Ik heb de laatste tijd wel wat met traditioneel klinkende countrymuziek en hiervoor ben je bij de Canadese muzikant Colter Wall aan het juiste adres. Zijn nieuwe album Little Songs sleept je een aantal decennia terug in de tijd en vermaakt met de countrymuziek uit vervlogen tijden. In muzikaal opzicht staat het album als een huis, maar ook dit keer maakt Colter Wall de meeste indruk met zijn stem, die herinnert aan die van Johnny Cash. Het is een diepe en donkere stem die de songs van de Canadese muzikant voorziet van een bijzonder geluid. De vorige albums van Colter Wall deden me eerlijk gezegd niet zo heel veel, maar Little Songs is vanaf de eerste noten een zegetocht.
Ik was tot dusver niet erg vatbaar voor de albums van de Canadese muzikant Colter Wall, die overigens uitvoerig werden bejubeld door de critici met een voorliefde voor Amerikaanse rootsmuziek. Ik vond zijn muziek te traditioneel klinken en het Johnny Cash gehalte in zijn songs aan de hoge kant, waardoor ik uiteindelijk toch maar weer een album van de Amerikaanse legende uit de kast trok. Ik had dan ook niet verwacht dat ik het deze week verschenen Little Songs wat zou vinden, maar het nieuwe album van Colter Wall had me vrijwel direct te pakken en is in sneltreinvaart uitgegroeid tot een persoonlijke favoriet van het moment.
Het zal deels te maken hebben met mijn recent aangewakkerde liefde voor traditionele countrymuziek, maar het ligt toch vooral aan de kwaliteit van de songs op Little Songs. Ik vind de nieuwe songs van de Canadese muzikant een flink stuk beter dan die op zijn vorige albums. Het zijn songs die me nog altijd onmiddellijk doen denken aan de muziek van Johnny Cash, maar de vergelijking met The Man in Black zit me dit keer minder in de weg dan voorheen. Ik ging er overigens van uit dat Colter Wall een generatiegenoot van Johnny Cash was, maar tot mijn grote verbazing las ik dat de Canadese muzikant pas 28 jaar oud is.
De stem van Colter Wall is een stem die echt helemaal niets met een 28-jarige te maken heeft. Paste Magazine omschrijft zijn stem op trefzekere wijze als volgt: “As a vocalist, Wall is a once-in-a-generation wonder. His voice is as deep as a canyon, tough as tree bark and weathered like a hand-me-down saddle. He sounds like a 78-year-old troubadour trapped inside a 28-year-old’s body, and he has sounded like that since he arrived on the underground country scene a half-dozen years ago. He is—if you’ll indulge an already tired truism and some optimistic vision-casting—Johnny Cash for the 21st century.” Mooier kan ik het niet omschrijven.
Het is misschien even wennen aan de diepe en donkere stem van Colter Wall, maar bij mij speelde de Canadese muzikant dit keer al snel een gewonnen wedstrijd. Dat ligt niet alleen aan de zang, want ook in muzikaal opzicht vind ik Little Songs interessanter dan de vorige albums van Colter Wall en ook interessanter dan de meeste andere albums in het genre. Little Songs klinkt als een stokoud rootsalbum en het is een rootsalbum dat misschien geen hele spannende dingen doet, maar wel fantastisch klinkt, met een hoofdrol voor geweldig en heerlijk divers snarenwerk. Colter Wall klinkt decennia ouder dan hij werkelijk is en dat geldt ook voor zijn muzikanten, die klinken alsof ze al tientallen jaren in de studio hebben gestaan.
Ook de songs van Colter Wall zijn in kwalitatief opzicht gegroeid. Het zijn songs waarin de muzikant uit Battle Creek, Saskatchewan, mooie verhalen verteld over het plattelandsleven in Canada, dat in veel opzichten lijkt op het leven zoals dat wordt beschreven in de Amerikaanse countrysongs van weleer. Colter Wall gooit er ook op zijn nieuwe album wat redelijk obscure covers tegenaan, maar zijn eigen songs doen hier zeker niet voor onder.
Little Songs doet verlangen naar een warme zomeravond op een veranda met een weids uitzicht en een koud biertje binnen handbereik, maar als de veranda of het weidse uitzicht ontbreekt, verzin je die er makkelijk bij wanneer het nieuwe album van Colter Wall uit de speakers komt. Ik had tot dusver weinig met zijn muziek, maar Little Songs is in alle opzichten een geweldig album. Erwin Zijleman