Ik was voorbereid op heel veel elektronica en een flinke dosis beats, maar Storm Damage van Ben Watt is vooral een organisch klinkend album. De Britse muzikant heeft een mooi en warm geluid in elkaar gesleuteld waarvan de basis warm en organisch is, maar er aan de oppervlakte ook ruimte is voor elektronica. Het klinkt prachtig en ook de stem van Ben Watt valt zeker niet tegen, maar het zijn vooral de razend knappe songs die Storm Damage flink boven het maaiveld uit tillen. Het zijn intense songs vol melancholie, maar ook songs die nooit de makkelijkste weg kiezen en de fantasie daarom stevig blijven prikkelen.
Ik ben altijd een groot fan van de Britse band Everything But The Girl geweest en dan met name van zangeres Tracey Thorn. Op de eerste albums mocht haar kompaan Ben Watt ook wel eens een nummertje zingen en daar begreep ik niets van. Ook Ben Watts beschikte over een aardige stem, maar het was natuurlijk geen vergelijk met de zwoele en soepele stem van Tracey Thorn.
Het is een beetje alsof Barcelona Lionel Messi als keeper opstelt zodat de keeper van de ploeg ook eens lekker mag voetballen (vergeef me deze voetbal analogie uit het pre-corona tijdperk).
Mijn sympathie voor Ben Watt nam in de jaren 90 nog wat verder af toen hij Tracey Thorn probeerde te overstemmen met dansvloer beats, wat overigens wel zorgde voor een opleving van Everything But The Girl (en voor de ondergang).
Diezelfde Ben Watt dook eerder dit jaar op met een soloalbum, dat ik heb laten liggen, vooral omdat ik nog meer dansvloer escapades verwachte. Ik heb het album vorige week toch maar eens van de stapel gepakt en was direct aangenaam verrast door Storm Damage.
Ben Watt maakt inmiddels al een hele tijd soloalbums, maar de albums die ik een jaar of tien geleden beluisterde waren vooral gevuld met beats en elektronica en niet mijn ding. Sinds een aantal jaren heeft Ben Watt echter zijn oude vak van singer-songwriter weer opgepakt en dat gaat hem goed af. Ik moet nog goed luisteren naar de twee voorgangers van Storm Damage, maar het eerder dit jaar verschenen soloalbum van Ben Watt is een uitstekend album.
Het is een album waarop elektronica niet langer de basis vormt van de muziek van de Britse singer-songwriter. Deze basis wordt gelegd door een subtiel spelende ritmesectie, waarin vooral de contrabas zorgt voor warmte. Op deze basis zijn vervolgens mooie piano en gitaarpartijen gestapeld, waarop Ben Watt vervolgens ook nog een laag elektronica heeft geplaatst.
Het voorziet Storm Damage van een warm en rijk geluid, waarin organische klanken en elektronica fraai samenvloeien. Het is een geluid dat wordt gecombineerd met de zang van Ben Watt, die vergeleken met zijn jongere jaren aan kracht en doorleving heeft gewonnen. Storm Damage is een album vol melancholie. Ben Watts kreeg te maken met een aantal tegenslagen in zijn persoonlijke leven en ook de staat waarin het Verenigd Koninkrijk de afgelopen jaren verkeert is niet altijd een reden tot vreugde.
Zeker in de ingetogen en wat weemoedig klinkende songs heeft Storm Damage wat van de vroege albums van David Sylvian, maar Ben Watt is ook niet vies van wat lichtvoetigere en meer uptempo songs en ook invloeden uit de Britse folk van weleer klinken door. Het zijn songs die dieper graven dan die van het legioen jonge mannelijke singer-songwriters dat het VK momenteel bevolkt.
De instrumentatie is niet alleen mooi en stemmig, maar ook avontuurlijk en ook de songstructuren op het album zijn zeker niet alledaags. Ik vond Storm Damage al mooi toen het album even op de achtergrond voortkabbelde, maar sinds ik het nieuwe album van Ben Watt uitsluitend met volledige aandacht beluister, ben ik echt onder de indruk van de schoonheid en de intensiteit van de songs. Wat herinneringen uit het verleden zorgden ervoor dat ik Storm Damage makkelijk aan de kant schoof eerder dit jaar, maar wat is het een prachtalbum. Erwin Zijleman