Voor het laatste echte wapenfeit van David Gilmour moesten we tot voor kort bijna negen jaar terug in de tijd, maar met Luck And Strange is de voormalige Pink Floyd gitarist en zanger terug met een nieuw album. Op dit album doet David Gilmour waar hij goed in is. Dat betekent dat hij de ene na de andere memorabele gitaarsolo uit de mouw schudt en bovendien tekent voor prima songs. Luck And Strange bevat uiteraard echo’s van met name het latere werk van Pink Floyd, maar David Gilmour voegt ook iets toe aan alles dat hij eerder gemaakt heeft. Het is een knappe prestatie van een muzikant die hard richting de 80 gaat, maar nog altijd muziek maakt die er toe doet.
Rattle That Lock, het tot voor kort laatste studioalbum van de Britse muzikant David Gilmour, verscheen een klein jaar na The Endless River, de zwanenzang van zijn band Pink Floyd. Over The Endless River waren de meningen zeer verdeeld. De een noemde het een onbetwist meesterwerk, de ander vond het slaapverwekkend saai. Mijn mening ligt ergens in het midden, maar ik vond The Endless River persoonlijk interessanter dan Rattle That Lock, dat een aantal mooie tracks bevatte, maar dat ook ruimte bood aan een aantal wat mij betreft weinig onderscheidende popsongs.
Ik had dan ook geen hele hoge verwachtingen van het deze week verschenen Luck And Strange, al blijft David Gilmour natuurlijk een geweldige gitarist. Het is direct te horen in de openingstrack, waarin wolken synths worden gecombineerd met het uit duizenden herkenbare gitaarspel van de voormalige Pink Floyd gitarist, die ik persoonlijk schaar onder de allerbeste gitaristen.
David Gilmour begon aan zijn nieuwe soloalbum tijdens de coronapandemie en werkte, net als op het vorige album, intensief samen met zijn vrouw Polly Samson, die wederom tekende voor de teksten. Ook zijn dochter Romany Gilmour levert een bijdrage aan het album, maar verder vertrouwde David Gilmour vooral op zeer gelouterde muzikanten, onder wie topkrachten als Guy Pratt, Steve Gadd en Roger Eno. De keuze voor de vooral van Alt-J, maar ook van Marika Hackman en Wolf Alice bekende producer Charlie Andrew is opvallender, maar het pakt uitstekend uit.
David Gilmour vierde eerder dit jaar zijn 78e verjaardag, maar steekt op Luck And Strange in een prima vorm. Het gitaarspel van de Britse muzikant is nog altijd weergaloos, zeker als hij kiest voor de dromerige en breed uitwaaiende solo’s, waar hij al zo lang het patent op heeft. Ook de stem van David Gilmour klinkt nog prima en veel beter dan die van de meeste van zijn leeftijdsgenoten, al legt hij het af tegen dochter Romany, die in twee tracks het voortouw neemt.
Meer dan voorganger Rattle That Lock is Luck And Strange een album waarop David Gilmour vertrouwt op zijn inmiddels vertrouwde competenties. De wonderschone gitaarsolo’s vliegen je om de oren en ze krijgen alle ruimte in het stemmige en met veel synths ingekleurde geluid. Veel songs op het album zijn niet ver verwijderd van de songs die zijn te vinden op de albums die Pink Floyd maakte na het vertrek van Roger Waters, die de weg inmiddels flink kwijt is, maar Luck And Strange klinkt opvallend geïnspireerd. Op hetzelfde moment is sterfelijkheid een centraal thema op het album, wat geen onbekend thema is op albums van muzikanten van de leeftijd van David Gilmour.
Ik had zoals gezegd geen hele hoge verwachtingen van het nieuwe album van de voormalige Pink Floyd gitarist en zanger, maar Luck And Strange is een mooi album, dat zeker iets toevoegt aan alles dat de Britse muzikant al gemaakt heeft. Het is overigens een album dat het verdient om met de koptelefoon te worden beluisterd, want dan hoor je pas goed hoe mooi alle lagen in de muziek op het album zijn en hoe knap het is geproduceerd door Charlie Andrew, die stiekem toch wel wat nieuwe elementen heeft toegevoegd aan de muziek van David Gilmour. Al met al een zeer aangename verrassing dit album van deze levende legende. Erwin Zijleman
Luck And Strange van David Gilmour is verkrijgbaar via de Mania webshop: