Niet meer verwacht, maar toch nog gekomen, een nieuw album van de Nederlandse band Daryll-Ann. De band trok twintig jaar geleden vrij abrupt de stekker er uit, maar laat op Spring horen dat de magie van weleer hierbij niet verloren is gegaan. Spring klinkt hier en daar net wat steviger dan we van de band gewend zijn, maar het comeback album is toch ook een feest van herkenning met uiterst melodieuze songs die aan de ene kant de zon doen schijnen, maar ook niet bang zijn voor donkere wolken en diepgang. Er zijn niet heel veel bands die na een stilte van ruim twintig jaar nog met een acceptabel album op de proppen komen, maar Spring van Daryll-Ann is in alle opzichten memorabel.
De Nederlandse band Daryll-Ann debuteerde in 1992 nog vrij anoniem, trok vervolgens de aandacht met het in 1995 verschenen Seaborne West en groeide hierna uit tot een van de leukste Nederlandse bands van de jaren 90 en vroege jaren 00 met de op het Excelsior label uitgebrachte albums Daryll-Ann Weeps (1996), Happy Traum (1999), Trailer Tales (2002) en Don't Stop (2004).
Net als labelgenoten Johan vermaakte Daryll-Ann met op het eerste gehoor zorgeloze popsongs die de zon lieten schijnen, maar de songs van de band waren veel meer dan een dosis zonnestralen, al was het maar vanwege alle melancholie in de songs. Datzelfde Johan dook eerder dit jaar op met een uitstekend album dat volgde op een redelijk lange stilte en nu is het de beurt aan Daryll-Ann.
Rond Daryll-Ann is het nog veel langer stil geweest. Tien jaar geleden deed de band al eens een reünie tour, maar tot een opvolger van Don’t Stop kwam het destijds niet. Die opvolger is nu wel verschenen, want ruim twintig jaar na de vermeende zwanenzang van de band is Spring verschenen. Ik zal er niet over zeuren dat Spring misschien een paar maanden te laat komt, al is het maar omdat de Nederlandse band, net als in het verleden, de lentezon laat schijnen op haar nieuwe album.
Jelle Paulusma en Anne Soldaat schreven allebei een aantal songs voor het nieuwe album van Daryll-Ann, die vervolgens mede werden ingekleurd door bandleden van het eerste uur Jeroen Kleijn, Coen Paulusma en Jeroen Vos. Spring klinkt direct vertrouwd met popsongs die het unieke stempel van Daryll-Ann dragen. Dit betekent overigens niet dat Spring fantasieloos voortborduurt op Don’t Stop, want je hoort wel dat er twintig jaren zijn verstreken.
Daryll-Ann schuift op haar album wat vaker op richting indierock, maar ook flarden Westcoast pop en alt-country zijn nog duidelijk hoorbaar en af en toe komt ook een uiterst ingetogen song voorbij. In een aantal tracks doet Spring bovendien wat Beatlesque aan, wat niet zo gek is gezien de bijdragen van de Lennon en McCartney van de Nederlandse popmuziek, want zo mogen Paulusma en Soldaat best genoemd worden.
In de jaren 90 maakte vooral het melodieuze karakter van de muziek van Daryll-Ann de songs van de band zo onweerstaanbaar en dat melodieuze karakter is ook weer goed hoorbaar op Spring, dat ook als de gitaren gruizig klinken of wanneer de songs behoorlijk melancholisch zijn vermaakt met prachtige melodieën.
In mijn recensie van het laatste album van Johan schreef ik dat het best knap is om na lange afwezigheid terug te keren met een album dat verder gaat waar het vorige album ophield maar dat op hetzelfde moment is mee gegaan met de tijd. De prestatie van Daryll-Ann is gezien de afwezigheid van ruim twintig jaar nog een stuk knapper. Spring klinkt direct als Daryll-Ann, maar de band is zeker niet blijven steken in het verleden en overtuigt op Spring met fris klinkende popsongs met hooguit een nostalgisch tintje.
In muzikaal opzicht klinkt het allemaal weer fantastisch, met een hoofdrol voor het veelkleurige gitaarwerk van Anne Soldaat, maar ook de bijdragen van de soepel spelende ritmesectie zijn het vermelden waard. Spring kon twintig jaar na die prachtige serie albums eigenlijk alleen maar tegenvallen, maar dat doet het album zeker niet. Daryll-Ann is terug en dat is echt geweldig nieuws. Erwin Zijleman