Ik heb een enorm zwak voor de stem van Tracey Thorn, al sinds ze helemaal aan het begin van de jaren 80 voor het eerst opdook met haar cultband Marine Girls en een paar jaar later furore maakte met Everything But The Girl.
De afgelopen jaren was het redelijk stil rond Tracey Thorn en moesten we het doen met haar, overigens geweldige, autobiografie Bedsit Disco Queen. Bijna vijfenhalf jaar na het sterke Tinsel And Lights is Tracey Thorn nu dan eindelijk terug met een nieuwe plaat.
Iedereen die de platen van Everything But The Girl en de soloplaten van Tracey Thorn kent, weet dat de Britse zangeres een zwak heeft voor akoestische jazzy klanken, maar ook niet vies is van flirts met elektronische popmuziek en de dansvloer. Op Record kiest Tracey Thorn voor de afwisseling weer eens voor de elektronica en dat vond ik op voorhand jammer.
Een wat zwaarder aangezet elektronisch klankentapijt is immers uiterst geschikt om een gebrek aan vocale capaciteiten te verdoezelen en in het geval van Tracey Thorn dus totaal onnodig. Gelukkig heeft producer Ewan Pearson het geluid op Record niet in alle tracks helemaal dichtgesmeerd, waardoor de nuance in de fraaie stem van Tracey Thorn behouden is gebleven.
Op Record werkt Tracey Thorn niet alleen samen met oudgediende Ewan Pearson, maar werkt ze ook met een band, waarin onder andere de ritmesectie van Warpaint opduikt. Record klinkt daarom voor Tracey Thorn begrippen verrassend vol, wat nog eens verder wordt versterkt door wat extra vocale bijdragen, van onder andere Corinne Bailey Rae.
Bij de eerste noten van openingstrack Queen lijkt de prachtstem van Tracey Thorn nog te verzuipen in een overdaad aan elektronica en beats, maar de bijzondere stem, die me inmiddels al ruim 35 jaar betovert, komt gelukkig snel aan de oppervlakte.
Helemaal vanzelf gaat dat niet op Record, want ik hoorde de stem van Tracey Thorn nog niet eerder in combinatie met zo’n stevig aangezet elektronisch geluid. Het is een geluid dat makkelijk verleidt en op een of andere manier ook wel fraai past bij de stem van Tracey Thorn, die net als generatiegenoot Marc Almond over het vermogen beschikt om bij zeer uiteenlopende instrumentaties en arrangementen goed uit de verf te komen.
Tracey Thorn flirt op Record meer dan eens met hitgevoelige pop en de dansvloer, maar durft een track ook op te rekken tot boven de 8 minuten, durft meer dan eens gas terug te nemen en laat bovendien horen dat ze haar klassiekers kent. Record citeert een enkele maal uit de jaren 70 catalogus van Kraftwerk en staat ook uitvoerig stil bij de elektronische popmuziek zoals die in de jaren 80 werd gemaakt.
Het zou met een gemiddelde zangeres de middelmaat waarschijnlijk niet echt ontstijgen, maar met de warme stem van Tracey Thorn krijgen alle tracks op de plaat iets bijzonders en is de instrumentatie uiteindelijk van ondergeschikt belang.
De volgende keer hoor ik Tracey Thorn liever weer eens in een meer organisch klinkende setting, maar voor deze keer voldoet het elektronische klankentapijt ook zeker, al is het maar omdat ik maar weinig zangeressen ken die me zo aangenaam raken als Tracey Thorn. Erwin Zijleman