Voor liefhebbers van progrock of symfonische rock zijn stapels biografieën van bands beschikbaar, maar ik ken niet veel boeken die de geschiedenis van het genre beschrijven. Mike Barnes doet met A New Day Yesterday: UK Progressive Rock & The 1970s een uitstekende poging. De Britse muziekjournalist beperkt zich weliswaar tot de jaren 70 en tot Groot-Brittannië, maar hiermee heeft hij de gloriejaren van het genre voor mij wel te pakken. Het levert een boek van maar liefst 600 pagina’s op, maar het is lekker geschreven en het blijft boeien, bijvoorbeeld omdat Mike Barnes ook een tijdsbeeld schetst. Aan het eind wordt het hier en daar wat fragmentarisch, maar dan heb je al uren leesplezier achter de rug (bij voorkeur met een bijpassende soundtrack op de achtergrond).
Progessive rock, tegenwoordig meestal progrock genoemd, maar in de jaren bekend als symfonische rock is mijn jeugdliefde (of jeugdzonde, het is maar net vanuit welk perspectief je het bekijkt). Toen ik aan het eind van de jaren 70 alles van de grote bands (Yes, Genesis, Pink Floyd) wel in huis had, ging ik op zoek naar vergelijkbare bands in het genre.
Dat was destijds nog een hele opgave. Geen Internet, nauwelijks internationale muziektijdschiften en geen voorliefde voor symfonische rock in de meeste platenzaken die ik bezocht (het waren de jaren van de punk tenslotte). Ik kwam een heel eind met Oor’s muziekencyclopedie, maar het bleef behelpen.
Het was een stuk makkelijker geweest als ik destijds A New Day Yesterday: UK Progressive Rock & The 1970s van Mike Barnes in huis had gehad. Helaas schreef de Britse muziekjournalist, die ook werkt voor het gerenommeerde tijdschrift Mojo, het boek pas gedurende de afgelopen jaren. Het levert nu wel mooi leesvoer op en het is leesvoer dat met terugwerkende kracht laat zien dat mijn eigen speurtocht aan het eind van de jaren 70 nog niet zo slecht was.
Mike Barnes, die ook een hele mooie Captain Beefheart biografie heeft geschreven, trekt ruim 600 pagina’s uit voor het beschrijven van de geschiedenis van de Britse symfonische rock en combineert dit met het geven van een fraai tijdsbeeld. Het zijn ruim 600 pagina’s en heel veel details, maar zeker voor de fan van het genre leest het boek als een trein.
Mike Barnes beperkt zijn verhaal tot de jaren 70 en begint zijn zoektocht naar de wortels van het genre halverwege de jaren 60. Met een paar extra hoofdstukken had de Britse schrijver de hele geschiedenis van de Britse progrock kunnen beschrijven, maar die keuze heeft Mike Barnes niet gemaakt. Ik heb daar vrede mee, al is het maar omdat mijn interesse voor het genre in de jaren 80 ook langzaam maar zeker verdween.
Het eerste hoofdstuk van het boek schetst de voorgeschiedenis, maar hierna gaat het los met King Crimson (over wie ik nog niet zo lang geleden de prachtige en lijvige biografie van Sid Smith las). Na een intermezzo over popmuziek met complete orkesten, gaat het verder met de andere grote bands uit het genre: Pink Floyd, Emerson, Lake & Palmer, Genesis, Yes en Jethro Tull. Het zijn precies de bands die ik zelf als jonge fan van het genre ontdekte en ook de vervolgstap die Mike Barnes zet is gelijk aan mijn eerste volgende stap: Van Der Graaf Generator; een band die ik destijds maar matig kon waarderen, maar dat veranderde een aantal jaren later.
Via Mike Oldfield, Henry Cow, The Moody Blues en Barclay James Harvest komt Mike Barnes uit bij de zogenaamde Canterbury Scene (Caravan, Soft Machine, Hatfield & The North) en nog wat andere bands die wel wat progrock in hun muziek verwerkten, maar zeker niet behoorden tot de vaandeldragers van het genre. Camel, dat ik wel schaarde onder de grote symfonische rockbands, komt pas later aan de beurt en wordt gevolgd door wat meer beschouwende hoofdstukken waarin het genre in de tijd wordt geplaatst en ook nog Gentle Giant opduikt; een band waarvan ik een stapel LP’s had die ik vrijwel nooit beluisterde.
De punk duikt in de tweede helft van de jaren 70 op en zaagt stevig aan de stoelpoten van de symfonische rock; volgens de punkbeweging een dinosaurus die zijn beste tijd wel gehad heeft. Bij Mike Barnes raakt de schwung er ook wat uit, maar we hebben er dan al heel veel pagina’s vol leesplezier op zitten. Prachtig boek al met al. Erwin Zijleman