In de zomer van 2010 besluit de Zweedse singer-songwriter Peter Thisell om met een aantal bevriende muzikanten een plaat op te nemen. De muzikanten strijken, samen met vrienden, kinderen en huisdieren, neer in een leeg schoolgebouw in Lur, in het bosrijke zuiden van Zweden.
Het is een prachtige zomer. Zweden is groener dan groen, de dagen zijn zonnig en lang, de avonden loom en broeierig. Het klinkt als een hele mooie vakantie, maar er wordt ook hard gewerkt door Peter Thisell en zijn muzikale vrienden. De songs voor de plaat krijgen stuk voor stuk vorm, worden geperfectioneerd en vervolgens live opgenomen in de tot een studio omgebouwde school.
Aan het einde van de zomer van 2010 is er uiteindelijk genoeg materiaal voor een plaat. Het is een mooi verhaal dat een minstens even mooi vervolg had verdiend, maar het loopt helaas anders. Geen enkele platenmaatschappij ziet brood in een plaat vol Zweedse Americana, waardoor het debuut van Thisell bijna vier jaar lang slechts in zeer kleine kring te krijgen is (sinds vorig jaar al wel op LP).
Sinds kort is I van Thisell gelukkig overal verkrijgbaar en kunnen we alsnog genieten van het moois dat in de zomer van 2010 werd opgenomen in Lur. En genieten is het. Het debuut van Thisell staat vol met lome en licht weemoedige Americana. Americana zoals deze in de Verenigde Staten al twee decennia wordt gemaakt, maar dan voorzien van een Zweeds tintje.
Bij beluistering van het debuut van Thisell hoor je goed dat de band rond Peter Thisell eindeloos heeft geëxperimenteerd met de instrumentatie en arrangementen voor de verschillende songs en deze steeds verder heeft geperfectioneerd. Alles klinkt even mooi en trefzeker, waardoor I van Thisell de concurrentie met vrijwel alle andere platen in het genre aan kan.
Persoonlijk ben ik misschien nog wel het meest te spreken over de bijzonder fraaie wijze waarop de viool (van Karin Wiberg) wordt ingezet in het geluid van Thisell, maar ook de rest van de instrumentatie (met toch ook een glansrol voor de accordeon van David Odlöw) is dik in orde.
Het levert een redelijk sober, maar buitengewoon stemmig en smaakvol geluid op, dat prachtig past bij de mooie en emotievolle stem van Peter Thisell (hier en daar hoor ik wat van Neil Young en van My Morning Jacket) en zijn songs die vooral invloeden uit de folk en (alt-)country laten horen. Het zijn ingetogen en vaak wat weemoedige songs, waarin zo heel af en toe de Zweedse voorkeur voor perfecte popliedjes opduikt. Het doet me meer dan eens denken aan de beste platen van The Jayhawks, al heeft Thisell met name door de prominent aanwezige viool en de opvallende zang een duidelijk eigen geluid.
Het is een geluid dat maar blijft groeien en bloeien. Het is ook een geluid dat het waarschijnlijk het best doet op een regenachtige zondagochtend, al hoor je toch ook wel wat van de Zweedse zomer van 2010 terug in de muziek van Thisell.
Wat mij betreft brengen Peter Thisell en zijn muzikale medestanders ook deze zomer weer door in de oude school in Lur. Op II wil ik echter geen vier jaar wachten; daarvoor is de muziek van Thisell echt veel te mooi en bijzonder. Erwin Zijleman