Leo Blokhuis vertelt mooie verhalen en is een groot muziekkenner. Beide talenten combineert hij in een roman die vanuit verschillende perspectieven het ontstaan van de rock ’n roll in Nederland fraai belicht.
Op deze BLOG staan albums centraal, maar zo af en toe komt er ook een muziekboek of een muziekfilm voorbij.
Muziekboeken zijn er in drie soorten. Allereerst zijn er de lijvige biografieën en autobiografieën, hiernaast zijn er de bijna wetenschappelijke werken over stromingen of ontwikkelingen in de popmuziek en ten derde zijn er de romans waarin muziek een belangrijke rol speelt.
Leo Blokhuis opereert tot dusver vooral in de eerste twee categorieën, maar combineert zijn kennis van de muziek en zijn vaardigheid als verhalenverteller nu in zijn eerste echte roman, Blauwe Zomer.
Blauwe Zomer vertelt het verhaal van twee jongens, Johan en Chris, die aan het eind van de jaren 50 volwassen worden in Nederland. De een moest als Nederlander het door hem geliefde maar hem ook vijandig gezinde Indonesië verlaten, terwijl de ander zich probeerde te ontworstelen aan een streng gereformeerd milieu.
Beide jongens maakten muziek en sloten in eerste instantie aan bij de muziek waarmee ze thuis waren opgegroeid, maar opeens was er de rock ’n roll. De liefde voor de rock ’n roll werd aangewakkerd door Rock Around The Clock van Bill Haley en zijn Comets, maar sijpelde ook al snel door in de muziek die de twee hoofdpersonen maken en waarmee ze zich proberen te ontworstelen aan de kleinburgerlijke samenleving in de late jaren 50.
Leo Blokhuis vertelde in zijn boek Haags Speelkwartier al eerder over het ontstaan van de Indische rock ’n roll in Den Haag en deed dat toen vanuit het perspectief van de bekende muziekwinkel van Nico Servaas. In Blauwe Zomer doet hij dit nogmaals, maar dan vanuit het perspectief van de twee hoofdpersonen.
Blauwe Zomer schetst prachtig hoe de rock ’n roll de wereld en ook Nederland veranderde in de late jaren 50 en benadrukt hoe groot de invloed van de krontjong uit Nederlands Indie was bij het ontstaan van de Nederlandse rock ’n roll.
In zijn roman vertelt Leo Blokhuis beeldend over de grauwe jaren 50. Hij doet dit knap vanuit twee perspectieven. Aan de ene kant is er Johan, die wil ontsnappen aan het beklemmende religieuze milieu waarin hij gevangen zit en waarin geen plaats is voor de rock ’n roll, die als muziek van de duivel wordt gezien. Aan de andere kant is er Chris, die zijn geliefde Indonesië achter zich heeft moeten laten en moet wennen aan het koude, Calvinistische en stevig verzuilde Nederland.
Het levert een roman op die je zo mee terug neemt naar de jaren 50 en accuraat een bijzonder verhaal vertelt. Verschillende indo-rockers kunnen model hebben gestaan voor het verhaal van Chris, maar het verhaal van Johan lijkt toch vooral het verhaal van de jonge Leo Blokhuis te vertellen, wat extra lading toevoegt aan het boek.
Blauwe Zomer is een knap en met veel oog voor historisch detail geschreven roman, maar het is ook een roman die je in één keer uitleest wanneer je er eenmaal aan begonnen bent. Er zijn niet zo heel veel goede romans met een hoofdrol voor muziek, maar Blauwe Zomer is er wat mij betreft een. Erwin Zijleman