Castles is al weer de vierde plaat van de Amerikaanse singer-songwriter Lissie (Maurus) en tot dusver ben ik, ondanks het feit dat haar vorige platen zich nauwelijks met elkaar laten vergelijken, zeer gecharmeerd van het werk van de muzikante die opgroeide in Rock Island, Illinois.
Lissie debuteerde al weer acht jaar geleden met het sterke Catching A Tiger, waarop ze een balans probeerde te vinden tussen in artistiek opzicht verantwoorde Amerikaanse rootsmuziek en in commercieel opzicht succesvolle popmuziek.
Het is een lijn die werd doorgetrokken op het van een opvallend blinkende productie voorziene Back To Forever uit 2013 dat wel flink opschoof richting pop, waarna Lissie op het twee jaar geleden verschenen en vaak wat donker klinkende My Wild West wel erg dicht tegen Lana Del Rey aan kroop en de invloeden uit de Amerikaanse rootsmuziek vrijwel volledig waren verdwenen.
Het zijn invloeden die niet of nauwelijks terugkeren op het deze week verschenen Castles, dat hierdoor waarschijnlijk niet in de smaak zal vallen bij liefhebbers van Amerikaanse rootsmuziek en zeker niet bij de puristen binnen deze groep. Voor liefhebbers van in muzikaal en vocaal opzicht interessante popmuziek valt er op de vierde plaat van Lissie echter flink wat te genieten.
Ik was direct bij de release van haar debuut al onder de indruk van de stem van de singer-songwriter die haar geluk niet kon vinden in Los Angeles en verhuisde naar Iowa en het is een stem die alleen maar mooier en krachtiger is geworden.
Op haar vorige twee platen koos Lissie voor een vol en blinkend geluid, maar Castles is voorzien van duidelijk minder uitbundige klanken. De plaat bevat een aantal redelijk intieme songs met een hoofdrol voor de piano en ook wanneer wordt gekozen voor een wat voller geluid, blijft Lissie ver verwijderd van de overgeproduceerde muziek van de popprinsessen van het moment.
Castles bevat een aantal songs waarmee Lissie zich desondanks kan meten met deze popprinsessen, maar heeft zich ook absoluut laten beïnvloeden door de platen van Fleetwood Mac. Wanneer deze invloeden opduiken valt op dat de stem van Lissie hier en daar dicht tegen die van Stevie Nicks aan schuurt, maar ook de vergelijking met Lana Del Rey is dit keer niet helemaal onzinnig.
Net als zijn voorgangers zal ook Castles waarschijnlijk niet de hemel in worden geprezen door de critici, maar ik geniet ook dit keer erg van de even aangename als interessante popliedjes van Lissie en natuurlijk van haar geweldige stem. Het predicaat ‘bovengemiddeld goede popplaat’ is wat mij betreft op zijn plaats. Erwin Zijleman