Ik hoor de laatste tijd niet veel powerpop meer, maar na Diners verrast ook Hurry met een album waarvan je alleen maar heel vrolijk kunt worden. De Amerikaanse band put uit de archieven van de powerpop, maar geeft ook een eigenzinnige draai aan de invloeden van weleer, bijvoorbeeld door blazers in te zetten. De zang is aangenaam, het gitaarwerk is keer op keer prachtig, maar het zijn vooral de heerlijk melodieuze songs op het album die keer op keer indruk maken en die je in ieder geval deze zomer niet meer los wilt laten. Of dit de start is van een powerpop revival weet ik niet, maar albums als Don’t Look Back van Hurry zijn wat mij betreft zeer welkom.
Voor Don’t Look Back van Hurry geldt ongeveer hetzelfde als voor het album van Diners dat ik gisteren besprak. Het is een album dat zeer positief is besproken door de Amerikaanse muziekpers en dat is direct bij eerste beluistering goed te begrijpen. Hier houden de overeenkomsten tussen Diners en Hurry niet op, want ook Hurry is een band die al een handvol albums op haar naam heeft staan, maar die ik nog niet eerder tegen was gekomen.
Een volgende overeenkomst tussen beide albums is dat ze vol staan met songs waarvan je alleen maar heel erg vrolijk kunt worden, die strooien met zonnestralen en die zich vooral hebben laten inspireren door popmuziek uit het verleden, maar desondanks fris en urgent klinken. Het zijn tenslotte allebei albums waarop het etiket powerpop niet misstaat, maar ondanks alle overeenkomsten klinkt het album van Hurry anders dan dat van Diners.
Hurry is een band uit Philadelphia, Pennsylvania, en heeft Matthew Scottoline als belangrijkste lid. De Amerikaanse muzikant begon Don’t Look Back als een breakup album, maar halverwege het album duikt een nieuwe liefde op en verdwijnt de liefdesbreuk langzaam maar zeker naar de achtergrond. Als je niet naar de teksten luistert maakt het overigens niet zoveel uit of Matthew Scottoline een verloren liefde betreurt of een nieuwe liefde viert, want in alle songs hoor je vooral zonnestralen.
Die zonnestralen komen vooral van het heerlijke gitaarwerk op het album, dat zich niet alleen beperkt tot de powerpop, maar ook flirt met janglepop en Westcoast pop. Don’t Look Back doet meer dan eens denken aan de albums van Teenage Fanclub, terwijl uit een verder verleden wat invloeden van The Byrds worden verwerkt. De band uit Philadelphia geeft echter ook een eigen draai aan haar powerpop door hier en daar blazers in te zetten.
Voor het overgrote deel klinkt het nieuwe album van Hurry echter precies zoals een album in dit genre moet klinken. Het gitaarwerk laat de zon schijnen, de dromerige zang versterkt het lome zomergevoel nog wat meer, waarna de bijzonder melodieuze songs en de aanstekelijke refreinen er voor zorgen dat het ultieme zomergevoel voorlopig niet meer te verdrijven is. Don’t Look Back van Hurry is een album dat je in eerste instantie mee terugneemt naar de jaren 70, maar ik hoor toch ook wel wat The Lemonheads in hun beste dagen op het album en hier en daar hoor ik ook wel wat echo’s van R.E.M., maar dan zonder Michael Stipe.
Ik moet stapels albums hebben met het soort muziek dat op Don’t Look Back van Hurry is te horen, maar het is muziek die ik de laatste jaren nauwelijks meer tegen kom. Hurry vult deze leegte op doeltreffende wijze, want Don’t Look Back beschikt niet alleen over veel verleidingskracht, maar is ook gewoon een erg goed album.
In muzikaal opzicht staat het allemaal als een huis, met nogmaals een eervolle vermelding voor het gitaarwerk van Justin Fox, maar ook de zang van Matthew Scottoline is erg goed, zeker wanneer deze in meerdere lagen door de speakers komt. En ondanks het feit dat de Amerikaanse band tien songs lang uit hetzelfde vaatje tapt, houdt Don’t Look Back moeiteloos de aandacht vast en blijft het dit ook doen wanneer je het album vaker hoort. Erwin Zijleman
De muziek van Hurry is ook verkrijgbaar via de bandcamp pagina van de Amerikaanse band: https://hurry.bandcamp.com/album/dont-look-back.
Don't Look Back van Hurry is verkrijgbaar via de Mania webshop: