Ik luister met enige regelmaat naar de albums die het Amerikaanse duo Steely Dan gedurende de jaren 70 maakte en het zijn albums die het met name wanneer de zon onder is geweldig doen. De vaak wat jazzy klanken van Steely Dan zijn aangenaam en toegankelijk, maar in muzikaal opzicht zochten Walter Becker en Donald Fagen continu naar perfectie. Het is goed te horen op het in 1977 verschenen Aja, wat werd gemaakt met een heel contingent aan gerenommeerde gastmuzikanten. Aja is inmiddels meer dan 45 jaar oud, maar het album heeft de tand des tijds verrassend goed doorstaan en klinkt nog net zo mooi, aangenaam en perfect als in 1977.
Het heeft lang geduurd voor ik iets kon met de muziek van Steely Dan . Ik maakte kennis met de muziek van Walter Becker en Donald Fagen toen mijn voorkeur nog uit ging naar 70s hardrock en symfonische rock. Ik vond de jazzy pop en rock van het Amerikaanse duo destijds veel te soft en ook veel te gepolijst. Inmiddels weet ik beter. Ik luister bijna nooit meer naar symfonische rock uit de jaren 70 en nog veel minder vaak naar hardrock uit dit decennium, maar met grote regelmaat naar de muziek van Steely Dan, dat haar naam overigens ontleende aan een door stoom aangedreven dildo die een rol speelt in het boek Naked Lunch van William S. Burroughs.
Walter Becker en Donald Fagen maakten tussen 1972 en 1980 zeven weergaloze albums, die elkaar in redelijk rap tempo opvolgden. Vervolgens duurde het tot het jaar 2000 voor er weer een album van Steely Dan verscheen (Two Against Nature), waarna in 2003 de zwanenzang van de band volgde (Everything Must Go). De laatste twee albums zijn prima, maar Can't Buy A Thrill (1972), Countdown To Ecstasy (1973), Pretzel Logic (1974), Katy Lied (1975), The Royal Scam (1976), Aja (1977) en Gaucho (1980) zijn stuk voor stuk uitgegroeid tot klassiekers uit de geschiedenis van de popmuziek. Het zijn albums die niet of nauwelijks voor elkaar onder doen, waardoor mijn favoriete Steely Dan album verschilt over de tijd.
Dat de twee Amerikaanse muzikanten tussen 1972 en 1980 nog tot zeven albums kwamen mag een klein wonder worden genoemd, want Walter Becker en Donald Fagen waren perfectionisten die eindeloos sleutelden aan hun muziek. Ik heb zoals gezegd meerdere favoriete Steely Dan albums, maar als ik echt zou moeten kiezen uit het oeuvre van de band, kies ik waarschijnlijk voor Aja uit 1977, al is het verschil met de andere albums van de band uiterst klein.
Walter Becker en Donald Fagen sleutelden lang aan Aja, dat in meerdere studio’s werd opgenomen met flink wat gastmuzikanten. Het is een sterrencast die kwam opdraven voor het zesde Steely Dan album, want naast Walter Becker en Donald Fagen en topproducer Gary Katz zijn onder andere gitaristen Larry Carlton en Lee Ritenouer, drummers Steve Gadd en Jim Keltner, bassist Timothy B. Schmitt en saxofonist Wayne Shorter op het album te horen. Onder andere, want de gastenlijst is zo lang dat ik er een groot deel van deze recensie mee zou kunnen vullen.
Aja laat het zo karakteristieke Steely Dan geluid horen, maar het is in het oeuvre van de band het meest jazzy album. Naast invloeden uit de jazz zijn invloeden uit de soul en de soft-rock te horen, wat een zeer aangenaam en verrassend toegankelijk geluid oplevert. Aja is echter ook een album vol muzikale hoogstandjes. Walter Becker en Donald Fagen namen, mede omdat ze nauwelijks op het podium stonden, de tijd voor aan de zeven tracks op het album en benaderden continu de perfectie. Zeker met de koptelefoon is het genieten van de eindeloze stroom aan muzikale hoogstandjes, die bij Steely Dan nooit leiden tot doelloos gepiel.
De muzikale perfectie van Steely Dan contrasteert altijd wat met de imperfecte stem van Donald Fagen, van wiens stem je moet houden, maar op Aja zingt hij wat mij betreft prachtig. Het album is inmiddels ruim 45 jaar oud, maar de tijdloze muziek van Steely Dan klinkt wat mij betreft nog net zo mooi en net zo perfect als in 1977. Er wordt de laatste jaren met enige regelmaat muziek gemaakt die is geïnspireerd door de wat vergeten albums van Steely Dan, maar het niveau van een album als Aja wordt maar zeer zelden of eigenlijk nooit benaderd. Erwin Zijleman