31 januari 2025

Review: The Veils - Asphodels

Het vorige album van The Veils was meer een soloalbum van voorman Finn Andrews dan een echt bandalbum en dat geldt ook weer voor het ingetogen maar echt bijzonder mooie en sfeervolle Asphodels
Het is bijna niet te geloven dat het al weer meer dan twintig jaar geleden is dat de Nieuw-Zeelandse band The Veils opdook. Dat deed de band rond Finn Andrews met twee verpletterend mooie albums, die werden gevolgd door een aantal prima albums. Twee jaar geleden keerde Finn Andrews na een lange stilte en een soloalbum terug met een nieuw album van The Veils, maar het klonk meer als een volgend soloalbum. Het geldt ook weer voor Asphodels, waarop de prachtige stem van Finn Andrews vooral wordt gecombineerd met sfeervolle maar ook behoorlijk ingetogen klanken. De songs op het album zijn ook dit keer van hoog niveau, waardoor ook Asphodels me uitstekend bevalt.



Bij de Nieuw-Zeelandse band The Veils denk ik nog altijd in eerste instantie aan de eerste twee albums van de band. Zowel The Runaway Found uit 2004 als Nux Vomica uit 2006 lieten een grootse band horen, die uiteindelijk terecht de jaarlijstjes bestormde. Voorman Finn Andrews, zoon van voormalig XTC en Shriekback toetsenist Barry Andrews, maakte diepe indruk met zijn gepassioneerde zang en ook de songs van de band overstegen het gemiddelde niveau van een beginnende band op alle fronten ruimschoots. 

Sun Gangs (2009) en Time Stays, We Go (2013) vond ik net wat minder imponerend dan de eerste twee albums, maar het waren nog altijd uitstekende albums, waarna Total Depravity (2016) weer een stap omhoog was. Hierna was het een flinke tijd stil rond de band, tot in het prille voorjaar van 2023 het buitengewoon stemmige ..And Out Of The Void Came Love verscheen. 

Het door piano en strijkers gedomineerde album deed me qua zang en ook qua sfeer afwisselend aan Nick Cave en Bryan Ferry denken en was meer een soloalbum van Finn Andrews dan een bandalbum. Dat was aan de ene kant jammer, maar ..And Out Of The Void Came Love was wat mij betreft een mooi en interessant album. 

Ook het deze week verschenen Asphodels klinkt meer als een soloalbum van Finn Andrews dan als een bandalbum, maar ik vind het wederom een heel mooi album. Vergeleken met ..And Out Of The Void Came Love neemt Finn Andrews op Asphodels nog wat meer gas terug. In de openingstrack en titeltrack is de muziek fraai maar uiterst zacht en ook de stem van Finn Andrews klinkt zacht en breekbaar. 

Het zet de toon voor de rest van het album, dat grotendeels in het verlengde ligt van zijn voorganger, maar nog wat minder uitbundig is ingekleurd. De vooral door piano, strijkers en wat subtiele klanken op de achtergrond ingekleurde songs klinken sober en melancholisch en het zijn klanken die veel vragen van de zang van Finn Andrews. Ik heb de Britse muzikant, die opgroeide in Nieuw-Zeeland, altijd hoog aangeslagen als zanger en op Asphodels vind ik de zang nog wat mooier en intenser dan op het vorige album van The Veils. 

Op dat album schoof Finn Andrews af en toe wel erg dicht tegen Nick Cave aan en dat is op het nieuwe album minder het geval. Asphodels bevat een aantal songs die ook in het oeuvre van Nick Cave niet zouden hebben misstaan, maar waar ik de zang en de muziek van Nick Cave vaak wat teveel van alles vind, is het nieuwe album van The Veils wat mij betreft meer in balans en spreekt de zang van Finn Andrews mij persoonlijk meer aan. 

Het heeft niet zoveel meer te maken met de geweldige muziek die de band twintig jaar geleden maakte, want het intense bandgeluid van destijds heeft plaatsgemaakt voor ingehouden songs met hier en daar klassiek aandoende arrangementen en slechts een enkele uitbarsting. 

Door de mooie klanken, de wat mij betreft zeer aangename en emotievolle stem van Finn Andrews en de intieme en intense songs op het album doet Asphodels het hier uitstekend, zeker wanneer de zon onder is. En als ik het bandgeluid van The Veils wil horen, pak ik gewoon de memorabele albums uit het verleden erbij. De meningen over het nieuwe album van The Veils lijken wat verdeeld, maar ik vind Asphodels prachtig. Erwin Zijleman


Asphodels van The Veils is verkrijgbaar via de Mania webshop:


Review: Anna B Savage - You & i are Earth

Anna B Savage levert met You & i are Earth een album met vooral folky en jazzy songs af, die opvallen door de muzikaliteit van de Britse muzikante, maar vooral door haar zeer karakteristieke stemgeluid
You & i are Earth is alweer het derde album van de Britse muzikante Anna B Savage, die tot dusver kan rekenen op zeer lovende reacties van de critici, maar die ook muziek maakt die waarschijnlijk wat te eigenzinnig is om een breed publiek aan te spreken. Die eigenzinnigheid zit hem vooral in haar stem, die zeker bij eerste beluistering wat tegen de haren in kan strijken, maar die de songs op haar albums voorziet van een bijzondere intensiteit en spanning. Het is ook weer het geval op het vrij sober ingekleurde You & i are Earth, waarop Anna B Savage indruk maakt met folky en jazzy songs, die aan de ene kant tijdloos klinken, maar ook vol avontuur zitten.



De Britse singer-songwriter Anna B Savage ken ik van haar eerste twee albums. Zowel A Common Turn uit 2021 als in|FLUX uit 2023 vond ik in muzikaal opzicht zeer interessante albums. Het zijn albums waarop de muzikante uit Londen zowel in muzikaal als in tekstueel opzicht dieper graaft dan de meeste van haar collega’s en ook de hoeveelheid gevoel die ze in haar songs legde maakte indruk. 

Maar er was ook de stem van Anna B Savage en die vond ik op zijn minst ingewikkeld. Het is zo’n stem die direct van alles met je doet of die vooral afleidt van de mooie muziek en de bijzondere songs. Bij beluistering van de eerste twee albums viel de stem van de Londense muzikante wat mij betreft in de tweede categorie, waardoor ik beide albums uiteindelijk liet liggen. 

Toen ik eerder deze week het derde album van Anna B Savage in handen kreeg ging ik er dan ook van uit dat ook You & i are Earth me onvoldoende zou weten te overtuigen. Bij eerste beluistering van het album had ik inderdaad moeite met de stem van Anna B Savage, al hoorde ik voor het eerst ook wel wat moois in haar zang. 

Omdat het in muzikaal opzicht allemaal weer geweldig klonk en ook de songs me aanspraken, heb ik dit keer wat langer doorgebeten en hoewel ik de stem van Anna B Savage nog altijd bijzonder vind, begrijp ik inmiddels wel waarom er ook mensen zijn die de zang van de Britse muzikante juist bijzonder mooi vinden. 

Ik reken mezelf nog niet met volledige overtuiging tot deze groep, maar ik vind You & i are Earth inmiddels wel een mooi album en langzaam maar zeker raak ik toch wel gefascineerd door de zang van Anna B Savage. De Britse muzikante heeft een karakteristiek stemgeluid dat niet direct lijkt op dat van een andere zangeres, maar de zang op You & i are Earth heeft door al het gevoel dat Anna B Savage in haar zang legt ook een indringend karakter. 

De eerste twee albums van de Britse muzikante waren vooral getekend door dalen in het leven van Anna B Savage, maar op You & i are Earth heeft ze ook het geluk gevonden. Dat vond ze aan de Ierse kust, die absoluut invloed heeft gehad op de songs op het album. You & i are Earth is een album met vooral ingetogen songs. Het zijn songs waarin invloeden uit de folk domineren, maar er zijn ook jazzy invloeden verwerkt in de songs. 

In de meeste songs op het album staan de akoestische gitaar en de unieke stem van Anna B Savage centraal, maar de muziek op het album wordt ook met enige regelmaat verrijkt met strijkers en blazers en met wat atmosferische klanken, die de muziek van Anna B Savage een wat mysterieus karakter geven. 

De Britse muzikante koos voor de productie van haar nieuwe album voor niemand minder dan John ‘Spud’ Murphy, die de afgelopen jaren onder andere de albums van Lankum en ØXN voorzag van bijzondere klankentapijten en angstaanjagend hoge spanningsbogen. De invloed van de producer is hier en daar hoorbaar, maar You & i are Earth is zeker niet te vergelijken met de albums van de genoemde bands. 

Anna B Savage heeft een deels tijdloos folkalbum gemaakt dat past in de tradities van het genre. Ik zeg deels omdat de jazzy accenten, de uitstapjes buiten de gebaande paden en de uit duizenden herkenbare stem van Anna B Savage het album ook een uniek karakter geven. Mijn advies aan een ieder die moeite heeft met de stem van de Britse muzikante: bijt vooral even door. Erwin Zijleman

De muziek van Anna B Savage is ook verkrijgbaar via de bandcamp pagina van de Britse muzikante: https://annabsavage.bandcamp.com/album/you-i-are-earth.


You & i are Earth van Anna B Savage is verkrijgbaar via de Mania webshop:



30 januari 2025

Marianne Faithfull (1946-2025)


Marianne Faithfull was pas 18 jaar oud toen ze werd ontdekt door Andrew Loog Oldham, de manager van de Rolling Stones. De jonge folkzangeres werd direct een ster toen ze het door Mick Jagger en Keith Richards geschreven As Tears Go By vertolkte. De Rolling Stones zouden As Tears Go By een jaar later ook nog opnemen, maar de versie van Marianne Faithfull blijft de ultieme versie. 

Het ging de jonge Britse muzikante even voor de wind. Ze scoorde een flink aantal hits en kreeg ook nog een relatie met Mick Jagger, destijds zeer begeerd. Het had een prijs, want aan het begin van de jaren 70 was Marianne Faithfull vooral een junkie en leek haar muzikale carrière geknakt in de knop.

Later in de jaren 70 dook ze weer op, maar de eerste albums die ze opnam waren niet heel succesvol. Het succes kwam terug met het in 1979 verschenen Broken English. Het is een bijzonder indrukwekkend album en voor mij het beste album dat Marianne Faithfull heeft gemaakt. Het is een album dat goed laat horen wat de drugsverslavingen hadden gedaan met de stem van de Britse muzikante. Marianne Faithfull was ten tijde van Broken English een jonge dertiger, maar haar stem klonk rauw en versleten. Het gaf de songs op het weergaloze albums wel een bijzondere intensiteit.

Na Broken English ging het Marianne Faithfull weer wat minder voor de wind, maar sinds het uit 1987 stammende Strange Weather staat de Britse zangeres garant voor uitstekende albums. Met name Before The Poison uit 2005 is een prachtig album, maar Broken English blijft toch mijn favoriete album van de vandaag op 78-jarige leeftijd overleden Marianne Faithfull. Ik zet het album nog maar eens op. Erwin Zijleman


Review: tunng - Love You All The Time

De Britse band tunng behoorde ooit tot de pioniers van de folktronica, maar toen de interesse voor het genre afnam bleef de band zich vernieuwen, wat ook weer is te horen op het uitstekende Love You All The Time
Ik vond folktronica een jaar of twintig geleden wel een grappige vinding, maar de albums in het genre werden al vrij snel redelijk eenvormig. Bovendien werd elektronica gecombineerd met steeds meer genres, waardoor het unieke er snel af was. Over folktronica wordt inmiddels dan ook nauwelijks meer gesproken, maar de Britse band tunng is zich gelukkig blijven vernieuwen. Ook de songs op Love You All The Time hebben vaak een akoestische en een folky basis, maar het is een basis die is verrijkt met bijzonder mooie maar ook zeer avontuurlijke elektronica. De zang is mooi, de klanken zijn prachtig en tunng komt ook dit keer weer op de proppen met songs die je wilt koesteren.



Het lijkt al heel lang geleden dat de Britse band tunng (geen hoofdletter) opdook als een van de pioniers van het destijds gloednieuwe folktronica genre. This Is...tunng: Mother's Daughter And Other Songs is inmiddels ook 19 jaar oud en de mix van folk met elektronica die destijds baanbrekend was is inmiddels gemeengoed. tunng is zich echter altijd blijven vernieuwen en heeft de folktronica van het eerste uur album na album verrijkt met extra ingrediënten. 

De Britse band heeft sinds het debuutalbum uit 2006 een aardig stapeltje albums uitgebracht en hoewel ik ze niet allemaal heb besproken durf ik wel te beweren dat de band een constant en enorm hoog niveau heeft weten vast te houden. Comments Of The Inner Chorus (2006), Good Arrows (2007), ...And Then We Saw Land (2010), Turbines (2013), Songs You Make At Night (2018) en DEAD CLUB (2020) waren allemaal uitstekende albums, maar met name de laatste twee vond ik echt razend knappe albums, waarop de Britse band meer invloeden verwerkte en af en toe ook stevig durfde te experimenteren. 

Vijf jaar na haar wat mij betreft beste album keert tunng terug met Love You All Over Again. DEAD CLUB omschreef ik vijf jaar geleden als een album dat Genesis met Peter Gabriel in de gelederen nog niet kon maken, maar waarschijnlijk graag zou hebben gemaakt. Over Love You All Over Again zal ik dat niet snel zeggen, want het album klinkt weer wat minder en hooguit een enkele keer als een folky progrock album. 

tunng leek een jaar of vijftien geleden vol te kiezen voor de elektronica, maar de akoestische basis, die op DEAD CLUB al wat vaker aan de oppervlakte kwam, heeft op het nieuwe album verder aan terrein gewonnen. Leden van het eerste uur Mike Lindsay en Sam Genders keren op Love You All Over Again deels terug naar de muziek waar het allemaal mee begon voor tunng. 

Veel songs op het album klinken voor een groot deel akoestisch en het zijn bovendien songs waarin invloeden uit de folk een voorname rol spelen. De oerleden van de band spelen natuurlijk een voorname rol op het album, maar ze geven ook veel ruimte aan zangeres Becky Jacobs, die de mannenstemmen op fraaie wijze verrijkt. 

In veel tracks hoor je in de verte behoorlijk traditionele Britse folksongs, maar ze zijn wel overgoten met een laagje elektronica. Wanneer ik die elektronica verrijk met hetgeen dat was te horen op de eerste folktronica albums kan ik alleen maar concluderen dat er op het terrein van elektronica flinke stappen zijn gezet de afgelopen twee decennia. 

De elektronica op Love You All Over Again is soms nadrukkelijk aanwezig, maar kan ook genoegen nemen met een veel bescheidenere rol. De elektronische impulsen op het nieuwe album van tunng zijn de ene keer betoverend mooi, maar deze impulsen kunnen ook experimenteler en ongrijpbaarder klinken. Het combineert in alle gevallen verrassend mooi met de akoestische basis van de songs, waarvoor ook flink wat instrumenten worden ingezet en ook de combinatie van akoestische instrumenten, elektronica en de mooie mannen- en vrouwenstemmen is song na song bijzonder mooi. Liefhebbers van het oudere werk van tunng zullen heel blij zijn met dit album, al blijft de Britse band zichzelf ook dit keer op fraaie wijze vernieuwen. Erwin Zijleman

De muziek van Tunng is ook verkrijgbaar via de bandcamp pagina van de Britse band: https://tunng.bandcamp.com/album/love-you-all-over-again.


Love You All The Time van tunng is verkrijgbaar via de Mania webshop:



29 januari 2025

Review: Rose City Band - Sol Y Sombra

De echte zomer laat nog wel even op zich wachten, maar met het lome en broeierige Sol Y Sombra van de Amerikaanse band Rose City Band komen de zonnige en zorgeloze tijden nu al binnen bereik
Rose City Band kan niets verkeerd doen bij de critici, maar zelf liet ik de meeste albums van de band uit Portland, Oregon, liggen en dat ondanks het feit dat het bij vluchtige beluistering allemaal wel erg lekker klonk. Ook Sol Y Sombra klinkt bij vluchtige beluistering bijzonder lekker. De met name door countryrock uit de jaren 70 beïnvloede muziek klinkt warm en dromerig en is fraai ingekleurd met veel snareninstrumenten. Ook de zang van voorman Ripley Johnson is aangenaam en past perfect bij de wat lome klanken. De vorige albums van de Amerikaanse band schoof ik om onduidelijke redenen snel aan de kant, maar dat gaat met het heerlijke Sol Y Sombra zeker niet gebeuren.



Ik laat de muziek van de Amerikaanse band Rose City Band de afgelopen jaren vooral liggen. Alleen het tweede album van de band, het in 2022 verschenen Summerlong, kreeg een recensie op de krenten uit de pop, maar het was wel een hele positieve. 

Rose City Band is de band van de ook van Moon Duo en Wooden Shjips bekende Amerikaanse muzikant Ripley Johnson, die op de albums van zijn band invloeden uit de psychedelica uit de jaren 60 en 70 en invloeden uit de 70s countryrock op fraaie wijze aan elkaar smeedt. 

Het is kennelijk muziek waarvoor ik in de stemming moet zijn, want het eerste, derde en vierde album van Rose City band liet ik links liggen en dit ondanks zeer positieve recensies in de muziekmedia en zeker niet alleen de media die zijn gericht op Amerikaanse rootsmuziek. Ook het deze week verschenen Sol Y Sombra kan weer rekenen op zeer lovende kritieken, waardoor ik het album toch weer op de stapel heb gelegd. 

Bij eerste beluistering van het album wist ik direct wat me aansprak en wat me tegen stond bij beluistering van de meeste van de vorige albums van de Amerikaanse band. Wat aanspreekt is de lekker lome en ook warme sfeer van de muziek van Rose City Band en ook de randjes psychedelica en country vind ik vooral aangenaam. Ripley Johnson heeft zijn album Sol Y Sombra genoemd, wat staat voor zon en schaduw. Het is een mooie titel, want de zon schijnt op het album zo intens dat een incidenteel stapje in de schaduw niet verkeerd is. 

Zoals gezegd is er ook wel iets dat me tegen staat bij beluistering van de muziek van Rose City Band. Het is het soms bijna gezapige karakter van de songs, wat bij mij associaties oproept met Dire Straits. De Britse band maakte met name in het laatste deel van haar bestaan een aantal grenzeloos saaie albums, waardoor associaties met Dire Straits voor mij meestal killing zijn. Het is niet helemaal eerlijk, want de eerste albums van Dire Straits kon ik heel goed verdragen en bovendien moeten de associaties met de Britse band bij beluistering van Sol Y Sombra van Rose City Band niet worden overdreven. 

Toen ik de associatie opzij had gezet beviel het nieuwe album van Rose City Band me een stuk beter en sindsdien ervaar ik het randje Dire Straits alleen maar als aangenaam, net zoals ik dat doe bij de albums van de Britse band Curse Of Lono. 

Sol Y Sombra doet het bovendien uitstekend in het huidige seizoen en in de toestand waarin de wereld zich momenteel bevindt. De koude en vaak wat sombere winterdagen van het moment en al het nare wereldnieuws worden naar de achtergrond verdreven door de warme en lome klanken van Rose City Band, waarin de zonnestralen niet te tellen zijn en je jezelf in een zorgeloze zomer waant. Het is vast geen toeval dat de zon zich weer wat vaker laat zien sinds ik dit album beluister en ik blijf het dan ook zeker doen. 

De stem van Ripley Johnson pracht pastig bij de vooral door countryrock beïnvloede klanken op Sol Y Sombra, waarbinnen vooral het prachtige gitaarwerk continu de aandacht trekt en uiteraard is ook de in het genre onmisbare pedal steel van de partij. Het klinkt allemaal bijzonder lekker en ook heerlijk ontspannend, maar ook met de kwaliteit van de muziek, de zang en de songs op Sol Y Sombra zit het helemaal goed. Toch wat beter in de gaten blijven houden deze band. Erwin Zijleman

De muziek van Rose City Band is ook verkrijgbaar via de bandcamp pagina van de Amerikaanse band: https://rosecityband.bandcamp.com/album/sol-y-sombra.


Sol Y Sombra van Rose City Band is verkrijgbaar via de Mania webshop:



Review: Kathryn Mohr - Waiting Room

Waiting Room van de Amerikaanse muzikante Kathryn Mohr zal een winterdepressie eerder versterken dan verzwakken, maar onder de donkere klanken op het album zit ook veel schoonheid verstopt
Bij vluchtige beluistering bij het eerste volledige album van Kathryn Mohr leek het me vooral erg zware kost. Het is een album met ruwe en dreigende muziek, die soms wat folky klinkt, maar echte folkies kunnen er niet mee uit de voeten vrees ik. De klanken op het album zijn soms sober, maar Kathryn Mohr kan ook stevig uitpakken. Het wordt gecombineerd met een mooie en wat zachte stem, maar ook die kan zomaar ontsporen. Voor aanstekelijke popsongs ben je bij Kathryn Mohr niet aan het juiste adres, maar ze is de popsongs met een kop en een staart zeker niet volledig uit het oog verloren. Waiting Room is een intrigerend album dat langzaam maar zeker steeds mooier wordt.



Ik had echt enorm uitgekeken naar het nieuwe album van Ethel Cain, die met Preacher’s Daughter een van de allermooiste albums van 2022 had gemaakt. Het eerder dit jaar verschenen Perverts viel me helaas behoorlijk tegen. Het album bevat een aantal hele mooie songs, maar uiteindelijk toch meer tracks waarin ik de kop en de staart maar niet kan vinden. 

Heel lang te treuren hoef ik echter niet, want deze week is een album verschenen dat voor een deel klinkt als het album dat Ethel Cain dit jaar niet heeft gemaakt. Het gaat om Waiting Room van de Amerikaanse muzikante Kathryn Mohr. Het is een aardedonker en bij vlagen zelfs beangstigend donker album, maar op hetzelfde moment zijn de songs van de muzikante uit Oakland van een hele bijzondere schoonheid. 

Die schoonheid komt in eerste instantie van de mooie stem van Kathryn Mohr. Het is een vrij zachte stem, maar de stem van de Amerikaanse muzikante heeft ook een verrassende intensiteit. Door de zang doet Waiting Room wat folky aan, maar het is zeker geen standaard folkalbum. De zang op van Kathryn Mohr heeft iets lieflijks, maar ook iets bezwerends en duisters. 

Wat je in de zang hoort, hoor je ook in de muziek op het album. Ook in muzikaal opzicht laat het album van Kathryn Mohr soms folky elementen horen. Ook wanneer de gitaren akoestisch zijn klinkt de muziek op Waiting Room echter donker en ruw. Dit hoor je nog veel beter wanneer elektrische gitaren worden ingezet en Kathryn Mohr klinkt als PJ Harvey in haar jonge jaren, maar het kan ook nog wel wat steviger en beangstigender. 

De muziek op het album van de Californische muzikante is op zich redelijk sober, maar het klinkt af en toe behoorlijk rauw en heftig, al kan dit zo omslaan in serene klanken met een donkere ondertoon. De dynamiek van de muziek komt terug in de zang, die ook makkelijk omslaat van ingetogen in intens. 

Het is zeker geen makkelijke muziek die Kathryn Mohr maakt, maar ook wanneer ze wat meer afstand neemt van de standaard popsong, herken ik, in tegenstelling tot op het nieuwe album van Ethel Cain, nog wel de kop en de staart. Ik hoor wel wat raakvlakken met de muziek van Ethel Cain, maar ook wat van Grouper, van wie we helaas al een tijdje niets meer gehoord hebben. 

Waiting Room is zeker geen album voor alle momenten, want met name de stevigste songs op het album liggen wat zwaar op de maag, maar als je een dreigende onweersbui van een passende soundtrack wilt voorzien, doet het album het uitstekend. Waiting Room van Kathryn Mohr is ook wel een album waaraan je moet wennen, waarna je eigenlijk steeds meer moois hoort op het album. 

Grappig detail is dat Kathryn Mohr het album opnam in een hut zonder ramen in het IJslandse vissersdorp Stöðvarfjörður. Ik kan me voorstellen dat het landschap invloed heeft gehad op de muziek op het album, want net als de muziek op Waiting Room kan ook het landschap op IJsland van het ene op het andere moment van kleur verschieten door een extreme weersverandering, waardoor schitterende natuur opeens donker en dreigend wordt. 

Net als de verrassend populaire Ethel Cain, een grootheid op TikTok, heeft Kathryn Mohr een voorkeur voor donker getinte muziek en is ze niet vies van het experiment, maar Waiting Room van Kathryn Mohr bevalt me toch echt beter dan Perverts van Ethel Cain. Dat had ik bij de start van 2025 niet durven voorspellen. Erwin Zijleman

De muziek van Kathryn Mohr is ook verkrijgbaar via de bandcamp pagina van de Amerikaanse muzikante: https://kathrynmohr.bandcamp.com/album/waiting-room.



28 januari 2025

Review: Lou-Adriane Cassidy - Journal d'un Loup-Garou

Lou-Adriane Cassidy heeft al een aantal albums op haar naam staan, die mij in ieder geval niet zijn opgevallen, maar Journal d'un Loup-Garou verdient absoluut een prachtig plekje in de spotlights
Franstalige popmuziek is voor mij een zoete verleiding die ook best wat oppervlakkig mag zijn. Dat is Journal d'un Loup-Garou van Lou-Adriane Cassidy zeker niet. De Canadese muzikante heeft haar album volgestopt met prachtige klanken en fraaie arrangementen, waardoor er ongelooflijk veel valt te ontdekken op Journal d'un Loup-Garou. De songs van de muzikante uit Montreal zijn stuk voor stuk prachtig en ze worden nog wat mooier door de warme stem van Lou-Adriane Cassidy. Het album opent met lekker in het gehoor liggende pop, maar naarmate het album vordert worden de songs op het album steeds mooier en knapper. Echt een prachtig album.



Ik weet niet precies waar het door komt, maar zo af en toe heb ik een onbedwingbare behoefte aan Franstalige popmuziek. Het heeft in ieder geval niet te maken met mijn kennis van het Frans, want die is na de middelbare school alleen maar achteruit gegaan. Het is een behoefte die in 2024 helaas slechts in beperkte mate aandacht kreeg, maar in de laatste weken van het jaar kwamen er gelukkig toch nog een aantal uitstekende Franstalige albums voorbij, met het jaarlijstjesalbum van Wysteria (check het fantastische Lycoris) als hoogtepunt. 

Alle reden dus om 2025 beter te beginnen, waarbij ik gelukkig wordt geholpen door interessante nieuwe albums. Deze week verschenen minstens twee interessante Franstalige albums en dat is in een nog redelijk slappe week een hele mooie oogst. Het album van Laura Cahen ligt nog even op de stapel, want er was een ander Franstalig album dat net wat meer indruk op me maakte, al was het maar vanwege het zonnige karakter van het album. 

Het gaat om Journal d'un Loup-Garou van Lou-Adriane Cassidy. Ik ben de naam Lou-Adriane Cassidy volgens mij nog niet eerder tegengekomen, maar er zijn hoorbaar de nodige middelen gestoken in haar nieuwe album en hetzelfde geldt voor haar vorige drie albums. Ik ga er dus van uit dat Lou-Adriane Cassidy in haar vaderland een stuk bekender is dan hier in Nederland. 

Dat vaderland is niet Frankrijk, want ook in het Canadese Montreal spreken ze Frans. Journal d'un Loup-Garou klinkt mede daarom net wat anders dan de popmuziek die momenteel in Frankrijk wordt gemaakt, maar heeft wel de zoete en wat mysterieuze verleiding die Franse popmuziek voor mij zo aantrekkelijk maakt. 

Lou-Adriane Cassidy maakt muziek die vergeleken met albums uit Frankrijk in veel mindere mate is beïnvloed door het Franse chanson en die ook ver verwijderd blijft van de Franse zuchtmeisjespop of van de elektronische popmuziek die ook de Franse muziekscene domineert. Journal d'un Loup-Garou klinkt meer als een tijdloos singer-songwriter album, maar dan wel met een Frans tintje. 

Het is een album waarop heel veel aandacht is besteed aan de muziek, de arrangementen en de productie. De meeste songs op het album zijn ingekleurd met een heel arsenaal aan instrumenten en in een aantal tracks worden de rijke klanken ook nog eens gecombineerd met achtergrondzang met de proporties van een koor. Het klinkt allemaal zeer verzorgd, maar in muzikaal opzicht is Journal d'un Loup-Garou ook opvallend mooi en divers. 

Het tilt de knap in elkaar stekende, tijdloze maar ook zeer aansprekende songs net wat verder op. Dat wordt ook gedaan door de zang van Lou-Adriane Cassidy, die op Journal d'un Loup-Garou laat horen dat ze een uitstekende zangeres is. Journal d'un Loup-Garou is een album waarvan je direct warm en vrolijk wordt en dat, zoals zo vaak bij teksten in een taal die je niet direct verstaat, ook een beetje zorgt voor een vakantiegevoel. 

Het is echter ook een album waarop heel veel te ontdekken valt. Zet de koptelefoon op en je blijft bijzondere details horen in de fascinerende klankentapijten op het album, dat ook qua stijlen meerdere kanten op kan. De heerlijke stem van Lou-Adriane Cassidy zorgt vervolgens voor de genadeklap. Heerlijk! Erwin Zijleman

De muziek van Lou-Adriane Cassidy is ook verkrijgbaar via de bandcamp pagina van de Canadese muzikante: https://louadrianecassidy.bandcamp.com/album/journal-dun-loup-garou.





27 januari 2025

Review: Larkin Poe - Bloom

De muziek van het Amerikaanse duo Larkin Poe wordt alleen maar steviger, want ook op het deze week verschenen Bloom knallen de gitaren en de stemmen van de zussen Lovell weer uit de speakers
Megan en Rebecca Lovell zijn behoorlijk productief, want in een jaar of twaalf hebben de Amerikaanse zussen een flink oeuvre opgebouwd. Het is een oeuvre dat steeds verder opschuift richting lekkere stevige rockmuziek, al is Larkin Poe de oorsprong in de Amerikaanse rootsmuziek nog niet vergeten. In muzikaal opzicht is het wederom genieten, vooral van het fantastische gitaarwerk, maar ook de krachtige vocalen maken steeds makkelijker indruk. Het klinkt op het eerste gehoor misschien wel heel bekend in de oren, maar met de kwaliteit van de muziek van Larkin Poe zit het helemaal goed. Ook Bloom is weer een uitstekend album van de zussen Lovell.



De zussen Megan en Rebecca Lovell vormden in het eerste decennium van deze eeuw, samen met zus Jessica, het trio The Lovell Sisters. De drie waren nog tieners toen ze hun debuutalbum opnamen, maar dat was al lang niet meer te horen op het in 2009 verschenen Time To Grow. Op het album lieten de zussen Lovell niet alleen horen dat ze beschikten over prachtige stemmen, die elkaar fraai versterkten in wonderschone harmonieën, maar bleken ze ook nog eens uitstekend uit de voeten kunnen op de viool, de mandoline en de dobro. 

Op hun debuutalbum vermengden de zusjes Lovell invloeden uit de bluegrass en de Americana, waardoor het album warm werd onthaald door liefhebbers van Amerikaanse rootsmuziek. Helaas viel al snel het doek voor The Lovell Sisters, waarna Megan en Rebecca Lovell verder gingen als Larkin Poe. De twee zussen houden het inmiddels een stuk langer vol dan met The Lovell Sisters en leverden deze week hun volgende album af. Het hangt er een beetje van af hoe je telt maar op het Internet wordt het deze week verschenen Bloom vooral gezien als het negende studioalbum van Larkin Poe. 

Megan en Rebecca Lovell lieten de bluegrass en wat traditioneler klinkende Americana achter zich toen The Lovell Sisters Larkin Poe werd en kozen voor een wat steviger geluid met invloeden uit de blues, soul en Southern Rock en ook nog wel een beetje country en hardrock. Dat geluid is de afgelopen jaren alleen maar steviger geworden, waardoor het vorige album van het tweetal, het in 2022 verschenen Blood Harmony, meer klonk als een rockalbum dan als een rootsalbum. 

Blood Harmony kreeg uitstekende recensies en was behoorlijk succesvol, waardoor het niet zo gek is dat Larkin Poe op Bloom verder gaat waar Blood Harmony aan het eind van 2022 ophield. Ook op hun nieuwe album blijven Megan en Rebecca Lovell ver verwijderd van de muziek waarmee ze ooit debuteerden. De dobro en mandoline voor destijds zijn verruild voor elektrische gitaren en een lekker stevig geluid. Ook Bloom bevat invloeden uit de blues, Southern rock, soul, country en rock en knalt nog wat meer uit de speakers.

Megan en Rebecca Lovell vertrouwen voor een belangrijk deel op andere instrumenten, maar ook de zang van de twee lijkt niet meer op die uit het verleden. De engelenstemmen van The Lovell Sisters hebben plaats gemaakt voor lekker ruwe zang, die goed past bij de rockmuziek van Larkin Poe. Met Larkin Poe zijn de zussen Lovell niet alleen in muzikaal en vocaal opzicht opgeschoven, want ook de songs van de twee klinken anders dan in het verleden. 

Bloom klinkt meer dan eens als een rootsy versie van Heart en daar is echt helemaal niets mis mee. De songs zijn aansprekend, de zang is echt prima en vooral het gitaarwerk is van hoog niveau. Ik vroeg me bij Blood Harmony eind 2022 af of de muziek van The Lovell Sisters niet onderscheidender was dan die van Larkin Poe. Die vraag kan ik ook dit keer stellen, maar iemand die bekend is in de bluegrass zal waarschijnlijk het tegendeel beweren. 

Ook als Larkin Poe maken Megan en Rebecca Lovell muziek die kwaliteit ademt, maar die ook gewoon erg lekker klinkt. Op het eerste gehoor misschien niet heel vernieuwend, maar ik word op een of andere manier wel heel vrolijk van de lekker stevige en prachtig uitgevoerde rockmuziek van Larkin Poe. Erwin Zijleman


Bloom van Larkin Poe is verkrijgbaar via de Mania webshop:


26 januari 2025

Review: Prince - Sign "O" The Times (1987)

Prince leverde in de jaren 80 het ene na het andere geweldige album af, maar het 80 minuten durende Sign “O” The Times uit 1987 blijft wat mij betreft toch de meest indrukwekkende van het stel
De Amerikaanse muzikant Prince presteerde in de jaren 80 op de toppen van zijn kunnen. Na de geweldige serie Dirty Mind, Controversy, 1999, Purple Rain, Around The World In A Day en Parade kwam hij in 1987 ook nog eens op de proppen met Sign “O” The Times, dat wat mij betreft al zijn geweldige voorgangers overtrof. Sign “O” The Times zou hij niet meer overtreffen en het is ook bijna veertig jaar na de release nog altijd een indrukwekkend album, dat ongeveer alle facetten van de muziek van Prince laat horen. Sign “O” The Times is een veelzijdig album dat 80 minuten lang een bijzonder hoog niveau aantikt en dat op een of andere manier nog altijd fris en urgent klinkt.



Vorige week stond ik stil bij het album Around The World In A Day van Prince & The Revolution. Het is een van mijn twee favoriete albums van de helaas veel te vroeg overleden Amerikaanse muzikant. Het album uit 1985 werd gevolgd door het ook uitstekende Parade en door de memorabele concerten van Prince en zijn band in de Rotterdamse Ahoy, die ik reken tot de beste concerten die ik ooit heb gezien. 

Ondanks de magie die ik zag en hoorde tussen Prince en zijn band The Revolution stopte de Amerikaanse muzikant de samenwerking met zijn band na de Parade tour en ging hij met een aantal andere muzikanten werken aan een volgend project: Sign “O” The Times. Het in 1987 verschenen album schat ik nog wat hoger in dan het geweldige Around The World In A Day en is wat mij betreft het onbetwiste meesterwerk van Prince. 

Na de release van het album begon Prince met een nieuwe band aan een volgende tour, wat zorgde voor een volgende serie concerten die me altijd bij zullen blijven, de concerten in het Utrechtse Galgenwaard stadion en later wederom in de Rotterdamse Ahoy. Maar ook het album Sign “O” The Times heeft op mij een onuitwisbare indruk gemaakt. 

Prince was in de jaren 80 uitermate productief en gooide er in 1987 een dubbelalbum tegenaan met 16 tracks en 80 minuten muziek. Het album werd vooraf gegaan door de eerste single en tevens titeltrack van het album. Het is een track die weer een hele andere kant van Prince liet horen en bovendien liet horen dat de muzikant uit Minneapolis zich wel degelijk bekommerde om maatschappelijke problemen. 

Sign “O” The Times is een heel divers album, dat enerzijds teruggrijpt op de albums die Prince eerder in de jaren 80 maakte, maar het is ook een album dat een stap vooruit zet. Het is een album waarop Prince zijn liefde voor soul en funk nog eens uitvoerig etaleert, maar het album verkent ook andere richtingen, waaronder jazzy tracks, volgende uitstapjes richting perfecte popsongs en lange slepende tracks, waaronder het prachtig opgebouwde The Cross, een van de hoogtepunten in de setlist van de Sign “O” The Times tour. 

Prince omringt zich op het album met flink wat nieuwe muzikanten, maar Wendy & Lisa zijn op het album ook nog te horen. In muzikaal opzicht staat het album, mede dankzij de fantastische ritmesectie en de stuwende blazers, als een huis, maar het is ook zeker de verdienste van Prince zelf, die op het album met grote regelmaat laat horen dat hij een geweldige gitarist is. Ook de hele batterij aan achtergrondzangeressen die wordt ingezet verrijkt het geluid op Sign “O” The Times. 

De synths uit de jaren 80 klinken inmiddels soms wel wat achterhaald en dat geldt ook voor de synths op Sign “O” The Times, maar het zit me op geen enkele manier in de weg. Sign “O” The Times was en is een energieke luistertip van 80 minuten en het is er een vol hoogtepunten. Veel tracks op het album zijn lang, maar ook in tracks van zes minuten en meer houdt de Amerikaanse muzikant de aandacht makkelijk vast met muzikaal en vocaal vuurwerk. 

Veel albums uit de jaren 80 klinken met de oren van nu wel wat gedateerd, maar als ik naar Sign “O” The Times luister ben ik verbaast hoe goed en eigentijds het album nog altijd klinkt. Het blijft doodzonde dat het oeuvre van Prince abrupt eindigde met het in 2015 verschenen en overigens zeer memorabele HITnRUN: Phase Two, maar ondanks het feit dat Prince slechts 57 jaar oud werd, heeft hij ons verschrikkelijk veel moois nagelaten, met wat mij betreft Sign “O” The Times als hoogtepunt. Erwin Zijleman


Sign "O" The Times van Prince is (in zeer uiteenlopende versies) verkrijgbaar via de Mania webshop:


Review: FKA twigs - EUSEXUA

De Britse muzikante FKA twigs levert vroeg in het nieuwe jaar een geweldige en fascinerende popplaat af, die invloeden uit het verleden fraai combineert met invloeden uit het heden en invloeden uit de toekomst
Ik kon niet zo heel veel met de vorige albums van FKA twigs en had het deze week verschenen EUSEXUA daarom ook geen prominente plek gegeven op het stapeltje nieuwe albums, maar het nieuwe album van de Britse muzikante is een hele aanstekelijke maar ook hele interessante popplaat. Het is een popplaat die een paar keer met veel enthousiasme en energie de dansvloer op gaat, maar FKA twigs maakt op EUSEXUA ook tijdloze popmuziek en schuwt bovendien het experiment niet. Een aantal songs op het album liggen bijzonder lekker in het gehoor, terwijl een aantal andere songs net wat meer aandacht vragen, maar hoe vaker je naar het nieuwe album van FKA twigs luistert, hoe beter het wordt.



Ik ben zeker niet vies van pure pop, maar ondanks vele pogingen wilde het vorig jaar zo uitvoerig geroemde brat van Charli XCX, dat uiteindelijk nogal wat aansprekende jaarlijstjes aanvoerde, mij maar niet overtuigen en dat doet het albums overigens nog steeds niet. Ik had in het verleden hetzelfde met de muziek van de eveneens Britse popster FKA twigs, maar het deze week verschenen EUSEXUA gaat er bij mij in als koek. 

Het alter ego van Tahliah Debrett Barnett heeft met EUSEXUA een album afgeleverd dat aan de ene kant modern klinkt, maar aan de andere kant ook doet denken aan popalbums uit het verleden. Die popalbums uit het verleden werden met name gemaakt door Madonna en zeker het album Ray Of Light uit 1998 lijkt een belangrijke inspiratiebron te zijn geweest voor het nieuwe album van FKA twigs. 

Dat ligt vooral aan de elektronica die op het album is te horen. Die elektronica, op Ray Of Light van de hand van producer William Orbit, klonk op Ray Of Light hypermodern, maar op EUSEXUA heeft de elektronica deels een wat nostalgische vibe. FKA twigs is zeker niet in het verleden blijven hangen, want de elektronica op EUSEXUA klinkt zeker niet een album lang nostalgisch, maar bij vlagen ook hypermodern of zelfs futuristisch. 

De Britse popster kon voor haar nieuwe album een beroep doen op een blik bekende producers. Vooral producers in de dance scene overigens, waardoor de meeste namen mij niet zoveel zeggen. Persoonlijk heb ik een duidelijke voorkeur voor de keuze van slechts één producer, want de consistentie is op EUSEXUA wel eens afwezig door de duidelijke voorkeuren van de verschillende producers. 

FKA twigs heeft een album gemaakt dat absoluut een puur popalbum mag worden genoemd, maar vergeleken met de andere grote popalbums van de afgelopen jaren beweegt EUSEXUA zich in een aantal gevallen wat nadrukkelijker richting de dansvloer. Dat sluit niet altijd aan op mijn smaak, maar gelukkig worden de uitstapjes richting de dansvloer afgewisseld met experimentelere en meer pop getinte tracks. 

Hier en daar hoor je songs die Madonna 25 jaar geleden graag gemaakt zou hebben, maar EUSEXUA bevat ook een aantal meer ingetogen tracks met veel subtielere klanken en mooie of juist vervormde vocalen van de Britse muzikante. Waar ik me bij het laatste album van Charli XCX maar blijf afvragen wat er zo bijzonder is aan de songs op het album, is dat me bij de songs van FKA twigs direct duidelijk. 

EUSEXUA is een moderne popplaat die een beetje nostalgie niet schuwt, maar het is ook een popplaat die de fantasie bijna oneindig prikkelt. Hele mooie en sfeervolle passages kunnen zo maar omslaan in passages met ruwe en vervormde klanken en een hopeloos aanstekelijk popliedje kan zomaar omslaan in flink wat experiment of in een track die je ruw de dansvloer op sleurt. 

Het ene moment hoor je Madonna, het volgende moment Kate Bush, maar uiteindelijk hoor je vooral FKA twigs. EUSEXUA is niet zo’n popalbum waarop ik echt bijna alles goed vind, zoals op het album van Billie Eilish uit 2024 of Chapell Roan uit 2023, want daarvoor beweegt FKA twigs zich ook wel wat buiten mijn comfort zone, maar de meeste tracks op het album zijn erg goed en het aantal tracks dat ook bij mij de fantasie prikkelt groeit bij iedere keer dat ik het album hoor. EUSEXUA is de eerste grote popplaat van 2025. Erwin Zijleman


EUSEXUA van FKA twigs is verkrijgbaar via de Mania webshop:

25 januari 2025

Review: Chris Eckman - The Land We Knew The Best

De Amerikaanse muzikant Chris Eckman heeft al een stapel betoverend mooie albums op zijn naam staan, maar met het zeer sfeervolle en wonderschone The Land We Knew The Best voegt hij nog een ware parel toe
Er is een hele generatie die de muziek van de Amerikaanse band The Walkabouts niet kent, maar als je begint aan het oeuvre van de band heb je er een stapel klassiekers bij. Hier is het niet bij gebleven voor de voorman van de band, want het oeuvre van Chris Eckman is door projecten en soloalbums nog een stuk omvangrijker. Met The Land We Knew The Best voegt de Amerikaanse muzikant vanuit zijn nieuwe thuisbasis Ljubljana nog een zeer indrukwekkend hoofdstuk toe aan zijn catalogus. Het is een buitengewoon sfeervol albums dat zowel in vocaal als muzikaal opzicht het oor streelt, maar het is ook een album vol prachtige songs. Bijzonder indrukwekkend.



Chris Eckman is vooral bekend als voorman van de Amerikaanse band The Walkabouts. De Amerikaanse band maakte tussen de tweede helft van de jaren 80 en het eerste decennium van deze eeuw een stapel prachtige albums. Met name Scavenger (1991), New West Motel (1993), Satisfied Mind (1993), Setting The Woods On Fire (1994), Devil's Road (1996), Nighttown (1997), Trail Of Stars (1999), Train Leaves At Eight (2000), Ended Up A Stranger (2002), Acetylene (2005) en Travels In The Dustland (2011) zijn prachtige albums die behoren tot de parels in mijn platenkast. 

De Amerikaanse muzikant maakte hiernaast met zijn vaste The Walkabouts kompaan Carla Torgerson een aantal albums als Chris & Carla en maakte na het uiteenvallen van The Walkabouts samen met Chantal Acda en Eric Thielemans twee wonderschone albums onder de naam Distance, Light & Sky. Chris Eckman zocht na het uit elkaar vallen van zijn band zijn geluk in het Sloveense Ljubljana en maakte inmiddels een aantal soloalbums. 

Deze bleven helaas vaak wat onderbelicht, maar het in 2021 verschenen Where The Spirit Rests werd gelukkig wel breder opgepikt. Het was volkomen terecht, want het is een prachtig album met zeer stemmige en zwaar melancholische songs. De release midden in de warme zomer van 2021 was misschien niet heel gelukkig, al was het wel een zomer waarover de grauwsluier van de coronapandemie hing. 

Het deze week verschenen The Land We Knew The Best is beter getimed, want de muziek op het album vloeit prachtig samen met de wat donkere en sombere dagen van het moment. Chris Eckman is inmiddels 64 jaar oud en is de wilde haren van The Walkabouts inmiddels wel kwijt. The Land We Knew The Best rockt een enkele keer voorzichtig, maar het is toch vooral een album met ingehouden en stemmige songs. Dat is wat mij betreft geen probleem, want het is een stijl die de Amerikaanse muzikant uitstekend beheerst. 

The Land We Knew The Best is gemaakt met een flink aantal Sloveense muzikanten, maar ook de eveneens vanuit Ljubljana opererende muzikant en producer Alastair McNeill speelt een voorname rol op het album. Het nieuwe album van Chris Eckman valt in eerste instantie op door de zang. De Amerikaanse muzikant heeft inmiddels het nodige gruis op zijn stembanden en manoeuvreert zich ergens tussen Leonard Cohen en Johnny Cash op leeftijd is. De doorleefde strot van Chris Eckman voorziet de songs op het album van gevoel en doorleving, wat wordt versterkt door de zeer sfeervolle muziek op het album. 

The Land We Knew The Best is een album vol schitterend gitaarwerk, maar ook de bijdragen van de contrabas en de drums zijn van een bijzondere schoonheid. Het wordt allemaal nog wat mooier wanneer cello, viool, pedal steel, harp en saxofoon worden ingezet, maar ondanks de veelheid aan instrumenten klinkt het geluid op The Land We Knew The Best sober en ruimtelijk. 

Ook de hier en daar toegevoegde vrouwenstemmen verdienen overigens een eervolle vermelding en het is een wapen dat Chris Eckman wat mij betreft nog vaker had in mogen zetten. Chris Eckman heeft ook nog eens acht prachtige en wat langere songs geschreven voor het album en het zijn songs die alleen maar mooier worden wanneer je ze vaker hoort. Het muziekjaar 2025 is nog heel pril, maar dit album ga ik aan het eind van het jaar zeker niet vergeten. Erwin Zijleman

De muziek van Chris Eckman is ook verkrijgbaar via de bandcamp pagina van de Amerikaanse muzikant: https://chriseckman.bandcamp.com/album/the-land-we-knew-the-best.


The Land We Knew The Best van Chris Eckman is verkrijgbaar via de Mania webshop:



24 januari 2025

Review: Songhoy Blues - Héritage

2025 opent bijzonder mooi voor de liefhebbers van ‘woestijnblues’, want de uit het Malinese Bamako afkomstige Songhoy Blues heeft met Héritage een bijzonder rijk en sfeervol album afgeleverd
Ik heb een wat wisselende relatie met het genre ‘woestijnblues’, maar na een dipje in 2024 spreekt het genre me de laatste weken weer erg aan. Het heeft vast deels te maken met het zonnige en broeierige karakter van de albums in het genre, maar Héritage van Songhoy Blues ademt ook kwaliteit. In muzikaal opzicht is het album verrassend ingetogen, maar ook het meer akoestisch getinte snarenwerk is bijzonder mooi. Ook de zang op het album is aansprekend, zeker wanneer deze meerstemmig uit de speakers komt. Songhoy Blues klonk in het verleden wat swingender, maar het lome geluid op Héritage bevalt me wel. Een prima start van het woestijnblues seizoen.



De ‘woestijnblues’ wilde bij mij niet zo landen in 2024, maar op basis van de jaarlijstjes besprak ik in de eerste week van het nieuwe jaar alsnog twee albums die niet misstaan in het toch wat oneerbiedig klinkende hokje ‘woestijnblues’. De albums van Mdou Moctar en Aziza Brahim smaakten absoluut naar meer, waardoor ik het deze week verschenen album van Songhoy Blues direct selecteerde voor een plekje op de krenten uit de pop. 

De muziek van de band uit Mali is niet helemaal nieuw voor mij, want in 2017 besprak ik al het album Resistance. Dat album haalde ik destijds uit de jaarlijstjes en daar hoorde het album wat mij betreft zeker in thuis. Het deze week verschenen Héritage is het vierde album van de Afrikaanse band en het is een album dat een wat meer ingetogen geluid laat horen dan zijn voorgangers. 

Héritage klinkt toch weer flink anders dan het veelkleurige album van Aziza Brahim en het stevige album van Mdou Moctar, wat tegengas biedt voor de momenteel wat vaker gehoorde bewering dat de woestijnblues wat eenvormig begint te klinken, een bewering waaraan ik me overigens zelf ook schuldig heb gemaakt. 

Songhoy Blues was op haar vorige albums niet vies van uitstapjes buiten de gebaande paden, maar op Héritage horen we toch vooral de woestijnblues die we ook kennen van bands als Tinariwen, Tamikrest en Imarhan om maar eens drie namen te noemen. Ook weer niet helemaal overigens, want Songhoy Blues kiest op haar nieuwe album voor een verrassend ingetogen en vooral akoestisch klinkend geluid. 

Het gitaarwerk en de bijdragen van Afrikaanse instrumenten zorgen voor de unieke sfeer van de woestijnblues en die wordt versterkt door de zang, waarvoor zowel mannen- als vrouwenstemmen worden ingezet. Het is muziek die beelden oproept van oorden waar het in ieder geval een stuk warmer en zonniger is dan hier en waar haast een onbekend begrip is. 

De wat meer ingetogen klanken van Songhoy Blues hebben een ontspannende en onthaastende uitwerking op de luisteraar, maar net zoals zoveel andere albums in het genre, heeft Héritage ook een bezwerende of zelfs hypnotiserende uitwerking, zeker wanneer je het album met wat hoger volume of met de koptelefoon beluistert. 

Het is vooral de verdienste van de vaak meerstemmige zang, die zowel qua taal als qua techniek flink afwijkt van wat in de Britse, Europese en Amerikaanse popmuziek gebruikelijk is. Maar ook de bijzondere klanken van de gitaren en andere instrumenten zorgen er voor dat het nieuwe album van Songhoy Blues een bijzonder karakter heeft. 

Ik was een week of drie geleden zeer gecharmeerd van het behoorlijk stevige album van Mdou Moctar, die behoorlijk uithaalde op zijn elektrische gitaren, maar wat klinken de lome en dromerige klanken van Songhoy Blues ook lekker. Doe je ogen dicht en je bent even in een compleet andere wereld, maar vergeet ook zeker niet om goed te luisteren naar de muziek en de zang op Héritage, want het zit allemaal knap in elkaar en bovendien een stuk gevarieerder dan bij vluchtige beluistering het geval lijkt. 

Ik was de woestijnblues (wie verzint een betere naam?) vorig jaar echt helemaal zat, maar de liefde voor het genre is weer stevig opgelaaid. De lat ligt wel meteen hoog, want Héritage van Songhoy Blues is echt prachtig. Erwin Zijleman

De muziek van Songhoy Blues is ook verkrijgbaar via de bandcamp pagina van de Malinese band: https://songhoyblues.bandcamp.com/album/h-ritage-2.


Héritage van Songhoy Blues is verkrijgbaar via de Mania webshop: