Peter Holsapple heeft zijn sporen in de popmuziek inmiddels ruimschoots verdiend. De Amerikaanse muzikant, die opgroeide in de muziekscene van Winston-Salem, North Carolina, speelde in de jaren 70 in een aantal bands, maar trok pas serieus de aandacht toen hij in 1978 opdook in de band The dB’s.
De band uit New York, met ook Chris Stamey in de gelederen, leverde in 1981 met Stands For Decibels een geweldig debuut af. Het is een debuut dat inmiddels terecht is uitgegroeid tot een klassieker, maar in de vroege jaren 80 trok de muziek van The dB’s helaas niet de aandacht die de band verdiende.
Na een aantal door de critici goed ontvangen, maar in commercieel opzicht teleurstellende platen, viel het doek voor de band, die met een beetje meer geluk was uitgegroeid tot een hele grote en invloedrijke band. Peter Holsapple speelde sindsdien onder andere bij R.E.M., The Bangles en Hootie & The Blowfish, maakte twee uitstekende platen met Chris Stamey, formeerde de gelegenheidsband The Continental Drifters (ook goed voor drie prima platen) en dook ook nog een keer op met The dB’s (wat vooral een zeer geslaagde tour opleverde).
Voor een muzikant die al zo lang meedraait in de muziek zou je ook een respectabel aantal soloplaten verwachten, maar tot voor kort maakte Peter Holsapple er slechts één (en het uit 1997 stammende debuut is een behoorlijk obscure plaat). Ik weet niet wat Peter Holsapple de afgelopen jaren heeft gedaan, maar uit het niets is er een nieuwe soloplaat van de Amerikaan verschenen. En wat is het een goede en lekkere soloplaat geworden.
Peter Holsapple hoeft niets meer te bewijzen en heeft waarschijnlijk ook niet meer de ambitie om wereldberoemd te worden Hij kan dus de muziek maken die hij wil maken en dat is op Game Day wat rauwere muziek dan ik van de Amerikaan gewend ben. Game Day is een plaat zonder pretenties en zonder poespas. Samen met een aantal bevriende muzikanten maakt Peter Holsapple muziek en het is muziek die zich heeft laten inspireren door alles waar de Amerikaanse muzikant de afgelopen decennia mee in aanraking kwam, met flink wat stappen richting de jaren 60.
Peter Holsapple was in het verleden goed voor memorabele popliedjes en ook op Game Day komen er flink wat uit de hoge hoed. Het zijn zoals gezegd popliedjes die alle kanten op springen. In een aantal songs grijpt Peter Holsapple terug op de power pop van The dB’s, maar de Amerikaan kan ook uit de voeten met rauwe rock, met bluesy songs of met songs die in het brede hokje van de Americana passen.
Alles knalt met veel energie uit de speakers en het plezier spat ervan af. Direct bij eerste beluistering klinkt het bijzonder lekker, maar hoe vaker je de songs op Game Day hoort hoe leuker en hoe onweerstaanbaarder de soloplaat van Peter Holsapple wordt en uiteindelijk schaart de plaat zich makkelijk onder de leukere gitaarplaten van het moment. De naam Peter Holsapple was voor mij tot voor kort een naam uit een ver (The dB’s) of net wat minder ver (The Continental Drifters, Stamey/Holsapple) verleden, maar dankzij Game Day doet de Amerikaan weer mee met de smaakmakers van het moment. Erwin Zijleman