een supergroep te noemen, maar een bijzonder trio is het zeker. Eric D. Johnson timmert al heel wat jaren aan de weg met zijn band Fruit Bats en is bovendien actief als producer, Josh Kaufman werkte als muzikant met onder andere The National en The War On Drugs en was als producer actief voor bijvoorbeeld The Hold Steady en Josh Ritter en dan is er ook nog eens Anaïs Mitchell, die de afgelopen 15 jaar een aantal fraaie soloalbums afleverde.
Met zijn drieën zijn ze Bonny Light Horseman, waarvan deze week een titelloos debuut verscheen. Het gelegenheidstrio kwam overigens tot stand nadat Eric D. Johnson, Josh Kaufman en Anaïs Mitchell hadden samengewerkt met Justin Vernon (Bon Iver) en producer Aaron Dessner, die ze stimuleerden om samen een album op te nemen.
Een wijs advies, want Bonny Light Horseman voegt absoluut iets toe aan de oeuvres van de drie individuele muzikanten. Op het debuut van het trio hoor je vooral ingetogen rootsmuziek. Ondanks de beschikbaarheid van twee producers en een multi-instrumentalist klinkt de muziek van Bonny Light Horseman betrekkelijk sober. Schijn bedriegt hier echter, want het geluid op het debuutalbum van het trio is bijzonder smaakvol en zit vol fraaie accenten.
In muzikaal opzicht beperkt Bonny Light Horseman zich vooral tot de folk. Het is folk die in eerste instantie is beïnvloed door de rijke historie van het genre. Bonny Light Horseman vertolkt op haar debuut vooral traditionals, maar is niet bang om de kroonjuwelen van de Amerikaanse folk in een wat moderner jasje te steken, waardoor het album af en toe voorzichtig opschuift richting indie-folk.
De instrumentatie op het album is zoals gezegd betrekkelijk sober maar smaakvol, waardoor de vocalen in de spotlights staan. Natuurlijk valt direct de prachtige stem van Anaïs Mitchell op, maar ook Eric D. Johnson maakt indruk met een mooie stem, die ook nog eens prachtig kleurt bij die van Anaïs Mitchell. Wanneer laatstgenoemde het voortouw neemt schuift het debuut van Bonny Light Horseman op richting de rootsmuziek die we van Anaïs Mitchell kennen, maar wanneer de stem van Eric D. Johnson nomineert doet het debuut van Bonny Light Horseman ook denken aan het wat mij betreft zwaar onderschatte derde album van The Lumineers (voor mij een van de beste albums van 2019).
De basis van het debuut van het gelegenheidstrio stond snel op de band, maar de twee producers van de band konden het niet laten om er achteraf ook nog flink aan te sleutelen. Mogelijk een gruwel voor folkpuristen, maar het zorgt er wat mij betreft voor dat het album niet alleen maar aangenaam voortkabbelt, maar ook spannend blijft. De instrumentatie op het album is van grote schoonheid en zorgt er voor dat Bonny Light Horseman zich weet te onderscheiden van alle folkalbums met traditionals die er al zijn.
De stemmige instrumentatie zorgt er bovendien voor dat de stemmen van Eric D. Johnson en Anaïs Mitchell nog net wat beter tot hun recht komen. Het gaat misschien wat ten koste van het ruwe en pure dat dit soort albums normaal gesproken kenmerkt, maar daar heb ik genoeg alternatieven voor. Kortom, prima uitstapje van deze drie gelouterde muzikanten. Erwin Zijleman