Het is al weer bijna tien jaar geleden dat Florence + The Machine door de Britse muziekpers werd uitgeroepen tot de meest veelbelovende band voor de komende jaren.
Florence Welch en haar band maakten de belofte meer dan waar met het imponerende debuut Lungs, maar sindsdien ben ik lang niet altijd onder de indruk van de muziek van de Britse band, die wel erg opschoof in de richting van de grootse en meeslepende elektronische popmuziek. Ik was dan ook niet overdreven nieuwsgierig naar de vierde plaat van de Britse band, maar High As Hope is een verrassend sterke plaat.
Direct in de openingstrack June verrast Florence + The Machine met verrassend ingetogen klanken, waardoor alle nadruk ligt op de stem van Florence Welch. Dat is een wijs besluit. De stem van de Florence Welch roept tot dusver gemengde reacties op, maar ik vind het zelf een geweldige zangeres, zeker wanneer emotie het wint van onderkoeling. De openingstrack van de vierde plaat van de band uit Londen overtuigt direct met vocalen vol gevoel, ook wanneer de instrumentatie aan het eind van de song toch weer wat opschuift richting groots en meeslepend.
High As Hope sluit deels aan op zijn soms wat bombastische voorgangers, maar over het algemeen genomen neemt Florence & The Machine op haar nieuwe plaat vaker dan voorheen voorzichtig gas terug. High As Hope is een persoonlijke plaat waarop Florence Welch de strijd aanbindt met de demonen uit haar jeugd. Eetstoornissen, verslavingen, eenzaamheid, mislukte liefdes, familieruzies; het komt allemaal voorbij en alles wordt met evenveel passie en emotie bezongen.
Florence Welch werd de afgelopen jaren steeds nadrukkelijker geschaard onder de electropop prinsessen, maar daarvoor vind ik de muzikante uit Londen toch net te interessant. Het debuut van Florence + The Machine werd niet voor niets vergeleken met platen van buitengewoon interessante collega’s als PJ Harvey, Patti Smith en Björk.
Patti Smith wordt geëerd in Patricia, maar de naam die bij beluistering van High As Hope met afstand het meest bij me op komt is die van Kate Bush. Je hoort de invloed van Kate Bush terug in de instrumentatie, in alle toegevoegde geluidjes en in de zang. High As Hope klinkt hierdoor vaak als de plaat die Kate Bush had kunnen maken wanneer ze halverwege de jaren 80 de beschikking had gehad over alle techniek waarover Florence + The Machine kan beschikken.
De criticus zal beweren dat de intimiteit het op High As Hope flink verliest van de bombast, maar wat mij betreft zijn de twee op de vierde plaat van Florence + The Machine in evenwicht. High As Hope biedt Florence Welch volop ruimte voor reflectie, maar natuurlijk gaat ze ook met enige regelmaat los op een manier die alleen zij beheerst. Het voorziet de plaat van ongelooflijk veel dynamiek en power, maar biedt ook een inkijkje in het persoonlijke leven van Florence Welch, wat de plaat een bijzondere lading geeft. De vorige heb ik laten lopen, maar High As Hope onderstreept wat mij betreft het tien jaar geleden ontdekte talent van Florence + The Machine. Erwin Zijleman