De Amerikaanse singer-songwriter Marissa Nadler maakte de afgelopen jaren drie fascinerende platen. Opvallende platen van hoog niveau die helaas niet in al te brede kring werden opgepikt. Helemaal onbegrijpelijk is dit overigens niet, want net als bijvoorbeeld Joanna Newsom en vooral Josephina Foster maakte Marissa Nadler op deze platen muziek die niet van deze tijd en misschien zelfs wel niet van deze wereld is. Met name haar eerste twee, thuis in elkaar geknutselde, platen riepen bij mij associaties op met minstrelen uit de Middeleeuwen en dan met name de duisterdere types binnen dit gilde, maar sinds het in 2007 verschenen Songs III: Bird On The Water is het geluid van Marissa Nadler wel iets voller, toegankelijker en eigentijdser geworden. Het is een lijn die stevig wordt doorgetrokken op haar vierde plaat; het deze week uitgebrachte Little Hells. Little Hells is immers met afstand de meest toegankelijke plaat die Marissa Nadler tot dusver heeft uitgebracht. Een bewering die ik direct weer moet relativeren, want een ieder die nu lichtvoetige folkdeuntjes verwacht is bij Marissa Nadler (gelukkig) nog altijd aan het verkeerde adres. Op Little Hells staan een aantal tracks die qua productie en instrumentatie wat meer zijn aangekleed dan we van Marissa Nadler gewend zijn en bovendien treedt de Amerikaanse op haar vierde plaat af en toe voorzichtig buiten de gebaande folkpaden met een vleugje country, maar ook op Little Hells horen we toch weer vooral traditioneel aandoende folksongs van een ongekende schoonheid. Songs die vaak aardedonker gekleurd zijn en door Nadler’s hypnotiserende gitaarspel, haar fraaie en veelzijdige stem en haar gedreven voordracht een bijna spookachtig karakter krijgen. Griezelig, maar vrijwel zonder uitzondering wonderschoon. Echt een plaat om je mee op te sluiten tijdens lange en donkere nachten; als je het aandurft tenminste. Erwin Zijleman