29 januari 2019

Lee Harvey Osmond - Mohawk

Lee Harvey Osmond keert na een paar jaar afwezigheid terug met een plaat die voortborduurt op zijn vorige werk maar ook nieuwe wegen in slaat
Mohawk is, net als de vorige twee platen van Lee Harvey Osmond, een plaat die makkelijk verleidt en zich makkelijk opdringt. Het is een plaat die direct bij eerste beluistering bekend in de oren klinkt, maar toch is het niet makkelijk om de muziek van de Canadese muzikant te vergelijken met muziek van anderen. Laat Mohawk uit de speakers komen en je waant je vaak in een rokerige nachtclub, waar alleen in goede films bands als Lee Harvey Osmond spelen. Het bijzondere verhaal dat Tom Wilson op de nieuwe plaat van zijn alter ego vertelt, geeft het fraaie Mohawk nog een extra dimensie.


Lee Harvey Osmond (ook een tijd lang geschreven als LeE HARVeY OsMOND) is het alter ego van de Canadese muzikant Tom Wilson. Deze Tom Wilson debuteerde in 2010 met het slechts in kleine kring opgepikte A Quiet Evil, maar maakte vervolgens veel indruk met The Folk Sinner uit 2013 en Beautiful Scars uit 2015. 

De laatste twee platen vergeleek ik op deze BLOG afwisselend met het werk van Tom Waits, Robbie Robertson en Dr. John, maar het waren stuk voor stuk vergelijkingen die maar kort meegingen. 


Het is een tijd stil geweest rond Lee Harvey Osmond, maar gelukkig is Tom Wilson nu terug met een nieuwe plaat. Het is een plaat met een bijzonder verhaal. Tom Wilson ging er tot zijn 53e van uit dat hij een Canadees met Ierse roots was, maar hoorde toen dat de ouders die hem hebben grootgebracht niet zijn biologische ouders zijn. Zijn biologische ouders bleken Mohawk Indianen uit het Canadese Kahnawake reservaat en sindsdien doet Tom Wilson zijn best om zich Mohawk te voelen. 


In muzikaal opzicht is daar nog niet zoveel van te merken, want Mohawk ligt in het verlengde van zijn twee voorgangers. Ook op Mohawk staat Lee Harvey Osmond garant voor zwoele en wat broeierige muziek die je net zo makkelijk meeneemt naar een duistere nachtclub als naar het straatleven in New Orleans. 


Mohawk werd, net als zijn twee voorgangers geproduceerd door Cowboy Junkies gitarist Michael Timmins en kent gastbijdragen van onder andere Suzie Ungerleider (Oh Susanna), die ook op de vorige plaat was te horen. Ook Mohawk laat weer raakvlakken horen met de muziek van Tom Waits, Robbie Robertson en Dr. John en hiernaast duikt af en toe een flard van Leonard Cohen (de instrumentatie, de inzet van vrouwenstemmen), J.J. Cale (de laid-back sfeer) en The Doors (de inzet van psychedelica) op. 


Heel zinvol is vergelijken met de muziek van anderen echter niet, want ook op Mohawk laat Lee Harvey Osmond een opvallend eigen geluid horen. De instrumentatie op Mohawk is vaak zweterig en broeierig en veelkleurig, maar kan ook flink gas terugnemen. Het is een instrumentatie die past bij de rhythm & blues zoals die rond New Orleans wordt gemaakt, maar ook op Mohawk maakt Tom Wilson ook uitstapjes richting de Amerikaanse en Canadese rootsmuziek. Het is een instrumentatie vol fraai snarenwerk en veelkleurige blazers, waaraan subtiele accenten zijn toegevoegd.


Uiteindelijk worden onder andere folk, country, psychedelica, jazz, blues en rock aan elkaar gesmeed in het aangename geluid van Lee Harvey Osmond. Vergeleken met de vorige twee platen is de stem van de Canadese muzikant nog wat rauwer en donkerder geworden. Het past uitstekend bij de stemmige klanken op de plaat. 


Het is lastig om Mohawk in een hokje te duwen en het is lastig om de plaat te vergelijken met die van anderen (het citaat "Think JJ Cale with a haunting, voodoo feel" dat ik ergens tegen kwam vond ik wel een mooie), maar desondanks is ook de nieuwe plaat van Lee Harvey Osmond er weer een die zich vrij makkelijk opdringt, zeker wanneer de avond is gevallen. Of Tom Wilson zich inmiddels wat meer Mohawk voelt kan ik op basis van de muziek niet zeggen, maar een getalenteerd muzikant is het nog altijd. Erwin Zijleman