Heel productief zijn David Rawlings en Gillian Welch niet. Gillian Welch was in de afgelopen 21 jaar goed voor slechts vijf platen, waarvan de eerste vier tussen 1996 en 2003 werden uitgebracht en de laatste (het geweldige The Harrow & The Harvest, dat akelig dicht in de buurt komt bij haar meesterwerk Time (The Revelator) uit 2001) al weer zes jaar oud is.
David Rawlings maakte als Dave Rawlings Machine twee prima platen in 2009 en 2015 en brengt nu als David Rawlings Poor David’s Almanack uit.
Waar David Rawlings een belangrijke rol speelde op de zo bejubelde platen van Gillian Welch, draagt Gillian Welch stevig bij aan de platen van haar echtgenoot. Ze schreef mee aan flink wat songs op de plaat, tekent voor de percussie en voegt uiteraard prachtige harmony vocalen toe.
Net als op de platen van Dave Rawlings Machine neemt David Rawlings echter het voortouw op Poor David’s Almanack, dat net als de platen van Gillian Welch is geworteld in de Appalachen folk, maar ook citeert uit de folkrock en countryrock uit de jaren 70. Vergeleken met de platen van Dave Rawlings Machine schuurt Poor David’s Almanack wat dichter tegen het werk van Gillian Welch aan en dat vind ik persoonlijk goed nieuws.
De nieuwe plaat van David Rawlings (en Gillian Welch) past in het hokje traditionele Amerikaanse rootsmuziek, maar verkent hierbinnen een breed terrein. De plaat bevat een aantal zeer ingetogen folksongs, maar ook net wat stevigere songs of songs die opschuiven richting blues en country of zelfs voorzichtig raken aan het meer roots georiënteerde werk van The Eagles en Fleetwood Mac.
De vaak lome en ingetogen klanken eren de rijke tradities van de Amerikaanse rootsmuziek en sluiten hier en daar aan bij muzikale helden uit een ver verleden (een aantal songs op de plaat zou niet hebben misstaan op Deja Vu van Crosby, Stills, Nash & Young, maar David Rawlings en Gillian Welch hebben inmiddels ook een uit duizenden herkenbaar eigen geluid.
Als groot fan van de stem van Gillian Welch, veer ik steeds enthousiast op wanneer ze tekent voor prachtige harmonieën, maar ook de stem van haar partner ligt lekker in het gehoor en past uitstekend bij de muziek die het tweetal maakt.
Het is muziek die zich makkelijk opdringt, maar pas hierna begint met groeien. Bij eerste beluistering vond ik Poor David’s Almanack vooral een lekker klinkende plaat met tijdloze rootsmuziek voor bij het kampvuur, maar net als op de vorige platen van het tweetal krijgen de songs van Gillian Welch na verloop van tijd iets bezwerends.
Dat is deels de verdienste van de fraai bij elkaar kleurende stemmen van het tweetal, maar ook de trefzekere instrumentatie, met een hoofdrol voor werkelijk prachtig gitaarwerk, op Poor David’s Almanack draagt stevig bij aan het luisterplezier dat de nieuwe plaat van David Rawlings oplevert.
Heel veel platen maken Gillian Welch en David Rawlings misschien niet, maar zolang ze allemaal van het hoge niveau zijn dat we inmiddels van het tweetal gewend zijn, heb ik er vrede mee. Erwin Zijleman