Sinds The Black Keys inmiddels een jaar of drie op een laag pitje staan, profileerde Dan Auerbach zich vooral als producer (Lana Del Rey, Ray LaMontagne, Dr. John, Nikki Lane, Pretenders), maar het werd zo langzamerhand ook wel weer eens tijd voor een nieuwe soloplaat.
Waiting On A Song is de opvolger van Dan Auerbach’s eerste soloplaat, Keep It Hid, die in 2009 verscheen.
Op zijn eerste soloplaat bleef de Amerikaan nog betrekkelijk dicht bij het werk van The Black Keys, maar liet hij ook een zwak voor popmuziek uit de jaren 70 horen.
Dat zwak krijgt nog veel meer ruimte op Waiting On A Song dat zo lijkt weggelopen uit de jaren 70. Dan Auerbach sluit aan bij de tijdloze popliedjes van Dave Edmunds en Nick Lowe, heeft zeker geluisterd naar de eerste platen van Dire Straits en de vroege platen van Robert Palmer en maakt ook geen geheim voor zijn bewondering van J.J. Cale en Lee Hazlewood.
Waar Dan Auerbach met The Black Keys terugkeerde naar de essentie van de bluesy garagerock en op zijn eerste soloplaat af en toe het experiment opzocht, kiest hij op Waiting On A Song voor bijna schaamteloos toegankelijke popliedjes.
Het zijn popliedjes zoals ze in de jaren 70 wel vaker werden gemaakt en het zijn popliedjes die kunnen worden getypeerd met trefwoorden als zonnig, zorgeloos, zoet, laid-back en tijdloos.
Het lijken popliedjes die Dan Auerbach bijna achteloos uit zijn mouw heeft geschud en in een verloren middag op de band heeft geslingerd, maar de Amerikaan heeft zich er zeker niet makkelijk van afgemaakt.
Waiting On A Song laat zich vrijwel uitsluitend beïnvloeden door popmuziek uit de jaren 70, maar bestrijkt een zeer breed palet. Aan het hierboven opgesomde lijstje dat bij eerste beluistering opkwam, kan ik nog allerlei namen toevoegen. Waiting On A Song sluit soms aan bij de soul van Marvin Gaye en Al Green, laat invloeden van de muziek van Jeff Lynne horen, is geïnspireerd door de filmmuziek uit de jaren 70 fietst er subtiel wat country in en zo kan ik nog wel even doorgaan.
Laat Waiting On A Song uit de speakers komen en de zomer is onmiddellijk terug. Dan Auerbach heeft met zijn tweede soloplaat de ultieme feelgood plaat gemaakt, maar Waiting On A Song zit stiekem ook nog eens verschrikkelijk goed in elkaar.
Het gitaarwerk op de plaat is om van te watertanden, zeker als ook gitaargoden als Duane Eddy en Mark Knopfler aanschuiven, de productie is prachtig en boven alles zijn de songs echt verschrikkelijk goed.
Het lijkt er misschien even op dat Dan Auerbach een plaat met lichtvoetige popliedjes in elkaar heeft geflanst, maar hoe vaker ik naar de plaat luister hoe meer ik me besef dat de Amerikaan een klassieke popplaat van een ontzettend hoog niveau heeft gemaakt. Waiting On A Song klinkt als een omgevallen platenkast, maar pikt wel iedere keer het beste popliedje er uit. Het maakt het genot van deze ultieme zomerplaat nog wat groter. Erwin Zijleman